Organisatie | Landgraaf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Toetsingscommissie bestuurlijke integriteit |
Citeertitel | Verordening toetsingscommissie bestuurlijke integriteit |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2010 | 30-07-2019 | Nieuwe regeling | 01-02-2007 Landgraaf Aktueel, 15-12-2010 | Onbekend |
De raad der gemeente L a n d g r a a f ;
gelezen het van Burgemeester en Wethouders d.d. 14 november 2006;
en het college van Burgemeester en Wethouders;
ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
gelet op de Gedragscode raadsleden gemeente Landgraaf 2006, de Gedragscode collegeleden gemeente Landgraaf 2006 en de Gedragscode ambtenaren gemeente Landgraaf 2006.
vast te stellen de navolgende Verordening Toetsingscommissie bestuurlijke integriteit.
Indien door of namens de gemeentesecretaris als hoofd van de ambtelijke organisatie dan wel de griffier als hoofd van de griffie, onderzoek wordt gedaan naar mogelijke schending van de gedragscodes door een ambtenaar, wordt dit vooraf gemeld aan de toetsingscommissie. De gemeentesecretaris dan wel de griffier stelt de toetsingscommissie op de hoogte van de uitkomsten van het onderzoek.
De toetsingscommissie beslist of en zo ja op welk moment, degene op wie de mogelijke schending van de gedragscodes betrekking heeft, van de melding op de hoogte wordt gebracht. Indien de toetsingscommissie van oordeel is dat er redenen zijn voor een nader onderzoek, wordt degene op wie de melding betrekking heeft, in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.
Indien een anonieme melding plaatsvindt van een mogelijke schending van de gedragscodes door een ambtenaar, een collegelid of raadslid, wordt degene op wie de melding betrekking heeft hiervan in kennis gesteld, tenzij de toetsingscommissie van oordeel is dat de melding geen enkele grond heeft dan wel geen doel dient.
De zittingsduur van de voorzitter eindigt in ieder geval na ommekomst van diens benoemingsduur als burgemeester. De zittingsduur van het door het presidium benoemde lid en plaatsvervangend lid eindigt in ieder geval na ommekomst van de zittingsperiode van de raad. De zittingsduur van het door het college benoemde lid en plaatsvervangend lid en de plaatsvervangend voorzitter, eindigt in ieder geval na het beëindigen van diens deelname aan het college.