Hoofdstuk 5 | | Bouwvergunningen | | | | |
| | | | | | |
5.1 | | Bouwkosten Onder 'bouwkosten' wordt in dit artikel verstaan de
aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de
Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van
werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor
zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten als
bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit
normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, één en ander
inclusief BTW, die de aanvrager terzake van de bouw
verschuldigd is. | | | | |
| | | | | | |
5.2 | | Bouwvergunningen Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van: | | | | |
| | | | | | |
5.2.1 | | een verzoek tot beoordeling van een schetsplan met
betrekking tot de vraag of op een, op basis van genoemd
schetsplan, uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen
worden verleend Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een
bouwvergunning voor een op basis van het schetsplan
uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de
daarvoor geheven leges met deze leges verrekend. | | | | € 62,30 |
| | | | | | |
5.2.2 | | Vervallen | | | | |
| | | | | | |
5.2.3 | | een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte of een
reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste
lid, onderdelen p en q, van de Woningwet, indien de begrote
bouwkosten een bedrag belopen van: € 9.000,-- of minder | | | | € 20,60 van iedere duizend euro bouwkosten |
| | | | | | |
| | € 10.000,-- doch niet meer dan € 45.000,-- | | | | € 200,50 vermeerderd met € 19,75 van iedere duizend euro boven € 10.000,-- |
| | | | | | |
| | € 46.000,-- doch niet meer dan € 136.000 | | | | € 922,-- vermeerderd met € 16,45 van iedere duizend euro boven € 46.000,-- |
| | | | | | |
| | € 137.000 doch niet meer dan € 227.000,-- | | | | € 2.431,-- vermeerderd met € 15,85 van iedere duizend euro boven € 137.000,-- |
| | | | | | |
| | € 228.000 doch niet meer dan € 455.000,-- | | | | € 3.883,80 vermeerderd met € 12,80 van iedere duizend euro boven € 228.000,-- |
| | | | | | |
| | meer dan € 455.000, -- | | | | € 7.492,-- vermeerderd met € 11,20 van iedere duizend euro boven € 455.000,-- |
| | | | | | |
5.2.4 | | een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning
eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de
Woningwet | | | | 60% van het overeenkomstig 5.2.3. berekende bedrag |
| | | | | | |
5.2.5 | | een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde
bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a,
achtste lid, van de Woningwet: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in
5.2.4 bepaald en verminderd met de voor de primaire
bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien
verstande dat in elk geval € 110,-- is
verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire
bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt | | | | |
| | | | | | |
5.2.6 | | een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning
tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de
Woningwet | | | | 40% van het overeenkomstig 5.2.3. berekende bedrag |
| | | | | | |
5.2.7 | | De in 5.2.3 bedoelde bouwkosten worden voor de berekening
van de verschuldigde legesgelden naar boven afgerond op een
veelvoud van € 1.000,--. Het recht wordt berekend naar de
bij de aanvraag om vergunning over te leggen begroting van
kosten van het werk. | | | | |
| | | | | | |
5.2.8 | | Indien, na het tijdstip waarop de aanvraag in behandeling is
genomen, dan wel na de vergunningverlening, blijkt, dat de
werkelijke bouwkosten lager zijn dan de oorspronkelijk bij
de aanvraag ingediende bouwkosten, wordt het bedrag van die
bouwkosten opnieuw vastgesteld. In dat geval worden de te veel berekende leges terugbetaald,
met dien verstande dat als het verschil tussen de
oorspronkelijk opgegeven en de werkelijke bouwkosten minder
dan € 5.000,-- bedraagt er geen verrekening plaats
vindt. | | | | |
| | | | | | |
5.2.9 | | Als de bouwkosten lager worden geraamd dan aannemelijk wordt
geacht, kan worden gevraagd om een gespecificeerde
kostenopgave. Als die opgave niet wordt geleverd of niet
aannemelijk wordt gemaakt hoe de bouwkosten zijn geraamd,
worden de bouwkosten gecorrigeerd aan de hand van actuele
kostenkengetallen, zoals vastgelegd in de “Beleidsregel
vaststellen maatstaf leges bouwvergunningen”. | | | | |
| | | | | | |
| | Teruggaaf | | | | |
| | | | | | |
5.3.1 | | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een
bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking
van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een
vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is
gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning
geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is
door toepassing van het tarief als vermeld in 5.2.3,
onderscheidenlijk 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6, met dien verstande
dat zij niet minder dan € 110,-- zullen bedragen.
