Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester |
Citeertitel | Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur |
Deze regeling is van rechtswege vervallen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-09-2006 | 07-09-2006 | vervallen van rechtswege | 01-06-2006 Gemeenteblad van Utrecht, 2006, 26 | Voorstel Presidium dd 25 mei 2006, nr. 127 | |
15-06-2006 | 07-09-2006 | nieuwe regeling | 01-06-2006 Gemeenteblad van Utrecht 2006, nr. 26 | Voorstel Presidium dd 25 mei 2006, nr. 127 |
De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van het Presidium d.d. 25 mei 2006
Gelet op artikelen 61a, 84 en 147 eerste lid van de Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties, gericht aan de gemeentebesturen en de commissarissen van de Koningin, d.d. 26 november 2001, inzake “procedureregels herbenoeming burgemeester”;
De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 61a, tweede lid Gemeentewet voor te bereiden.
De commissie kan de commissaris van de Koningin vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.
De voorzitter van de commissie nodigt de burgemeester uit voor een gesprek met de commissie.
De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde enveloppe en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Hij draagt er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.
Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a. en c. van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie met inachtneming van het bepaalde in de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 november 2001.