Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Utrecht (Utr)

Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Utrecht (Utr)
Officiële naam regelingVerordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester
CiteertitelVerordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpbestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 61a, 84 en 147, lid 1
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-06-200607-09-2006nieuwe regeling

01-06-2006

Gemeenteblad van Utrecht 2006, nr. 26

Voorstel Presidium dd 25 mei 2006, nr. 127

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van het Presidium d.d. 25 mei 2006

Besluit:

Gelet op artikelen 61a, 84 en 147 eerste lid van de Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties, gericht aan de gemeentebesturen en de commissarissen van de Koningin, d.d. 26 november 2001, inzake “procedureregels herbenoeming burgemeester”;

vast te stellen de

VERORDENING vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester.

Artikel 1

De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 61a, tweede lid Gemeentewet voor te bereiden.

Artikel 2

De commissie kan de commissaris van de Koningin vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Artikel 3

  • 1. De commissie bestaat uit een minimum aantal van zes fractievoorzitters en de voorzitter van het presidium van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter van het presidium is de voorzitter van de commissie; de commissie kiest uit zijn midden een vice-voorzitter.

  • 3. De griffier en een door deze aan te wijzen medewerker van de griffie fungeren als 1e secretaris en 2e secretaris van de commissie en verlenen, waar nodig, ambtelijke bijstand.

Artikel 4

  • 1. De commissie vergadert alleen in beslotenheid.

  • 2. De commissie legt in elke vergadering overeenkomstig het bepaalde in artikel 86 Gemeentewet geheimhouding op omtrent de inhoud van de stukken en omtrent het behandelde tijdens de vergadering.

  • 3. De voorzitter ziet er op toe dat aan het gestelde in het tweede lid wordt voldaan.

  • 4. Aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen -behoudens het bepaalde in de artikelen 1 en 2- wordt inzage of inzage of informatie verstrekt inzake de stukken en handelingen die aan de commissie worden toevertrouwd.

  • 5. Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het tweede lid oproept opheffen.

Artikel 5

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

Artikel 6

  • 1. De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft van de leden aanwezig is.

  • 2. De aanbeveling, bedoeld in artikel 1, wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld. De commissie streeft naar unanimiteit bij de besluitvorming.

  • 3. Bij staking van stemmen over de uit te brengen aanbeveling wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan tellen de stemmen naar rato van de grootte van de fracties in de gemeenteraad.

  • 4. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke rapportage aan de commissaris van de Koningin vermeld.

Artikel 7

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken voor de commissie worden aan zijn adres gericht en aan zijn adres bewaard.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden vanaf zijn adres verzonden of persoonlijk overhandigd door een van beide secretarissen

Artikel 8

De voorzitter van de commissie nodigt de burgemeester uit voor een gesprek met de commissie.

Artikel 9

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan het gemeentebestuur is bekend gemaakt dat in de herbenoeming is voorzien.

  • 2. De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde enveloppe en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Hij draagt er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a. en c. van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de commissaris van de Koningin of van de burgemeester worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 10

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie met inachtneming van het bepaalde in de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 november 2001.

Artikel 11

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van die van haar vaststelling.

  • 2.

    Deze verordening vervalt op de dag waarop de burgemeester is herbenoemd, behoudens het gestelde over de geheimhouding in artikel 4.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 1 juni 2006.

De griffier, De voorzitter,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf

Publicatie is geschied op 14 juni 2006.

Deze verordening is in werking getreden op 15 juni 2006.