Algemene Subsidie Verordening Gemeente Oss 2005

Inleidende bepalingen

• 1

  Begripsomschrijvingen

  In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.1

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht.

  • 1.2

    subsidie: een subsidie in de zin van de wet dan wel een indirecte subsidie.

  • 1.3

    de gemeente: de gemeente Oss.

  • 1.4

    het bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.

  • 1.5

    subsidieregeling:een wettelijk voorschrift dat voor bepaalde activiteiten regelt dat voor deze activiteiten subsidie kan worden verstrekt.

  • 1.6

    subsidiejaar: het kalenderjaar waarin de activiteiten met het oog waarop subsidie wordt, dan wel is, verstrekt, plaatsvinden.

  • 1.7

    subsidieperiode: de periode waarin de gesubsidieerde activiteiten plaatsvinden.

  • 1.8

    budgetovereenkomst: de overeenkomst als bedoeld in artikel 6 derde lid van deze verordening.

• 2

  Subsidies binnen en buiten de definitie gegeven in de wet

  • 2.1

    Onder exploitatiesubsidie wordt verstaan een subsidie in de zin van artikel 4:21 lid 1 van de wet.

  • 2.2

    Onder kostenverlagende indirecte subsidie wordt verstaan: de aanspraak op niet-financiële middelen, door het bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

  • 2.3

    Onder opbrengstverhogende indirecte subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door het bestuursorgaan verstrekt met het oog op de activiteiten van de aanvrager, niet anders dan, maar als betaling voor namens het bestuursorgaan aan derden geleverde goederen of diensten.

• 3

  Weigeringsgronden

  • 3.1

    Geen subsidies worden verstrekt indien de activiteiten met het oog waarop de subsidie wordt verstrekt niet toegankelijk zijn voor gehandicapten in de zin van de wet voorzieningen gehandicapten, tenzij de gehandicaptenraad geen bezwaar maakt tegen het wel verstrekken van subsidie.

  • 3.2

    Ingeval de aanvrager een vereniging is en de doelgroep van de activiteiten bestaat uit de leden van de vereniging, wordt geen subsidie verstrekt indien de statuten bepalingen bevatten die personen, huishoudens, of organisaties op een of meerdere van de in artikel 1 van de grondwet genoemde gronden uitsluiten van lidmaatschap.

  • 3.3

    Ingeval de aanvrager een stichting is, dan wel een vereniging met een doelgroep van activiteiten buiten de kring van de leden, wordt geen subsidie verstrekt indien er op grond van de statuten of anderszins het redelijk vermoeden bestaat dat de aanvrager personen, huishoudens en/of organisaties op een of meerdere gronden genoemd in artikel 1 van de grondwet uitsluit van het genieten van het product van de activiteiten.

  • 3.4

    Geen subsidie wordt verstrekt indien de activiteiten in aanmerkelijke mate van religieuze of van politieke aard zijn.

• 4

  Over indirecte subsidies

  • 4.1

    Indien naar het oordeel van het bestuursorgaan het verstrekken van een kostenverlagende indirecte subsidie de goedkoopst adequate wijze is waarop in de behoefte aan subsidie van de aanvrager kan worden voorzien, verstrekt het bestuursorgaan een kostenverlagende indirecte subsidie.

  • 4.2

    De raad bepaalt welke activiteiten gesubsidieerd worden in de vorm van een opbrengstverhogende indirecte subsidie.

• 5

  [Vervallen]

• 6

  Budgetsubsidiëring

  • 6.1

    De raad brengt activiteiten onder de titel van budgetsubsidiëring.

  • 6.2

    Alle gesubsidieerde en te subsidiëren activiteiten van door de raad te bepalen instellingen zijn gebracht onder de titel van budgetsubsidiëring.

  • 6.3

    Activiteiten niet gebracht onder de titel van budgetsubsidiëring zijn gebracht onder de titel van klassieke subsidiëring.

  • 6.4

    Voor activiteiten gebracht onder de titel van budgetsubsidiëring wordt geen subsidie verstrekt anders dan op een aanvraag die berust op een overeenkomst met het bestuursorgaan.

  • 6.5

    De overeenkomst als bedoeld in het vorige lid wordt gesloten voor onbepaalde of voor bepaalde duur.

  • 6.6

    De raad kan ten behoeve van budgetovereenkomsten algemene voorwaarden vaststellen. Onder algemene voorwaarden worden verstaan een of meer schriftelijke bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal budgetovereenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties betreffen.

