Mandaatbesluit gemeente Korendijk 2008

MANDAATBESLUIT GEMEENTE KORENDIJK 2008

Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester, van de gemeente

Korendijk, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Gelet op de Gemeentewet en hoofdstuk 10, afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het gewenst is om gebruik te maken van mandatering aangezien:

-er bedrijfsmatiger, sneller en servicegerichter gehandeld wordt zodat de procedures korter

worden;

-bestuursorganen minder uitvoerend bezig behoeven te zijn, waardoor de werklast van de

bestuurders worden verlicht en er meer tijd beschikbaar is voor het sturen op hoofdlijnen

en het nemen van complexere beslissingen;

• -

  de deskundigheid in het ambtelijk apparaat kan worden benut;

• -

  de verantwoordelijkheden binnen de organisatie duidelijker tot uitdrukking komen.

BESLUITEN:

• 1.

  in te trekken het algemene mandaat- en volmachtbesluit, vastgesteld op 26 juli 2002

• 2.

  vast te stellen dat het volgende Mandaatbesluit gemeente Korendijk 2008 met de bijbehorende lijsten, van toepassing is met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarbij behorende bijlagen wordt verstaan onder:

• -

  mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

• -

  mandaatgever: een gemeentelijk bestuursorgaan of bij ondermandaat: de gemandateerde functionaris;

• -

  gemandateerde: degene die het mandaat heeft ontvangen;

• -

  gemeentelijk bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van Korendijk;

Artikel 2 Overdracht van bevoegdheden

Het uitoefenen van bevoegdheden tot het afdoen en ondertekenen van stukken, uitgaande van het gemeentelijk bestuurorgaan wordt krachtens mandaat opgedragen aan de ambtelijke organisatie, overeenkomstig de aan dit besluit gehechte mandatenlijsten en onder de navolgende bepalingen.

Artikel 3 Reikwijdte

Een door de gemandateerde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid genomen besluit geldt als een besluit van de mandaatgever

Artikel 4 Mandaatverlening aan niet ondergeschikten

De bevoegdheden waarvoor aan hen die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college of de burgemeester mandaat wordt gegeven, staan vermeld op de bij deze mandaatregeling behorende “Externe mandatenlijst”.

Artikel 5 Ondermandaat

De gemandateerde kan de aan hem gemandateerde bevoegdheid in ondermandaat geven uitsluitend bij de in de mandatenlijst daartoe aangewezen bevoegdheden en aan de daarbij genoemde functie of functionaris.

Artikel 6 Uitoefening van bevoegdheden

1.Bij de uitoefening van bevoegdheden in mandaat wordt in acht genomen wat daaromtrent wordt

gesteld in wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, beleidsregels, besluiten, aanwijzingen en

richtlijnen van wetgevers of bestuursorganen van rijk, provincie, regio en/of de gemeente Korendijk.

2.Voor de uitoefening van bevoegdheden in mandaat die financiële consequenties hebben geldt dat

daarvoor een toereikend bedrag moet zijn opgenomen in de begroting.

3.De gemandateerde pleegt overleg met de belanghebbende medewerker van een andere afdeling wanneer de betreffende zaak mede het taakgebied van een andere afdeling aangaat.

Artikel 7 Zelf uitoefenen van de gemandateerde bevoegdheid.

Onverminderd de verlening van (onder) mandaat blijft beslissing in de volgende zaken voorbehouden

aan de gemandateerde:

• 1.

  Weigering of intrekking van beschikkingen, tenzij dat in overeenstemming is met regels en richtlijnen die rechtstreeks volgen uit regelgeving of op schrift gesteld en gepubliceerd beleid, of indien de intrekking geschiedt op verzoek van de houder van de beschikking;

• 2.

  De beschikking tot het aanzeggen van bestuursdwang, en het opleggen van een dwangsom;

• 3.

  Bevoegdheden van de burgemeester terzake de handhaving van de openbare orde en de bestrijding van brand, ongevallen en rampen;

4 De beslissing op bezwaarschriften. Degene aan wie is gemandateerd is niet bevoegd te beslissen op een bezwaarschrift (uitzondering zijn de beslissingen die door de heffingsambtenaar zijn genomen). Dit blijft een bevoegdheid van de mandaatverlener. Is het primaire besluit genomen door het bestuursorgaan zelf, dan mag de bevoegdheid om te beslissen op het bezwaar niet worden gemandateerd. Dit mandaatverbod geldt zowel voor een ondergeschikte ambtenaar, als voor een lid van een collegiaal bestuursorgaan zelf;

5.Het instellen van beroep.

