Organisatie- en beheersverordening brandweer
artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze Verordening wordt verstaan onder:
- a.
repressieve taken:
- 1.
het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
- 2.
het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
- 3.
de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;
- b.
preventieve taken:
- 1.
het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
- 2.
de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;
- 3.
de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en standplaatsen;
- 4.
de uitvoering van de Brandveiligheidverordening.
artikel 2 Gemeentelijke brandweer
- 1.
Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.
- 2.
Onder toezicht van burgemeester en wethouders is het dagelijks beheer van de brandweer opgedragen aan de commandant van de brandweer.
- 3.
De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor deze functie door burgemeester en wethouders vastgestelde functiebeschrijving.
- 4.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de commandant brandweer een nadere instructie vaststellen.
artikel 3 Organisatorische eenheden brandweer
- 1.
De gemeentelijke brandweer bestaat uit drie brandweerposten, die elk binnen een eigen inzetgebied repressief optreden:
- 2.
Het inzetgebied per brandweerpost wordt vastgesteld op basis van uitruktijden.
- 3.
Elke brandweerpost staat onder leiding van een postcommandant.
- 4.
De postcommandanten staan onder leiding van de commandant brandweer.
artikel 4 Taken brandweer
De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 6 aan de regionale brandweer opgedragen taken uit:
- a.
de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken;
- b.
andere dan onder 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:
- 1.
het uitvoeren van pro-actieve taken t.b.v. het inventariseren van risico’s en afstemmen van de brandweerzorg op deze risico’s;
- 2.
het uitvoeren van preparatieve taken t.b.v. een goede opleiding, oefening en bijscholing van het eigen brandweerpersoneel;
- 3.
het opstellen van de noodzakelijke plannen en procedures t.b.v. veilig optreden van de brandweer;
- 4.
het reinigen van wegen en terreinen in risicovolle situaties.
artikel 5 Organisatieplan brandweer
Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad minimaal eenmaal per 5 jaar een plan voor op welke wijze uitvoering gegeven zal worden aan de in artikel 4 omschreven taken (organisatieplan brandweer). Dit plan omvat in elk geval:
- a.
Een beschrijving van de personele sterkte van de brandweer en de verdeling hiervan over de brandweerposten;
- b.
Een beschrijving van de materiele sterkte van de brandweer en de verdeling hiervan over de brandweerposten;
- c.
De beleidslijnen voor de komende 5 jaar;
- d.
Een beschrijving van de financiële middelen.
artikel 6 Regionale taken
1.Op basis van artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985, is een aantal taken opgedragen aan de regionale brandweer. Daarnaast is de volgende taak van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer overgedragen:
a.De alarmering van de gemeentelijke brandweer.
artikel 7 Citeertitel en in werking treden
- 1.
Deze Verordening kan worden aangehaald als “Organisatie- en beheersverordening brandweer”.
- 2.
Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 juni 2000.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 16 mei 2000.
De raad voornoemd,
de secretaris, de voorzitter,
drs. H.C. Jongmans drs. H.P.T.M. Willems