Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ferwerderadiel

Regeling voor het uitoefenen van nevenfuncties tijden diensttijd

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFerwerderadiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling voor het uitoefenen van nevenfuncties tijden diensttijd
CiteertitelRegeling nevenfuncties
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Circulaire 87/62, kenmerk OPZ/5678 d.d. 25 juni 1987 van het College voor Arbeidszaken van de Ver. van Ned. Gemeenten
  2. Algemeen ambtenarenreglement, artikelen D 16 en D17.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2002nieuwe regeling

09-10-2001

Geen.

Geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling voor het uitoefenen van nevenfuncties tijden diensttijd

Burgemeester en wethouders van Ferwerderadiel;

 

gelezen de circulaire 87/62, kenmerk OPZ/5678 d.d. 25 juni 1987 van het college voor arbeidszaken van de Ver. van Ned. Gemeenten en het ambtelijk advies d.d. 12 november 1987 betreffende het vaststellen van een regeling voor de uitoefening van nevenfuncties tijdens diensttijd door ambtenaren;

 

gehoord de commissie voor georganiseerd overleg;

 

gelet op de artikelen D16 en D17 van het algemeen ambtenarenreglement (A.A.R.);

 

 

besluiten:

 

 

vast te stellen de navolgende regeling:

 

Artikel 1  

 

Indien aan een ambtenaar ingevolge artikel D 16 van het algemeen ambtenarenreglement (A.A.R.) buitengewoon verlof wordt verleend voor het verrichten van nevenwerk, wordt geen bezoldiging en geen vakantie-uitkering betaald over de tijd van het verlof.

Artikel 2  

 

Het college van burgemeester en wethouders behoeft voor het verrichten van nevenwerkzaamheden tijdens diensttijd tot maximaal 10% van de werktijd van de ambtenaar geen buitengewoon verlof te verlenen en geen inhouding op de bezoldiging te plegen indien te zijner genoegen wordt aangetoond dat de tijd van het verlof binnen de, in de zgn. prikklokregeling vervatte regels en tijdens de ter gemeentesecretarie geldende kantoortijden kan worden ingehaald.

Artikel 3  

 

In voorkomende gevallen kan het college van burgemeester en wet¬houders buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging verlenen voor uitoefening van nevenfuncties tijdens diensttijd op voor¬waarde dat te zijnen genoegen wordt aangetoond dat de tijd van het verlof binnen de in de zgn. prikklokregeling vervatte regels en tijdens de ter gemeentesecretarie geldende kantoortijden kan worden ingehaald.

 

Het vorenbedoelde verlof wordt niet verleend indien het buitengewoon verlof meer bedraagt dan 10% van de werktijd van de ambtenaar.

Artikel 4  

 

Er wordt in principe geen toestemming verleend tot uitoefening van nevenfuncties tijdens uren dat de gemeentesecretarie voor publiek geopend is. Van het bovenstaande kan slechts worden afgeweken in zich daarvoor, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, lenende situaties.

Artikel 5  

 

Voor zover niet de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt aan de ambtenaar door het college van burgemeester en wethouders verlof verleend tot het vervullen van werkzaamheden, voortvloeiende uit een functie welke naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders aangemerkt kan worden als een functie in het algemeen belang, voor de vervulling waarvan de ambtenaar is gevraagd, een en ander voor zover zulks niet in vrije tijd kan plaatsvinden.

Artikel 6  

 

Indien het nevenwerk naar het oordeel van het tot verlof verle¬nen bevoegde gezag overwegend in het algemeen belang wordt verricht, dient de vermindering van de bezoldiging of het loon en van de daarover berekende vakantie-uitkering achterwege te blijven als het nevenwerk niet wordt gehonoreerd, dan wel te worden beperkt tot hetgeen de betrokkenen aan honorering uit het nevenwerk geacht kan worden te ontvangen voor de met het verlof overeenkomende tijd indien aan het nevenwerk geldelijke inkomsten of een andere in geld waardeerbare honorering zijn verbonden.

Artikel 7  

 

Voor de ambtenaar die op 1 januari 1987 reeds verlof is verleend voor het na die datum periodiek verrichten van nevenwerkzaamheden, welke ook daarvoor periodiek werden verricht, geldt een overgangstermijn van in totaal 2 jaar.

Na handhaving van de volledige bezoldiging gedurende de eerste zes maanden vindt in dat geval de vermindering van de bezoldiging als gevolg van voormelde voorschriften plaats in drie halfjaarlijkse stappen van respectievelijk 25%, 50% en 75% van die vermindering.

Artikel 8  

 

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2002 en kan worden aangehaald als ‘Regeling nevenfuncties’.

 

 

 

Ferwert, 9 oktober 2001.

 

 

 

 

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

 

 

 

 

 

mr. R.M. Kammer

mr. W. van den Berg

 

secretaris

burgemeester