Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Subsidieregeling voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-10-200822-12-2011Onbekend

20-05-2008

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen de nota d.d. 23 april 2008, sector WSO/MD (reg. nr. 2746678);

overwegende dat het gewenst is aanvullende regels te geven voor de subsidieverstrekking ten behoeve van voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2008;

besluiten vast te stellen de volgende subsidieregeling:

Subsidieregeling voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen

Subsidieregeling

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

a.monument: I. Rijksmonument:

een object dat is opgenomen in het monumentenregister als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988, danwel een object waaromtrent de verantwoordelijke minister ingevolge deze wet het voornemen tot plaatsing op de monumentenlijst heeft kenbaar gemaakt, danwel een object dat door de gemeenteraad is aangemeld voor plaatsing op de lijst van monumenten als bedoeld in artikel 3 van de wet.

II gemeentelijk monument:

Eem object dat is opgenomen op de monumentenlijst bedoeld in de Monumentenverordening Amersfoort 2007.

III beeldbepalend pand:

Een pand, dat niet als monument is beschermd, maar dat naar het oordeel van burgemeester en wethouders een kenmerkend onderdeel vormt van een stads- of dorpsgezicht of vanwege de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als zodanig wordt geacht.

  • b.

    restaureren: het treffen van voorzieningen tot opheffing van gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van het monument en conform de ‘omschrijving voor restauratiewerken’.

  • c.

    kosten van voorzieningen: de geraamde en door het college goedgekeurde bedragen van:

    • 1.

      de aanneemsom;

    • 2.

      de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

    • 3.

      de kosten van de architect en van de constructeur, voor zover inschakeling hiervan noodzakelijk is;

    • 4.

      de aanvraag om een bouwvergunning (leges) voor zover deze betrekking heeft op het restauratiegedeelte;

    • 5.

      de verschuldigde BTW, voor zover deze niet kan worden verrekend;

    • 6.

      de bouwhistorische opname, gericht op de restauratie;

    • 7.

      de kosten van opstelling van het onderhoudsplan;

    • 8.

      een reservering voor noodzakelijk meerwerk, dat ten tijde van de raming van de hierboven genoemde kosten redelijkerwijs niet voorzienbaar was, tot maximaal 5% van de aanneemsom.

  • d.

    onderhoudsplan: een door het college goedgekeurd overzicht van onderhoudswerkzaamheden en kosten die gedurende 15 jaar nodig worden geacht om het kwaliteitsniveau van het monument, dat met de restauratie zal worden bereikt, te handhaven.

  • e.

    eigenaar: hieronder wordt mede verstaan:

    • -

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • -

      de houder van een recht van opstal;

    • -

      de eigenaar van een appartementsrecht;

Artikel 2 Doelgroepen/Activiteiten

Zowel rechtspersonen als natuurlijke personen kunnen als eigenaar van een monument of beeldbepalend gebouw in aanmerkingen komen voor een subsidie ten behoeve van voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen in de kosten van het treffen van voorzieningen ten behoeve van:

  • -

    restauratie van rijksmonumenten met grote monumentale waarde en waarbij tevens sprake is van een restauratie-urgentie;

  • -

    gemeentelijke monumenten;

  • -

    beeldbepalende gebouwen.

Artikel 3 Subsidieplafond

De maximaal te verstrekken subsidie wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgesteld.

Artikel 4 Toetsingscriteria

Bij de subsidieverstrekking gelden de volgende toetsingscriteria:

  • a.

    De subsidie wordt berekend over de kosten van voorzieningen, met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van enige andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen regeling subsidie in de kosten van de voorzieningen kan worden verkregen.

  • b.

    In geval van brandschade worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.

  • c.

    Het subsidie wordt verleend als een subsidie op termijn of als een subsidie ineens, zulks ter keuze van de subsidieaanvrager.

  • d.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de kosten van de voorzieningen tenminste € 2000,-- te bedragen.

  • e.

    Bedragen waarmee de kosten van voorziening € 32.000,-- te boven gaan komen niet voor subsidie in aanmerking.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERSTREKKING

Artikel 5 Vorm subsidieverstrekking

  • 1.

