Organisatie | Korendijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen |
Citeertitel | Regels voor grafbedekkingen gemeente Korendijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde |
artikel 2, lid 2e en 7 gewijzigd op 6 maart 2007
Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Korendijk 2005
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-06-2005 | 16-02-2005 | 04-01-2016 | artikel 2 en 7 | 15-02-2005 huis-aan huis blad 27 mei 2005 | 0700577 |
Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen te:
Artikel 2 Aanvraag vergunning grafbedekking
Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben of vervangen van grafbeplanting, niet zijnde éénjarige gewassen, op een graf dient een opgave van aantallen en soort der beplanting te worden ingediend. Dit is niet nodig bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van éénjarige gewassen op een graf.
Artikel 5 (Losse) bloemen en planten
Op een graf mogen bloemen in vazen en/of potplanten in potten worden geplaatst, mits er binnen de afmetingen van het graf wordt gebleven. In verband met de hanteerbaarheid mag de maximale doorsnede van vazen en potten op een graf 0.30 meter bedragen, behoudens op een urnengraf waar de maximale doorsnede van vazen en potten 0.25 meter mag bedragen.
Overige voorwerpen op een graf, niet zijnde een eigen urnengraf of algemeen urnengraf, mogen niet hoger zijn dan 0.50 meter boven maaiveld en mogen geen groter oppervlak beslaan dan de grafruimte minus de 0.20 meter vrije ruimte aan weerszijden en aan de achterzijde van het graf, zoals aangegeven op de bij deze nadere regels behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening. Deze voorwerpen mogen derhalve niet worden aangebracht op of hangen en/of uitsteken boven de hiervoor bedoelde vrije ruimte aan weerszijden en aan de achterzijde van het graf.
Artikel 7 Afmetingen gedenktekens op de begraafplaatsen van de gemeente Korendijk.
Op de hierna vermelde categorieën graven mogen slechts de daarachter vermelde gedenktekenen worden geplaatst:
eigen graven, niet zijnde eigen urnengraven en keldergraven: de rechthebbenden van deze graven mogen binnen de afmetingen van het graf, te weten 2.70 x 1.20 meter een oppervlakte van 1.80 x 0.80 meter in principe vrij benutten, één en ander zoals aangegeven op de bij deze nadere regels behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening. Het gedenkteken mag niet breder dan 0.80 meter en moet een dikte hebben tussen de 0.06 en 0.10 meter, terwijl de totale hoogte van het staande gedenkteken maximaal 1.10 meter boven maaiveld mag bedragen. Betreft het een staand gedenkteken dan dient het gedenkteken zoveel mogelijk aan de achterzijde van het graf te worden geplaatst. , Een liggend gedenkteken dient met gebruikmaking van kunststof palen in voldoende mate gefundeerd/ondersteund te zijn om scheefzakken van het gedenkteken te voorkomen.
Schuin) liggende gedenktekenen, inclusief bijvoorbeeld de betonfundatie, voetplaat, roef en/of afdekplaat c.q. zerk, doch exclusief kettingen en hekwerken, mogen op het hoogste punt niet hoger zijn dan 0.35 meter boven maaiveld. De hoogte van kettingen en hekwerken mag maximaal 0.50 meter boven maaiveld zijn.
Op die begraafplaatsen waar slechts 1 diep wordt begraven is toegestaan om grafbeplanting en/of een gedenkteken aan te brengen over twee naast elkaar gelegen eigen graven, mits rechthebbenden bloed- of aanverwant zijn tot en met de derde graad.
de eerste aanvrager: 1 staande steen, die een hoogte, breedte en dikte mag hebben van
respectievelijk maximaal 1.10 x 0.80 x (0.06 -0.10)meter. De staande steen dient aan de achterzijde van het graf te worden geplaatst. één en ander zoals aangegeven op de bij deze nadere regels behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening.
de tweede aanvrager: 1 liggende steen, die een lengte, breedte en dikte mag hebben van
respectievelijk maximaal 0.80 x 0.60 x (0.06-0.10)meter. De liggende steen dient vanaf de helft van het graf naar de voorzijde te worden geplaatst, één en ander zoals aangegeven op de bij deze nadere regels behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening. De liggend steen dient met gebruikmaking van duurzaam materiaal in voldoende mate gefundeerd/ondersteund te zijn om scheefzakken van het gedenkteken te voorkomen.