• 7

  [Vervallen]

De subsidiecyclus

• 8

  De subsidieaanvraag

  • 8.1

    Onder een herhalingsaanvraag wordt verstaan de periodiek in te dienen aanvraag die voortvloeit uit een periodiek te verstrekken subsidie. Onder een open subsidieaanvraag wordt verstaan een aanvraag voor subsidie die noch op titel van een subsidieregeling, noch op titel van de vermelding van de naam van de ontvanger in de gemeente begroting, is gedaan. Onder een open subsidieaanvraag wordt tevens iedere aanvraag verstaan welk tot doel heeft de periodiek verstrekte subsidie zodanig te wijzigen dat de last voor de gemeente toeneemt.

  • 8.2

    Behoudens instellingen als bedoeld onder 6.2 , dienen ontvangers van een structureel of voor meerdere subsidieperiodes verstrekte subsidie jaarlijks een herhalingsaanvraag in. Herhalingsaanvragen worden ingediend voor 1 november van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar. Indien de aanvrager een subsidieaanvraagformulier is toegezonden wordt hiervan gebruik gemaakt.

  • 8.3

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd een latere indieningsdatum te stellen. Het college is tevens bevoegd aanvragen die na een gestelde datum zijn ingediend of inclompleet zijn in behandeling te nemen.

  • 8.4

    In geval de activiteiten in het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar of in het subsidiejaar een belangrijke wijziging hebben ondergaan dan wel zullen ondergaan, meldt de aanvrager dit bij de herhalingsaanvraag. Een belangrijke wijziging is iedere wijziging die zou kunnen leiden tot een herziening van het oorspronkelijk besluit tot het verstrekken van de subsidie.

  • 8.5

    In geval de subsidie een subsidie is die zonder voorafgaande verlening wordt vastgesteld, is de herhalingsaanvraag voorzien van tenminste een overzicht van voorzieningen en reserves, dan wel van een overzicht van de kasgelden en de bank- of girotegoeden op de op dit overzicht vermelde balansdatum en vergeleken met de voorzieningen en reserves dan wel van de kasgelden en bank- of girotegoeden op het vorige verstrekte overzicht. De toepasselijke subsidieregeling en/of de beschikking kan om meer gegevens vragen.

  • 8.6

    Open subsidieaanvragen zijn voorzien van een deugdelijke onderbouwing van

• –

  het maatschappelijk belang van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd,

• –

  de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag en

• –

  de noodzaak van het verstrekken van subsidie.

Gegeven een voldoende maatschappelijk belang om subsidieverstrekking te kunnen rechtvaardigen is er alleen dan sprake van noodzaak tot het verstrekken van subsidie indien de aanvrager niet over eigen middelen beschikt om de activiteiten te bekostigen, noch in staat geacht moet worden hiertoe eigen middelen te verwerven.

• 8.7Open subsidieaanvragen worden afgewezen in geval er naar het oordeel van het bestuursorgaan geen sprake is van een aanmerkelijk Oss belang. In geval er wel sprake is van een aanmerkelijk Oss belang én een noodzaak tot verstrekken aanwezig is, maar niet van een dringend belang, dan wordt de subsidieaanvraag in portefeuille gehouden teneinde integraal afgewogen te kunnen worden in de eerstkomende begrotingsvoorbereiding. Van het besluit de aanvraag in portefeuille te houden krijgt de aanvrager bericht. Is er sprake van een aanmerkelijk én dringend Oss belang, dan beslist het college van burgemeester en wethouders. Indien het college op de aanvraag inwilligend wil beslissen, maar daarbij geen beroep kan doen op middelen beschikbaar in de begroting, dan beslist de raad, tenzij de aanvraag zo dringend is, dat het voorleggen van het voorstel aan de raad niet mogelijk is.

• 9

  Het te verlenen bedrag aan subsidie

  • 9.1

    Het te verstrekken bedrag van de subsidie dan wel het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld, is voor subsidies op naam van de ontvanger gelijk aan het historisch bedrag van de subsidie, verhoogd met het toepasselijk accrès en verhoogd met eenmalige of tijdelijke bedragen waartoe is besloten. Voor subsidies op titel van een subsidieregeling is het te verstrekken bedrag, het bedrag dat voortvloeit uit de, onderdeel van de subsidieregeling uitmakende verdeelregeling of regeling die de hoogte van de subsidie bepaalt.

  • 9.2

    Het op grond van het vorige lid bepaalde bedrag kan worden verlaagd:

• a.

  indien de aanvraag, dan wel de herhalingsaanvraag, te laat of niet compleet is ingediend;

• b.

  indien de aanvrager naar het oordeel van burgemeester en wethouders over zodanige reserves beschikt, dat het niet redelijk is het bepaalde bedrag aan subsidie te verstrekken aan de aanvrager.