Daarnaast kan toepassing van het mandaatbesluit niet plaatsvinden indien:

• 1.

  Het gaat om een afwijzende beslissing;

• 2.

  Het gaat om beslissingen met bestuurlijke afwegingsruimte c.q. beleidsvrijheid;

• 3.

  Het gaat om ondertekening van in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders genomen besluiten (vermeld op de zgn. “ witte besluitenlijst” );

• 4.

  Het gaat om het vaststellen van beleidsregels;

• 5.

  Het gaat om besluiten waarbij de aard van de bevoegdheid zich tegen beslissing bij mandaat verzet

• 6.

  Het gaat om publicaties in de gemeenterubriek;

• 7.

  Het gaat om representatieve stukken;

• 8.

  Het gaat om onderwerpen ten aanzien waarvan nog geen beleid door de mandaatgever is vastgesteld, dan wel waarbij in de uitvoering nog geen bestendig beleid is ontstaan;

• 9.

  Het besluiten betreft waarmee algemeen verbindende voorschriften worden vastgesteld, dan wel

anderszins bevoegdheden betreft waarvoor ingevolge de Awb of in enig ander wettelijk voorschrift is bepaald dat mandaat niet kan worden verleend, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien;

• 10.

  Het (buiten het aangaan van een dienstverband) betreft een voordracht voor of benoeming van personen, waartoe de gemeente op grond van een specifieke regeling bevoegd is verklaard, dan wel waartoe de gemeente wordt uitgenodigd;

• 11.

  De afdoening van een zaak politieke consequenties met zich kan brengen, dan wel precedentwerking kan oproepen;

• 12.

  De afdoening van een zaak zou leiden tot strijdigheid met, c.q. afwijking van beleid, richtlijnen, algemene of bijzondere aanwijzingen van de mandaatgever, wettelijke of interne voorschriften, dan plaatsvindt zonder dat een toereikend budget voorhanden is;

• 13.

  Tijdens de voorbereidingsfase duidelijk is geworden dat tegen de te nemen beslissing bezwaar en/of beroep zal worden aangetekend;

• 14.

  Het gaat om het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met volstrekte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet;

• 15.

  Het gaat om het nemen van het beslissen op een beroepschrift;

• 16.

  Het gaat om het vernietigen van of tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan (artikel 10:3 lid 2 Awb).

Artikel 8 Volmacht en machtiging

Deze mandaatregeling is van overeenkomstige toepassing indien het college aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 9 Informatieplicht

1.De gemandateerde stelt de mandaatgever in kennis van krachtens (onder) mandaat genomen

besluiten waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming daarvan door het college of de

burgemeester van belang is.

2.De gemandateerde geeft de mandaatgever op zijn verzoek inlichtingen over de uitoefening van het (onder) mandaat.

Artikel 10 Plaatsvervanging

Bij afwezigheid van de gemandateerde wordt de bevoegdheid uitgeoefend door diens organisatorische plaatsvervanger. Dit geldt niet voor verleende ondermandaten aan medewerkers.

Artikel 11 Vervallen ondermandaat

Het ondermandaat vervalt indien:

• a.

  de mandaatgever het ondermandaat intrekt, of

• b.

  het mandaat van de mandaatgever komt te vervallen.

Artikel 12 Actualisering

• 1.

  Het managementteam doet op voordracht van de afdelingen voorstellen aan het college en de burgemeester voor aanpassing van de Mandatenlijst en de andere bij deze mandaatregeling behorende lijsten.

• 2.

  Aan het begin van ieder kalenderjaar wordt de mandatenlijst geactualiseerd.

Artikel 13 Ondertekening

Bij de uitoefening van (onder) mandaat worden stukken van het college van burgemeester en

wethouders respectievelijk de burgemeester, als volgt ondertekend:

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN KORENDIJK

Namens dezen,

Naam functionaris

Handtekening functionaris

Functieaanduiding van de (onder) gemandateerde

DE BURGEMEESTER VAN KORENDIJK

Namens deze,

Naam functionaris

Handtekening functionaris

Functieaanduiding van de (onder) gemandateerde

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van

Korendijk in de vergadering van 29 april 2008,

De secretaris de burgemeester,

A.M. Weststrate R.W.J. Melissant-Briene