Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oss

Verordening Speelautomaten Oss

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oss
Officiële naam regelingVerordening Speelautomaten Oss
CiteertitelVerordening Speelautomaten Oss
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De raad van de nieuwe gemeente Oss heeft deze regeling op 02-01-2003 en op 03-01-2011 geldend verklaard voor de nieuwe gemeente Oss

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de Kansspelen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-11-1994Onbekend

28-10-1994

Onbekend

Onbekend
09-11-199423-12-2011Onbekend

28-10-1994

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: KB van 24 mei 2000 (Stb. 224);

  • c.

    speelautomaat: een automaat als bedoeld in artikel 30, sub a van de Wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een automaat als bedoeld in artikel 30, sub b van de Wet;

  • e.

    kansspelautomaat: een automaat als bedoeld in artikel 30, sub c van de Wet;

  • f.

    speelautomatenhal: een ruimte, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, lid 1 onder c van de Wet;

  • g.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een inrichting exploiteert, als bedoeld in artikel 30c, lid 1 onder e van de Wet;

  • h.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in een inrichting als bedoeld in artikel 30c, lid 1 onder c van de Wet is belast;

  • i.

    openbare weg: alle voor openbaar rij- en ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen en paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

  • j.

    inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, lid 1 sub a en b van de Wet;

  • k.

    laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, sub e van de Wet;

  • l.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, sub d van de Wet.

Hoofdstuk 2. Speelautomatenhallen.

Artikel 2.
  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen en/of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal voor het vestigen en/of exploiteren een vergunning verlenen.

  • 3. De burgemeester kan op grond van lid 2 van dit artikel vergunning verlenen voor één speelautomatenhal voor het aanwezig hebben van maximaal 90 speelautomaten.

  • 4. Een speelautomatenhal moet tenminste 150 meter gelegen zijn van scholen voor voortgezet onderwijs.

  • 5.Vervallen.

Artikel 3
  • 1. De aanvrager dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a.

      een nauwkeurig beschrijving van de speelautomatenhal, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

    • b.

      een geldig bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

    • c.

      naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de beheerder(s);

    • d.

      een verklaring waaruit eenduidig blijkt dat de aanvrager gerechtigd is over het betreffen-de pand te beschikken;

    • e.

      een verklaring omtrent het gedrag van:

      • -

        de aanvrager, dan wel indien de aanvrager een rechtspersoon is van degene(n) die de ondernemer een rechtspersoon is van degene(n) die de onderneming blijkens de statuten vertegenwoordigt/vertegenwoordigen;

      • -

        de beheerder(s).

  • 2. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in lid 1 gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken nadat dit hem is medegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 3. Indien de aanvrager van de vergunning van de in lid 2 bedoelde gelegenheid binnen de gestelde termijn geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.

Artikel 4.
  • 1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de aanvrager en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder(s) vermeld.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • b.

      de exploitatie van de speelautomatenhal.

Artikel 5.
  • 1. De vergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      het maximaal aantal te verlenen vergunningen voor vestiging en/of exploitatie van speelautomatenhallen is bereikt;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de (winkel-) )straat/ (winkel-)buurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • e.

      de vestiging en/of exploitatie van de speelautomatenhal strijdig is met het geldende bestemmingsplan dan wel een stadsvernieuwingsplan c.q. leefmilieuverordening.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid onder d.

Artikel 6.
  • 1. Indien een, overeenkomstig artikel 4, lid 2, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, lid 1 onder c genoemde bescheiden binnen acht weken een nieuwe vergunning aan te vragen.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor het vestigen en/of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen acht weken na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 7.
  • 1. De burgemeester kan de vergunning intrekken:

    • a.

      indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

    • b.

      indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is verleend zodanig zijn gewijzigd, dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 5, lid 1 onder d;

    • c.

      indien gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

    • d.

      indien de exploitatie van de speelautomatenhal voor een periode van langer dan zesentwintig weken is onderbroken;

    • e.

      op verzoek van de ondernemer.

Artikel 8.
  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal door de nieuwe ondernemer een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Gelijktijdig met het verzoek om een nieuwe vergunning dient de voormalige ondernemer een verzoek om intrekking van de bestaande vergunning in te dienen.

  • 4. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan met inachtneming van de voorschriften en beperkingen verbonden aan de nog geldende dan wel ingetrokken vergunning van de voormalige ondernemer.

Hoofdstuk 3 Hoog- en laagdrempelige inrichtingen.

Artikel 9.

Vervallen.

Artikel 10.
  • 1. In laagdrempelige inrichtingen zijn ten hoogste twee speelautomaten toegestaan, met dien verstande dat kansspelautomaten in het geheel niet zijn toegestaan.

  • 2. In hoogdrempelige inrichtingen zijn ten hoogste twee speelautomaten toegestaan, waarvan maximaal twee kansspelautomaten.

Hoofdstuk 4 Straf- en slotbepalingen.

Artikel 11.

Vervallen.

Artikel 12

.

  • a.

    Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften of geldende beperkingen wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • b.

    De opsporing van de onder a strafbaar gestelde feiten, is behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voorzover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 13.

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal of inrichting, desnoods tegen de wil van de recht-hebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 14.

Vergunningen tot het vestigen en/of exploiteren van een speelautomatenhal en aanwezigheidsvergunningen voor speelautomaten die zijn verleend vòòr de inwerkingtreding van deze verordening blijven tot hun expiratiedatum van kracht.

Artikel 15.

Vervallen

Artikel 16.

De verordening kan worden aangehaald als "Verordening Speelautomaten Oss

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 28 oktober 1994.

De gemeenteraad voornoemd,

De secretaris, De voorzitter,