  9.3Tenzij het college anders bepaalt, geldt als het accrespercentage voor de subsidies aangevraagd op grond van een budgetovereenkomst voor 80% de percentuele stijging van de CBS-index van de CAO-lonen in de gesubsidieerde sector over het laatste jaar en voor 20% de percentuele stijging van de CBS-index alle consumentenhuishoudens over het laatste jaar. Voor de overige subsidies geldt als accrespercentage het accrespercentage dat de gemeente intern hanteert voor niet personele kosten.

• 10

  Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 10.1

    Organisaties die van de gemeente een exploitatiesubsidie ontvangen verzekeren zich deugdelijk tegen risico’s die voortzetting van de activiteiten in gevaar brengen. In het bijzonder verzekeren de organisaties zich tegen aansprakelijkheid jegens derden.

  • 10.2

    Organisaties die van de gemeente een exploitatiesubsidie ontvangen houden voorzieningen aan die naar aard en omvang overeenstemmen met hun verplichtingen en met de risico’s die samenhangen met de bijzondere aard van de activiteiten.

  • 10.3

    Organisaties houden ten laste van de exploitatiesubsidie geen voorzieningen aan die strekken tot het voldoen van wachtgeldverplichtingen of anderszins sociale plankosten voor in dienstverband werkzaam personeel zover deze verplichtingen en sociale plankosten voort kunnen vloeien uit vermindering van de subsidie.

  • 10.4

    Organisaties die van de gemeente een exploitatiesubsidie ontvangen houden geen, althans niet langdurig, algemene reserves aan die uitstijgen boven hetgeen algemeen redelijk wordt geacht ter dekking van algemene risico’s in de bedrijfsvoering.

  • 10.5

    Organisaties die van de gemeente een exploitatiesubsidie ontvangen vervreemden geen registergoederen gebruikt ten behoeve van de activiteiten met het oog waarop de subsidie is verstrekt, dan na instemming van het bestuursorgaan.

  • 10.6

    Bij liquidatie vervalt het batig saldo naar rato van het subsidieafhankelijke aandeel van de omzet aan de gemeente. Onder subsidieafhankelijk aandeel van de omzet wordt hier verstaan, de som van de door de gemeente verstrekte exploitatiesubsidies vermeerderd met de ontvangen eigen bijdragen uit de activiteiten met het oog waarop de subsidie is verstrekt, gedeeld door het totaal aan kosten. Contributies worden niet als eigen bijdragen aangemerkt.

• 11

  Bevoorschotting

  • 11.1

    Tenzij de subsidieregeling of de beschikking tot subsidieverlening anders vermeldt, worden verleende subsidies bevoorschot voor 100% van het verleende bedrag dan wel van het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 11.2

    De bevoorschotting, en bij subsidies die direct worden vastgesteld, de betaling, vindt plaats in ten hoogste vier gelijke termijnen aan het begin van elk kwartaal. De wijze van bevoorschotting dan wel van de betaling is vermeld in de subsidieregeling of in de beschikkingsbrief

• 12

  De aanvraag tot subsidievaststelling

  • 12.1

    Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven dient de subsidieaanvrager binnen zes maanden na afloop van de activiteiten dan wel binnen zes maanden na afloop van de periode waarover de subsidie is verstrekt een aanvraag tot subsidievaststelling in. De toepasselijke subsidieregeling, de budgetovereenkomst of de beschikking tot subsidieverlening kan een andere termijn noemen.

  • 12.2

    Indien een subsidievaststellingsformulier is toegezonden wordt hiervan gebruik gemaakt.

  • 12.3

    De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een activiteitenrekening, een rekening van inkomsten en uitgaven en een staat van bezittingen en schulden (balans).In geval gebruik wordt gemaakt van het subsidievaststellingsformulier en dit vermeldt dat volstaan kan worden met het beantwoorden van de in het formulier gestelde vragen, is de eerste volzin niet van toepassing.

  • 12.4

    De activiteitenrekening is steeds zodanig ingericht en voorzien van een toelichting dat het bestuursorgaan kan beoordelen of de subsidie is besteed aan de activiteiten met het oog waarop de subsidie is verstrekt.

  • 12.5

    De rekening van inkomsten en uitgaven is steeds zodanig ingericht en voorzien van een toelichting dat het bestuursorgaan inzicht krijgt in zowel het exploitatietekort als het saldo.

  • 12.6

    Tenzij de subsidieregeling of de beschikking tot subsidieverlening vermeldt dat volstaan kan worden met een goedkeurende verklaring van een kascommissie is de activiteitenrekening en de rekening van inkomsten en de staat van bezittingen en schulden voorzien van een goedkeurende verklaring van een certificeringsbevoegde accountant.

Indien de aanvraag tot subsidievaststelling te laat of incompleet wordt ingediend kan de subsidie lager worden vastgesteld dan overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 23 februari 2006

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier,drs. J.J. Braam.

De voorzitter, H.W.M. Klitsie.