    Het college zal de subsidie ten behoeve van voorzieningen monumenten en beelbepalende gebouwen eerst verlenen en vervolgens vaststellen.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan het college besluiten om de subsidie ten behoeve van voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen direct vast te stellen.

Artikel 6 Indieningstermijn aanvraag

De aanvraag voor een subsidie ten behoeve van voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen dient voorafgaand aan het treffen van voorzieningen te worden ingediend.

Artikel 7 Eisen aan de aanvraag

Voor het indienen van een subsidieaanvraag dient gebruik gemaakt te worden van het daartoe door het college vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 8 Beschikking op de aanvraag

De beschikking op een aanvraag voor een subsidie ten behoeve van voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen wordt bekendgemaakt binnen drie maanden na het indienen van de subsidieaanvraag.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Subsidieverstrekking kan naast de weigeringsgronden zoals bedoeld in de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008 tevens worden geweigerd op de volgende gronden:

  • a.

    met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of niet in voldoende mate wordt gediend;

  • b.

    de kosten niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het verkregen resultaat;

  • c.

    met het treffen van de voorzieningen een aanvang is gemaakt, voordat op de subsidieaanvraag is beslist;

  • d.

    voor de betreffende voorzieningen binnen een termijn van 15 jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend, subsidie is verleend;

  • e.

    voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze nog niet is verleend.

Artikel 10 Subsidie ineens

Het subsidie ineens bedraagt 25% van de bij de verlening en vaststelling van de subsidie goedgekeurde kosten van voorzieningen.

Artikel 11 Subsidie op termijn

  • 1.

    De subsidie op termijn wordt berekend aan de hand van de goedgekeurde kosten van voorzieningen en wordt betaalbaar gesteld aan het eind van de lopende maand van het jaar gelegen vijftien jaar na de vaststelling van de subsidie, mits i s voldaan daan de voorwaarden en bepalingen van deze subsidieregeling.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het rentepercentage dat de gemeente hanteert op het moment van het verlenen van de subsidie en is als volgt bepaald:

tot 7% :70% van de kosten van voorzieningen

van 7% tot 8% rente :80% van de kosten van voorzieningen;

van 8% tot 9% rente :90% van de kosten van voorzieningen;

van 9% tot 10% rente :100% van de kosten van voorzieningen;

van 10% tot 11% rente :100% van de kosten van voorzieningen, waarvan 5% voorschot;

vanaf 11% :100% van de kosten van voorzieningen, waarvan 10% voorschot, waarbij voor deze kosten van voorzieningen een maximum wordt gehanteerd van € 32.000,--

  • 3.

    Het in het tweede lid genoemde rentepercentage is gelijk aan de standaardrente zoals die in overleg tussen de gemeente en de Stichting Nationaal Restauratiefonds is gedefinieerd en door de stichting periodiek aan de gemeente wordt doorgegeven.

  • 4.

    Een voorschot als bedoeld in het tweede lid wordt op de betalingen ingevolge het eerste lid in mindering gebracht. Dit voorschot wordt uitbetaald uiterlijk op het moment van het vaststellen van de subsidie. Overigens geschiedt de verlening en vaststelling van een voorschot onder dezelfde voorwaarden en bepalingen die gelden voor de subsidie op de termijn zelf.

Artikel 12 Tussentijdse vervreemding

  • 1.

    Als de eigenaar het monument binnen 15 jaar na vaststelling van de subsidie vervreemdt, stelt het college de subsidie op termijn opnieuw vast volgens de in het tweede lid genoemde reeks, mits aan de voorwaarden en de bepalingen van deze subsidieregeling wordt voldaan.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie als bedoelt in het eerste lid bedraagt:

    binnen een jaar na vaststelling 30 procent

    na één jaar 32 procent

    na twee jaar 34 procent

na drie jaar 37 procent

na vier jaar 40 procent

na vijf jaar 43 procent

na zes jaar 47 procent

na zeven jaar 51 procent

na acht jaar 55 procent

na negen jaar 60 procent

na tien jaar 65 procent

na elf jaar 70 procent

na twaalf jaar 77 procent

na dertien jaar 84 procent

na veertien jaar 92 procent

waarbij het percentage wordt berekend over het vastgestelde subsidiebedrag.

