Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bedum

Verordening Stimuleringsfonds voor de minima 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBedum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Stimuleringsfonds voor de minima 2007
CiteertitelVerordening Stimuleringsfonds voor de minima 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2007Nieuwe regeling

21-02-2008

Gemeenteblad, 22-2-2008

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING STIMULERINGSFONDS VOOR DE MINIMA 2007

 

 

 

De raad van de gemeente Bedum;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 januari 2008;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het wenselijk is om regels te stellen voor de verlening van bijdragen aan inwoners van de gemeente Bedum met een minimum inkomen ter bevordering van de deelname aan maatschappelijke voorzieningen;

 

b e s l u i t :

  • 1.

    in te trekken de verordening “Stimuleringsfonds voor de minima”, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 16 december 2004;

  • 2.

    vast te stellen de hierna volgende

 

VERORDENING STIMULERINGSFONDSVOOR DE MINIMA 2007

Artikel 1

 

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Het fonds:het stimuleringsfonds voor de minima.

  • b.

    Burgemeester en wethouders:het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bedum.

  • c.

    Aanvrager:de persoon die is opgenomen in basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Bedum en aldaar ook feitelijk verblijft. Waar over aanvrager gesproken wordt dient ook aanvraagster te worden gelezen.

  • d.

    Gezin:

    • -

      de in gezinsverband levende echtgenoten/partners;

    • -

      de in gezinsverband levende echtgenoten/partners met hun minderjarige kinderen;

    • -

      niet met elkaar gehuwde of geregistreerde personen die een gezamenlijke huishouding voeren.

  • e.

    Alleenstaande ouder:de vrouw/man met haar/zijn in gezinsverband levend(e) en te harer/zijnen laste komend(e) minderjarig(e) kind/kinderen.

  • f.

    Alleenstaande:de persoon van 18 jaar en ouder die geen tot zijn last komende kinderen heeft.

  • g.

    Inkomen:het netto inkomen zonder vakantiegeld, dat gelijk is aan of minder dan 120% van de bijstandsnorm zonder vakantiegeld, zoals genoemd in artikel 21 en 22 van de Wet werk en bijstand en voor de alleenstaande ouder en de alleenstaande verhoogd met de maximale toeslag, zoals genoemd in artikel 25, tweede lid van de Wet werk en bijstand.

  • h.

    Vermogen:het vermogen, zoals genoemd in artikel 34 van de Wet werk en bijstand.

  • i.

    Doelgroep:inwoners van de gemeente Bedum, aangewezen op een inkomen, zoals genoemd onder g van dit artikel.

  • j.

    Bijdrage:de uit het fonds te verstrekken tegemoetkoming.

  • k.

    Deelname aan maatschappelijke activiteiten:het gebruikmaken van of deelnemen aan activiteiten met een sociaal/cultureel, recreatief, sportief en educatief karakter.

Artikel 2

 

Doelstelling

Aan inwoners van de gemeente Bedum met een inkomen dat maximaal 120% bedraagt van de, voor de persoon toepasselijke bijstandsnorm, een bijdrage verstrekken in de kosten van deelname aan maatschappelijk activiteiten.

Artikel 3

 

Indiening van de aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om een bijdrage wordt gericht aan burgemeester en wethouders en ingediend op een daartoe bestemd aanvraagformulier.

  • 2.

    Indien een derde de aanvraag indient, dient de instemming van de aanvrager te blijken of redelijkerwijs aannemelijk te zijn.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen de aanvrager en/of degene die de aanvraag namens hem indient, in de gelegenheid de aanvraag toe te lichten.

Artikel 4

 

Aanvraagtermijn en toetsing voorwaarden

  • 1.

    Een aanvraag om een bijdrage kan, nadat de kosten zijn gemaakt, uiterlijk voor 1 februari volgend op het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft schriftelijk worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Toetsing van de voorwaarden, genoemd in deze verordening vindt plaats:

    • -

      indien de kosten in het eerste halfjaar (januari tot en met juni) van het kalenderjaar zijn gemaakt in de maand januari van dat jaar;

    • -

      indien de kosten in het tweede halfjaar (juli tot en met december) van het kalenderjaar zijn gemaakt in de maand juli van dat jaar.

Artikel 5

 

Medewerking van aanvrager aan onderzoek

  • 1.

    De aanvrager en degene die de aanvraag namens hem indient is verplicht de inlichtingen te verstrekken, welke door burgemeester en wethouders nodig worden geoordeeld.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht verstrekt de aanvrager bij zijn aanvraag de gegevens (en/of bescheiden):

    • a.

      omtrent de gezins- en huisvestingssituatie;

    • b.

      omtrent inkomen;

    • c.

      omtrent vermogen;

    • d.

      omtrent de kosten, waarvoor een bijdrage wordt gevraagd.

  • 3.

    Uit de door de aanvrager overgelegde bewijsstukken dient te blijken dat de kosten, genoemd in artikel 7 daadwerkelijk gemaakt zijn door de aanvrager zelf of zijn gezinsleden.

  • 4.

    De aanvrager is voorts verplicht inzage te verstrekken in bescheiden ter verificatie van hetgeen op het aanvraagformulier is gesteld.

