Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels stadionomgevingsverboden 2007 |
Citeertitel | Beleidsregels stadionomgevingsverboden 2007 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening, art. 2.2.13
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-03-2007 | 14-02-2014 | nieuwe regeling | 12-03-2007 Gemeenteblad, 22-03-2007 | 2007/007 |
Beleidsregels stadionomgevingsverboden 2007
Ter voorkoming en bestrijding van openbare ordeverstoringen bij voetbalwedstrijden kan een persoon die de openbare orde in het stadion of in de omgeving van het stadion heeft verstoord en daarvoor een privaatrechtelijk stadionverbod heeft gekregen (indien aan de onderstaande voorwaarden daarvoor is voldaan) tevens een bestuursrechtelijk stadionomgevingsverbod door de burgemeester worden opgelegd. Het verbod kan ook worden opgelegd aan een persoon aan wie een strafrechtelijk stadionverbod is opgelegd.
Voor zover een stadionomgevingsverbod wordt opgelegd als aanvulling op een strafrechtelijk stadionverbod of wegens verstoring van de openbare orde zonder dat dit heeft geleid tot het opleggen van een (privaatrechtelijk dan wel strafrechtelijk) stadionverbod, zullen bij het opleggen van een stadionomgevingsverbod deze beleidsregels analoog worden toegepast.
Op deze wijze wordt het supporters die zich schuldig hebben gemaakt aan ordeverstorend gedrag onmogelijk gemaakt zich in of rond het stadion op te houden. Zodoende kan een toekomstige openbare ordeverstoring voorkomen worden.
Juridisch kader stadionomgevingsverbod
Op grond van artikel 2.2.13 van de APV kan de burgermeester in het belang van de openbare orde aan een persoon schriftelijk het verbod opleggen zich op te houden in de omgeving van het stadion vanaf drie uur voor het vastgestelde aanvangtijdstip tot drie uur na afloop van voetbalwedstrijden. Het verbod geldt voor een bepaalde periode en is niet langer dan twee jaar.
Onder de omgeving van het RKC WAALWIJK-stadion wordt verstaan het gebied dat wordt omsloten door de Akkerlaan – v.d. Merwedelaan – Ambrosiusweg – Burgermeester Smeelelaan – de Coubertinlaan – Akkerlaan. De bepaling van het gebied is ingegeven door de problemen die zich met name voordoen bij de aan- en afvoer van supporters waarbij zich op bepaalde vaste plekken knelpunten voordoen.
Indien de persoon aan wie het stadionomgevingsverbod gegeven wordt in het gebied woont of werkt waarvoor het stadionomgevingsverbod geldt, wordt het gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft naar en van zijn woning of werklocatie.
De burgemeester kan overgaan tot het stadionomgevingsverbod, nadat is vast komen te staan dat de persoon de openbare orde in het stadion of in de omgeving van het stadion heeft verstoord op de dag dat een wedstrijd door de organisator wordt gespeeld.
Wanneer door de KNVB of de BVO RKC WAALWIJK aan bezoekers van wedstrijden van RKC WAALWIJK een stadionverbod is opgelegd wordt daarvan kennis gegeven aan de politie. De politie stelt de burgemeester hiervan in kennis. De burgemeester kan vervolgens, binnen tien weken na het opleggen van het stadionverbod, een stadionomgevingsverbod opleggen.
In de beschikking wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak het stadionomgevinsverbod geldt en op grond van welke feiten een stadionomgevingsverbod wordt opgelegd.
Als wordt overwogen aan een persoon een stadionomgevingsverbod op te leggen, wordt deze in de gelegenheid gesteld mondeling, dan wel schriftelijk zijn of haar zienswijze hieromtrent naar voren te brengen.
Of naast een stadionverbod tevens een stadionomgevingsverbod wordt opgelegd hangt af van de ernst van de gedraging. Niet elke gedraging waarvoor een stadionverbod wordt opgelegd noodzaakt immers in het kader van de bescherming van de openbare orde tot het opleggen van een stadionomgevingsverbod. Wanneer wordt besloten tot het opleggen van een stadionomgevingsverbod correspondeert de duur van het verbod in beginsel met de duur van het stadionverbod volgens de “Richtlijn termijn stadionverbod” van de KNVB. Er kan door de burgemeester van de termijnen worden afgeweken indien er omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. De afwijking dient te worden gemotiveerd.
De oplegging van een stadionomgevingsverbod is een beschikking waartegen bezwaar kan worden gemaakt bij de burgemeester en vervolgens beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter. De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.
Een stadionomgevingsverbod geldt voor een bepaalde termijn en derhalve voor alle wedstrijden, ongeacht het risicoprofiel van die wedstrijden, in dat tijdvak.
Wanneer door de KNVB of RKC WAALWIJK wordt besloten tot oplegging van een voorwaardelijk stadionverbod wordt daarbij aansluitend eveneens een voorwaardelijk stadionomgevingsverbod opgelegd.
In onderstaand schema wordt weergegeven wanneer en voor hoelang er een stadion- (afgekort SV) en stadionomgevingsverbod (afgekort SOV) wordt opgelegd.