Organisatie | Dongeradeel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het burgerinitiatief Dongeradeel 2003 |
Citeertitel | Verordening op het burgerinitiatief Dongeradeel 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-02-2004 | 09-03-2019 | nieuwe regeling | 18-12-2003 Nieuwe Dockumer Courant, 14 januari 2004 | 118/'03 |
De raad van de gemeente Dongeradeel;
gelezen het voorstel van de griffier van 1 oktober 2003, no. 118/’03;
overwegende dat het gewenst de participatie van burgers in het politieke besluitvormingsproces te versterken;
dat het burgerinitiatief naast andere middelen een uitstekende functie in die zin kan vervullen;
In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad van de gemeente Dongeradeel te plaatsen.
De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.
Niet geldig is het verzoek dat:
Initiatiefgerechtigden zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Dongeradeel, alsmede ingezetenen van de gemeente Dongeradeel van veertien jaar en ouder, die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.
De griffier nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering van de raadscommissie waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. Op verzoeker is het normale spreekrecht in raadscommissies van toepassing.
Het college van Burgemeester en Wethouders wordt in de betreffende raadscommissie in de gelegenheid gesteld zijn gevoelens over het burgerinitiatief aan de raadscommissie kenbaar te maken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dongeradeel van 18 december 2003.
griffier
voorzitter
Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/onderwerp op de agenda van de raad van de gemeente Dongeradeel te plaatsen:
____________________________________________________________________________________
Toelichting op het voorstel/onderwerp:
____________________________________________________________________________________
Naam verzoeker (achternaam, eerste voornaam en eventuele verdere voorletters + geboortedatum)
____________________________________________________________________________________
Adres (straat, postcode en woonplaats).
____________________________________________________________________________________
Naam plaatsvervanger (achternaam, eerste voornaam en eventuele verdere voorletters + geboortedatum)
____________________________________________________________________________________
Adres (straat, postcode en woonplaats).
____________________________________________________________________________________
Het verzoek dient vergezeld te gaan van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van 25 initiatiefgerechtigden, die het verzoek ondersteunen en waartoe ook de plaatsvervanger mag behoren.
Het verzoek dient via tussenkomst van de griffier gericht te worden aan de voorzitter van de gemeenteraad, Postbus 1, 9100 AA Dokkum.
Hierbij is voortgeborduurd op de keuze, die de raad werd voorgelegd in het voorstel tot invoering van het burgerinitiatief, nl. de ruimere regeling en deze niet te beperken tot concreet uitgewerkte voorstellen.
Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatief op de agenda van de raadsvergadering moet plaatsen, indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus ten minste moeten uitspreken over het betreffende burgerinitiatief.
Ten aanzien van de drempel van 25 initiatiefgerechtigden wordt nog opgemerkt dat zij zodanig is gekozen dat zij (zonder onnodige belemmeringen tot gebruikmaking van deze mogelijkheid op te werpen) toch een zekere garantie biedt dat het desbetreffende initiatief gedragen wordt door een deel van de bevolking. Daarbij is gekozen voor een concreet aantal en niet voor een percentage. Mocht in de toekomst behoefte blijken aan aanpassing van dit aantal, dan kan de raad hiertoe op eenvoudige wijze overgaan door wijziging van het getal.
Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is vloeit voort uit de Kieswet. Door de leeftijdsgrens te verlagen worden ook jongeren betrokken bij de gemeentelijke politiek. Voor het overige spreken de leden van dit artikel voor zich.
De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatief vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft.
Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt, dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij er niet over gaat.
Een vraag over gemeentelijk beleid kan evenmin onderwerp zijn van een burgerinitiatief. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht en vragenhalfuur in de commissievergadering of het spreekuur van de wethouder.
Ook moet worden voorkomen dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of klachtenprocedure doorkruist. Deze wegen zijn in voldoende mate wettelijk verankerd en behoeven geen aanvulling via het burgerinitiatief.
Ten slotte is niet de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Daarbij is een termijn van zes maanden gesteld, omdat na deze periode de uitwerking van door de raad genomen besluiten in eerste aanleg kan worden beoordeeld c.q. geëvalueerd en de mogelijkheid bestaat dat bijstelling wenselijk is. Via een burgerinitiatief kan dat dan onder de aandacht van de raad worden gebracht.
Het ligt voor de hand een burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad in te dienen. Voor de directe agendering in het presidium (zie artikel 6) is het gewenst dit door tussenkomst van de griffier te laten doen. Om een uniforme, overzichtelijke en duidelijke formulering van een burgerinitiatief te krijgen is het gewenst dit via een standaardformulier in te laten dienen. Hierop zullen ook de personalia van verzoeker en initiatiefgerechtigden dienen te staan ter controle van de vereisten, waaraan een burgerinitiatief dient te voldoen.
Via deze procedurele omschrijving wordt getracht een transparante handelwijze te verkrijgen, waarbij met een aantal aspecten rekening is gehouden, nl.:
De griffier de “postbus- en agenderingsrol” te laten vervullen om de snelheid in de procedure te bevorderen. De agendering is overigens een louter formele rol, aangezien het een pure uitvoering is van een door de raad aan zichzelf opgelegde verplichting tot agenderen in artikel 2 van deze verordening.