(Schuin) liggende gedenktekenen, inclusief bijvoorbeeld de betonfundatie, voetplaat, roef en/of afdekplaat c.q. zerk, doch exclusief kettingen en hekwerken, mogen op het hoogste punt niet hoger zijn dan 0.35 meter boven maaiveld. De hoogte van kettingen en hekwerken mag maximaal 0.50 meter boven maaiveld zijn.
Eigen en algemene kindergraven: binnen de afmetingen van het graf, te weten 1.60 x 0.90 meter mag in principe een ruimte van 1.00 x 0.50 meter vrij worden benut, één en ander zoals aangegeven op de bij deze nadere regels behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening. Het gedenkteken mag niet breder dan 0.50 meter en moet een dikte hebben tussen de 0.06 en 0.10 meter, terwijl de totale hoogte van het staande gedenkteken maximaal 0.80 meter boven maaiveld mag bedragen.
Betreft het een staand gedenkteken dan dient het gedenkteken zoveel mogelijk aan de achterzijde van het graf te worden geplaatst. Een liggend gedenkteken dient met gebruikmaking van duurzaam materiaal in voldoende mate gefundeerd/ ondersteund te zijn om scheefzakken van het gedenkteken te voorkomen.
Schuin) liggende gedenktekenen, inclusief bijvoorbeeld de betonfundatie, voetplaat, roef en/of afdekplaat c.q. zerk, doch exclusief kettingen en hekwerken, mogen op het hoogste punt niet hoger zijn dan 0.35 meter boven maaiveld. De hoogte van kettingen en hekwerken mag maximaal 0.50 meter boven maaiveld zijn.
eigen keldergraven: de rechthebbenden van eigen keldergraven mogen binnen de afmetingen van een enkel keldergraf, te weten 2.70 x 1.20 meter een oppervlakte van 2.50 x 1.10 meter in principe vrij benutten. Binnen de afmetingen van een dubbel keldergraf, te weten 2.70 x 2.50 meter, mag een oppervlakte van 2.50 x 2.20 meter in principe vrij worden benut. Dit één en ander overeenkomstig de bij deze nadere regels behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening.
Het gedenkteken op een enkel keldergraf mag niet breder zijn dan 1.100 meter (op een dubbel keldergraf 2.20 meter), dient een dikte te hebben tussen de 0.06 en 0.10 meter, terwijl de totale hoogte van het staande gedenkteken maximaal 1.10 meter boven maaiveld mag bedragen.
(Schuin) liggende gedenktekenen, inclusief bijvoorbeeld de betonfundatie, voetplaat, roef en/of afdekplaat c,q, zerk, doch exclusief kettingen en hekwerken, mogen op het hoogste punt niet hoger zijn dan 0.40 meter boven maaiveld. De hoogte van kettingen en hekwerken mag maximaal 0.50 meter boven maaiveld zijn.
Artikel 8 Winterharde en éénjarige beplanting op de begraafplaatsen van de gemeente Korendijk.
1. a. Op de eigen graven, eigen kindergraven, eigen keldergraven, algemene
graven en de algemene kindergraven mogen de beplantingen bij volle wasdom geen groter
oppervlak beslaan dan de vrije benutbare ruimte als bedoeld in artikel 7 van deze nadere regels of dienen door besnoeiing binnen deze oppervlakte te worden gehouden.
De maximale hoogte van haagbeplanting mag niet meer dan 0.50 meter boven het maaiveld bedragen.
Overige beplanting op een graf mag niet hoger worden dan 0.80 meter boven het maaiveld, behoudens boompjes of bolletjes op stam die een maximale hoogte mogen hebben van 1.50 meter boven het maaiveld. De beplanting dient door besnoeiing beneden de voornoemde maximale hoogten boven maaiveld te worden gehouden.