Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Delegatiebesluit

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatiebesluit
CiteertitelDelegatiebesluit
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 oktober 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 10:15
  3. Wet ruimtelijke ordening, art. 6.12
  4. Besluit omgevingsrecht, art. 6.5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-201001-10-2010nieuwe regeling

27-10-2010

De Molenkruier, 3-11-2010

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit

Raadsbesluit

 

De raad van de gemeente Nieuwegein;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 september 2010;

 

overwegende dat het wenselijk is voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor activiteiten die weliswaar in strijd zijn met het bestemmingsplan, maar niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke onderbouwing een flexibel en slagvaardig instrument te behouden;

 

gelet op artikel 6.5, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht;

 

gelet op artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening;

 

gelet op artikel 10:15 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 156 van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    Alle projecten waarvoor ten behoeve van een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht toepassing wordt gegeven aan artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3o, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, aan te wijzen als categorie waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen tegen de verlening van een omgevingsvergunning is vereist.

  • 2.

    Voor de onder 1 genoemde categorie van gevallen, de bevoegdheden om een exploitatieplan vast te stellen of juist daarvan af te zien te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    De besluiten genoemd onder 1 en 2 met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2010 in werking te laten treden.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 oktober 2010.

            de griffier,                                           de voorzitter,