Organisatie | Oss |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Innemen standplaats met een woonwagen 1999 |
Citeertitel | Innemen standplaats met een woonwagen 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
de gemeenteraad van Oss heeft op 28 september 2011 besloten tot intrekking van de verordening Innemen standplaats met een woonwagen 1999
artikel 149 Gemeentewet, artikel 2 Huisvestingswet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-10-1999 | 28-09-2011 | Intrekking | 17-09-1999 Onbekend | Oss Actueel 20-10-1999 | |
28-10-1999 | 28-09-2011 | Intrekking | 17-09-1999 Onbekend | Oss Actueel 20-10-1999 | |
28-10-1999 | 28-09-2011 | Intrekking | 17-09-1999 Onbekend | Oss Actueel 20-10-1999 | |
28-10-1999 | Onbekend | 17-09-1999 Onbekend | Oss Actueel 20-10-1999 |
Verordening innemen van een standplaats met een woonwagen
In deze verordening wordt verstaan onder:
een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h van de Woningwet;
diegene die een standplaats heeft ingenomen en hiertoe beschikt over toestemming van het bestuursorgaan of bij gebreke van die toestemming de hoofdbewoner van de woonwagen.
Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt door het bestuursorgaan beoordeeld;
d.innemen van een standplaats:
het bewonen van een woonwagen op een standplaats;
een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e van de Woningwet;
een of meer bijeen gelegen, niet op naam gestelde standplaatsen voor woonwagens in de gemeente Oss.
Het bepaalde in deze verordening is van toepassing op de in de gemeente Oss gerealiseerde woonwagencentra.
Het is verboden zonder vergunning van het bestuursorgaan met een woonwagen een door de gemeenteraad aangewezen standplaats voor woonwagens in te nemen of ingenomen te hebben.
1.Degene, die in de gemeente Oss een standplaats wil innemen met een woonwagen, dient hiervoor een aanvraag in op een door het bestuursorgaan beschikbaar gesteld aanvraagformulier.De aanvrager verstrekt onverminderd het bepaalde in artikel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht bij het indienen van de aanvraag de volgende gegevens:
Het bestuursorgaan kan een vergunning voor het innemen van standplaats intrekken indien:
Het bestuursorgaan is bevoegd in gevallen waarin toepassing van deze regeling tot een uitzonderlijke hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze regeling.
Vergunningen die zijn verleend onder de werking van de “Verordening innemen van een standplaats met een woonwagen gemeente Oss 1998" en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunningen krachtens deze verordening.
Bijlage, behorende bij de verordening innemen van een standplaats met een woonwagen
uitgangspunten van het urgentiebeleid:
Er wordt onderscheid gemaakt tussen medische en sociale urgentie.
Medische urgentie: er is sprake van gezondheidsproblemen ten gevolge van een medische aandoening. Medisch is het niet verantwoord om nog zes maanden of langer in de huidige woonsituatie te blijven wonen.
Sociale urgentie: er is sprake van sociale omstandigheden in de woonsituatie die oorzaak zijn van individuele psychische problemen. Sociaal-medisch is het niet verantwoord de bestaande woonsituatie nog zes maanden of langer te laten voortduren.
Een urgentie-aanvraag heeft in de regel geen zin in de navolgende situaties:
De urgentiebepaling wordt uitgevoerd door de Gewestelijke Gezondheidsdienst te Oss. De aanvrager van de standplaats maakt zelf een afspraak, waarna zo spoedig mogelijk een gesprek plaatsvindt met de sociaal verpleegkundige.
In het gesprek met de sociaal verpleegkundige wordt de medische en/of sociale problematiek in relatie tot de woonwagen/woonwagencentrum in kaart gebracht. Indien de aanvrager reeds in behandeling is of begeleiding heeft, wordt met de behandelaar/begeleider contact opgenomen. Hiervoor wordt altijd schriftelijk toestemming gevraagd. Daarnaast kan een huisbezoek deel uitmaken van de beoordelingsprocedure. Door de GGD vindt altijd een check plaats of reeds eerder een urgentie-aanvraag is beoordeeld. Een hernieuwde aanvraag wordt in principe niet in behandeling genomen, tenzij de nieuwe woonsituatie problemen geeft. Na het gesprek wordt de -voorlopige- conclusie met de aanvrager van een standplaats besproken. Indien de eindconclusie afwijkt, wordt met de aanvrager contact opgenomen alvorens het definitieve advies wordt afgegeven.
Het advies wordt schriftelijk, binnen twee weken na aanvraag verstrekt aan de aanvrager i.c. de aanvrager van een standplaats. Met instemming van de aanvrager wordt een kopie naar de gemeente gestuurd. Het advies komt binnen de GGD tot stand na multidisciplinair overleg i.c. intercollegiale afstemming en is gericht op de urgentiecriteria:
De GGD kent een eigen klachtenprocedure.
De kosten van het GGD-advies zijn voor rekening van de aanvrager.
Periodiek vindt tussen de GGD en de gemeente een evaluatie plaats.