3.Een eventueel verleend voorschot wordt op de hernieuwd vastgestelde subsidie op termijn in mindering gebracht.

Artikel 13 Subsidievoorwaarden

Het subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a.

    het werk wordt aanbesteed overeenkomstig door het college nader te stellen eisen;

  • b.

    de aanvang van het werk tenminste twee weken van tevoren wordt gemeld bij het college;

  • c.

    met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen binnen 25 weken na de datum van het besluit tot verlening van subsidie;

  • d.

    binnen 130 weken na de verlening van subsidie moeten de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding als bedoeld in artikel 13 zijn ingediend;

  • e.

    aan de door het college met controle belaste personen:

    • 1.

      toegang wordt verleend tot het monument;

    • 2.

      inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

  • f.

    de eigenaar zich aansluit bij de Monumentenwacht voor de duur van vijftien jaar of gedurende deze termijn periodiek een bouwkundig inspectierapport, opgesteld door een naar het oordeel van het college onpartijdige deskundige, overlegt.

    • 2.

      Het college kan in in bijzondere gevallen in het belang van het monument aanvullende voorwaarden verbinden aan het verlenen van subsidie.

Artikel 14 Onderhoudsvoorwaarden

  • 1.

    Subsidie wordt verleend en vastgesteld onder de voorwaarde dat de eigenaar het monument conform het onderhoudsplan zal onderhouden.

  • 2.

    De voorwaarden in dit artikel gelden gedurende een periode van 15 jaar na de vaststelling van de subsidie.

  • 3.

    Mede ter invulling van het gestelde in het eerste lid dient de eigenaar jaarlijks een bouwkundig inspectierapport te overleggen, opgesteld door een naar het oordeel van het college deskundige partij, onder de verplichting om de in het rapport geconstateerde bouwtechnische gebreken te herstellen. Het college kan zonodig een termijn stellen waarbinnen deze gebreken dienen te zijn hersteld.

Artikel 15 Gereedmelding en vaststelling subsidie

  • 1.

    Vaststelling van de subsidie vindt plaats:

    • a.

      de in de subsidieaanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college zijn gereedgemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      een overzicht is overgelegd van de getroffen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking hebende kosten;

    • c.

      een overzicht is overgelegd van het uitgevoerde meer- en minderwerk alsmede over de invulling van de reservering als bedoeld in artikel 1, c, onder 8.

  • 2.

    De hoogte van de vast te stellen subsidie wordt berekend op basis van de bij de subsidieverlening aanvaarde kosten van voorzieningen of de werkelijke kosten van de voorzieningen als deze hoger of lager zijn.

  • 3.

    De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid bevat:

    • a.

      een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      een kostenoverzicht;

    • c.

      alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

  • 4.

    Het college kan er mee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.

Artikel 16 Betaling subsidie

  • 1.

    De subsidie op termijn wordt uitbetaald na afloop van de in artikel 8, eerste lid, bepaalde termijn.

  • 2.

    De subsidie op termijn, bij toepassing van artikel 9, wordt uitbetaald binnen vier weken na de hernieuwde vaststelling.

  • 3.

    De subsidie ineens wordt uitbetaald binnen vier weken na vaststelling.

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan:

  • 1.

    van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepaling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2.

    in alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet of onduidelijk is beslissen.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

Artikel 19 Overgangsbepaling

  • 1.

    Indien voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling een aanvraag om een subsidie op grond van de Subsidieverordening Stads- en dorpsvernieuwing, zoals vastgesteld op 27 april 1999 is ingediend en voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling nog niet op de aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige toepasselijke bepalingen van de onderhavige subsidieregelingtoegepast.

  • 2.

    Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een subsidie, bedoeld in het eerste lid, dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 18 is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in lid 1.

  • 3.

    De intrekking van de verordening bedoeld in lid 1 heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening/beleidsregel en voor zover niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 18 Citeertitel

Deze subsidieregeling heet: Subsidieregeling voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen 2008.

Vastgesteld in de vergadering van 20 mei 2008

De secretaris, De burgemeester,

PUBLICATIEDATUM: 1 oktober 2008