  • 5.

    Indien de aanvrager niet of onvoldoende meewerkt aan het onderzoek kan de aanvraag om een bijdrage worden afgewezen.

Artikel 6

 

Inlichtingen van derden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met instemming van aanvrager zonodig aan derden inlichtingen te vragen, welke rechtstreeks verband houden met de aanvraag.

Artikel 7

 

Bijdrage activiteiten

  • 1.

    De bijdrage voor de activiteiten genoemd in artikel 2 wordt verstrekt voor de gemaakte kosten per kalenderjaar zoals:

    • 1.

      Studiekosten/cursussen en schoolactiviteiten (schoolreisjes/kampen);

    • 2.

      Bibliotheek/kosten abonnement;

    • 3.

      Verenigingen (contributie);

    • 4.

      Zwembad (alle activiteiten inclusief leszwemmen);

    • 5.

      Sociaal-culturele activiteiten (w.o. bezoek schouwburg/musea);

    • 6.

      Muziekschool;

    • 7.

      Peuterspeelzaal/ouderbijdrage;

    • 8.

      Identiteitskaart.

  • 2.

    Bij een inkomen gelijk aan of minder dan 120% van de geldende bijstandsnorm, zoals genoemd in artikel 1 onder g, betreft het een volledige bijdrage voor de activiteiten en bij een inkomen boven de 120% van de geldende bijstandsnorm bestaat er in zijn geheel geen recht meer op een bijdrage.

Artikel 8

 

Hoogte van de bijdrage per kalenderjaar

  • 1.

    Ter berekening van de maximale bijdrage van de in artikelen 2 en 7 bedoelde kosten bedraagt de vergoeding per kalenderjaar:

    • a.

      € 200,-- voor een gezinshoofd alsmede voor de bij hem of haar behorende partner;

    • b.

      € 200,-- voor een alleenstaande;

    • c.

      € 175,-- voor een thuiswonend kind in het basisonderwijs en € 175,-- voor een thuiswonend kind in het voortgezet onderwijs, waarvoor recht bestaat op een uitkering ingevolge de Algemene kinderbijslagwet en waarvan de ouder(s) recht hebben op een bijdrage uit het fonds.

  • 2.

    De totale bijdrage per kalenderjaar is gemaximeerd voor:

    • a.

      een gezin zonder kinderen op € 400,--;

    • b.

      een gezin met kinderen op € 400,-- + € 175,-- per kind;

    • c.

      een alleenstaande ouder met kinderen op € 200,-- + € 175,-- per kind;

    • d.

      een alleenstaande op € 200,--.

  • 3.

    Indien de woonsituatie van een rechthebbende in de loop van het jaar verandert, bv. wegens verhuizing of samenwoning, dan dient de vergoeding te worden vastgesteld naar rato van het aantal maanden dat iemand in Bedum woonachtig is (geweest). Een gedeelte van de maand wordt gezien als een hele maand. De inschrijving in het GBA is hierin leidend.

Artikel 9

 

Normering

Bij de vaststelling van het recht op een bijdrage wordt uitgegaan van het inkomen, zoals genoemd in artikel 1 onder letter g en het vermogen, zoals genoemd in artikel 1 onder h.

Artikel 10

 

Beslissing

De beslissing van burgemeester en wethouders op de aanvraag wordt, binnen zes weken na datum ontvangst van de aanvraag om een bijdrage, schriftelijk en met redenen omkleed meegedeeld aan de aanvrager.

Artikel 11

 

Weigeringsgronden

Een aanvraag om een bijdrage wordt, behalve op grond van hetgeen uit voorgaande artikelen voortvloeit en behoudens het bepaalde in artikel 16, onder meer geweigerd indien:

  • 1.

    de aanvrager een beroep kan doen op een voorliggende voorziening;

  • 2.

    de aanvrager in het desbetreffende kalenderjaar reeds een beroep op het fonds heeft gedaan, waarbij de maximale bijdrage is verleend.

Artikel 12

 

Terugvorderen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een met redenen omkleed besluit bepalen dat een toegekende bijdrage dient te worden terugbetaald, indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt.

Artikel 13

 

Verslag

Burgemeester en wethouders brengen jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad omtrent de uitvoering van de verordening. Bij dit verslag worden geen persoongegevens dan wel tot personen herleidbare gegevens verstrekt.

Artikel 14

 

Beslissingsbevoegdheid / nadere voorschriften

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen, waarin deze verordening niet voorziet een beslissing te nemen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van de verordening nadere voorschriften geven.

Artikel 15

 

Hardheidsclausule

In gevallen, waarin het afwijzen van de aanvraag om een bijdrage een klaarblijkelijke hardheid zou betekenen voor aanvrager, zijn burgemeester en wethouders bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 16

 

Financiële mogelijkheden

De financiële mogelijkheden van het fonds worden begrensd door het door de raad gevoteerde budget.

Artikel 17

 

Citeertitel / inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Stimuleringsfonds voor de minima 2007”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007 onder gelijktijdige intrekking van de verordening, vastgesteld op 16 december 2004.

 

Bedum, 21 februari 2008.

 

De raad voornoemd,

 

, voorzitter

 

, griffier