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking
zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een
nieuw bouwplan sprake is. Vindt aanpassing van een ingediend bouwplan plaats op
verzoek van de gemeente en ontstaat daardoor een nieuw
bouwplan dan vindt verrekening plaats van de geheven en
opnieuw verschuldigde leges. | | | | |
| | | | | | |
5.3.2 | | Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt
gemaakt binnen 12 maanden na verlening van de
vergunning en deze vergunning wordt ingetrokken, wordt
teruggaaf van 50% van de geheven leges
verleend. | | | | |
| | | | | | |
5.3.3 | | Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend, wordt
teruggaaf verleend van 50% van de
geheven leges. | | | | |
| | | | | | |
5.3.4 | | Indien een aanvraag om een bouwvergunning dan wel een
verzoek om beoordeling van een schetsplan voor advies aan de
commissie van onafhankelijke deskundigen is voorgelegd en
hiervoor zijn leges berekend dan wordt hiervan geen
teruggaaf verleend. | | | | |
| | | | | | |
5.4 | | Externe advieskosten | | | | |
| | | | | | |
5.4.1 | | De in 5.2.1, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6
en 5.12 genoemde bedragen worden verhoogd met het bedrag van
de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag
aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend
uit een begroting die terzake door of vanwege het college
van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | | | |
| | | | | | |
5.4.2 | | Voor de toepassing van het vorige onderdeel wordt een
aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de
dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de
aanvrager ter kennis is gebracht. | | | | |
| | | | | | |
| | Overschrijving bouwvergunning | | | | |
| | | | | | |
5.5 | | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende
bouwvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de
bouwverordening | | | | € 53,45 |
| | | | | | |
| | Verhoging in verband met
bestemmingsplanwijzigingen | | | | |
| | | | | | |
5.6 | | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor
een vergunning moet worden verleend met toepassing van de
volgende artikelen van de Wet op de ruimtelijke ordening
(WRO) wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk
5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6 berekende bedrag verhoogd
met: | | | | |
| | | | | | |
5.6.1 | | artikel 11 WRO (wijzigingsbevoegdheid) | | | | € 855,40 |
| | | | | | |
5.6.2 | | artikel 15, 17 of 19, 3e lid, indien geen verklaring van
geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig
is, en 3e lid, van de WRO of artikel 50, 4e of 6e lid, van
de WW | | | | € 160,35 |
| | | | | | |
5.6.3 | | artikel 19, 1e of 2e lid, indien vooraf een verklaring van
geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig
is, van de WRO of artikel 50, 5e lid, van de WW | | | | € 2.193,00 |
| | | | | | |
5.6.7 | | Onverminderd het bepaalde in 5.6.1 tot en met 5.6.3 wordt,
indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor
een vergunning moet worden verleend met toepassing van
genoemde artikelen, het overeenkomstig onderdeel 5.2.3,
onderscheidenlijk 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6 berekende bedrag
verhoogd met het bedrag aan leges ingevolge de provinciale
legesverordening zoals dat voorafgaand aan het in
behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is
meegedeeld en blijkt uit een begroting die terzake door of
vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. | | | | |
| | | | | | |
| | Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van
het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag
na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges
ingevolge de provinciale legesverordening, aan de aanvrager
ter kennis is gebracht. | | | | |
| | | | | | |
| | Aanlegvergunningen | | | | |
| | | | | | |
5.7.1 | | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als
bedoeld in artikel 14 of 21, derde lid, van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning) Dit genoemde bedrag wordt verhoogd met het bedrag van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan
de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit
een begroting die terzake door of vanwege het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt een aanvraag
in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop
de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager
ter kennis is gebracht. | | | | € 129,80 |
| | | | | | |
5.7.2 | | Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of
werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning moet worden
verleend met toepassing van artikel 16 of 46, zesde, achtste
of tiende lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt
het overeenkomstig 5.7.1 berekende bedrag verhoogd met | | | | € 373,70 |
| | | | | | |
5.7.3 | | Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of
werkzaamheden, waarvoor een aanlegvergunning moet worden
verleend met toepassing van artikel 46, zevende lid van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening (verklaring geen bezwaar
G.S.), wordt het overeenkomstig 5.7.1 berekende bedrag
verhoogd met | | | | € 373,60 |
| | | | | | |
5.7.4 | | Onverminderd het bepaalde in 5.7.2 en 5.7.3 wordt, indien de
aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden
waarvoor een aanlegvergunning moet worden verleend met
toepassing van artikel 16, 19 of 46, achtste lid, van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening, het overeenkomstig 5.7.1
berekende bedrag verhoogd met het bedrag aan leges ingevolge
de provinciale legesverordening zoals dat voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is
medegedeeld en blijkt uit een begroting die terzake door of
vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt dat als dag
van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan
leges ingevolge de provinciale legesverordening, aan de
aanvrager ter kennis is gebracht. | | | | |
| | | | | | |
5.7.5 | | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als
bedoeld in artikel 53, lid c van het Bestemmingsplan
Buitengebied (rooien van bomen) | | | | € 51,90 |
| | | | | | |
| | Aanvragen om gelijkluidende vergunningen op grond van enig
ander bestemmingsplan worden gelijk gesteld met de aanvragen
conform de vorige volzin. | | | | |
| | | | | | |