Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel subsidieverstrekking verhuis- en inrichtingskosten bij woningverbeteringprojecten |
Citeertitel | Beleidsregel subsidieverstrekking verhuis- en inrichtingskosten bij woningverbeteringprojecten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
wettelijke grondslag vervallen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2003 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 17-12-2002 Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 42 | B&W besluit van 17 december 2002 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
Beleidsregelsubsidieverstrekkingverhuis-en inrichtingskostenbijwoningverbeteringprojecten
(collegebesluit van 17 december 2002)
Burgemeester en wethouders van Utrecht;
overwegende dat zij krachtens de Algemene subsidieverordening 2002
bevoegd zijn tot de verstrekking van subsidies;
dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies ter tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting bij woning- verbeteringprojecten in het kader van de stedelijke vernieuwing;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en op de Algemene subsidieverordening 2002;
BELEIDSREGEL subsidieverstrekking verhuis- en inrichtingskosten bij woningverbeteringprojecten
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
woningverbetering: het treffen van voorzieningen aan woonruim- te, waardoor het woongerief wordt verhoogd, al dan niet in combinatie met onderhoud, waarbij geldt dat er sprake is van een kos- tenbedrag dat, per plan, gemiddeld tenmin- ste EUR 24.050,00 bedraagt indien de woonruimte in bezit is van een toegelaten instelling, respectievelijk EUR 9.075,60 indien de woonruimte in bezit is van een particulie- re verhuurder;
verbeterkosten: als verbeterkosten voor het uitvoeren van woningverbetering aan woonruimten worden aangemerkt:
kosten, zijnde aanneemsom inclusief BTW, welke aanvullend op de onder 1 genoemde kosten voor rekening van de verhuurder komen en welke aantoon- baar aan een bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken geregistreer- de aannemer voor de uitvoering van gelijktijdig verrichte woningverbetering zijn voldaan;
tegemoetkoming: de financiële subsidie die op basis van deze beleidsregel eenmalig toegekend wordt aan een huurder voor de kosten van eventuele bij woningverbetering onvermijdelijk aange- richte schade en voor kosten van een noodzakelijke verhuizing en/of herinrichting ten- gevolge van het uitvoeren van woningverbe tering.
Artikel 2 Doel van de subsidie
Het doel van de subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is het eenmalig toekennen van een tegemoetkoming aan huurders voor de kosten van eventuele bij woningverbetering onvermijdelijk aangerichte schade en voor kosten van een noodzakelijke verhuizing en/of herinrichting tengevolge van het uitvoeren van woningverbetering.
Op de subsidie ten behoeve van verhuis- en inrichtingskosten kan een beroep gedaan worden door natuurlijke personen die huurder zijn bij woningverbete- ringprojecten in het kader van de stedelijke vernieuwing.
Artikel 4 Subsidietermijn en -grondslag
Artikel 5 Toekenningvoorwaarden tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten met betrekking tot woningen, inclusief wooneenheden
Onverminderd het bepaalde in artikel 10 kunnen burgemeester en wet- houders, met inachtneming van datgene wat in deze beleidsregel wordt bepaald, een tegemoetkoming aan huurders verstrekken, indien particu- liere woningverbetering wordt uitgevoerd binnen de actiegebieden zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld.
Deze inschrijving moet in ieder geval al een half jaar gelden. Onder peil- datum wordt verstaan:
a.in geval van woningverbetering in onbewoonde toestand: de
datum waarop een woningverbeteringbesluit door burgemeester en wethouders tot het starten van de planontwikkeling is genomen, of een namens hen genomen besluit tot een andere nader te bepalen datum;
de woonruimte in bezit is van een particuliere verhuurder en de minimale verbeterkosten EUR 9.075,00 bedragen.
Indien aan de huurder voor hetzelfde doel, doch uit andere hoofde een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten wordt verstrekt, dan wel door de gemeente kan worden gevorderd, wordt geen tege- moetkoming ingevolge deze beleidsregel verstrekt c.q. is hierop een aanvulling mogelijk tot maximaal de bedragen zoals bepaald in artikel 6 van deze beleidsregel.
Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming.
De tegemoetkoming vanwege woningverbetering bedraagt:
EUR 2.382,00 per huurder van een zelfstandige woonruimte indien er sprake is van verhuizen naar een wisselwoning en terugkeer naar de verbeterde woning; EUR 567,00 per huurder van een onzelfstandige wooneenheid indien er sprake is van verhuizen naar een wisselwoning en terugkeer naar de verbeterde onzelfstandige wooneenheid;
Artikel 7 Aanvraag en beslissing
Op de aanvraag wordt binnen acht weken na ontvangst beslist, mits het aanvraagformulier volledig is ingevuld en van de gevraagde bijlagen voorzien én alle voor de afhandeling van de aanvraag benodigde gege- vens betreffende het renovatieproject ontvangen zijn. Deze periode van acht weken kan nog eens met acht weken verlengd worden. Deze ver- lenging dient aan de huurder worden meegedeeld en met redenen te zijn omkleed.
Indien de aanvrager niet of onvoldoende gebruik heeft gemaakt van de in het derde lid genoemde gelegenheid dan kunnen burgemeester en wethouders besluiten de behandeling van de aanvraag te staken en de aanvraag te seponeren, van welke beslissing zij de aanvrager zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen.
1.a. De toegelaten instelling dient bij burgemeester en wethouders een formeel verzoek in tot uitbetaling. Dit verzoek dient te worden inge- diend namens bestuur c.q. directeur. Burgemeester en wethouders geven na toetsing en akkoordbevinding een machtiging aan de toe- gelaten instelling.
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat op de start- datum van het project 75% van het gevraagde budget is overge- maakt aan de toegelaten instelling. De toegelaten instelling maakt de vergoeding giraal over aan de huurders.
Binnen twaalf weken na voltooiing van de werkzaamheden dient de toegelaten instelling een overzichtslijst van uitbetalingen plus een gewaarmerkte accountantsverklaring te overleggen aan burge- meester en wethouders.
Na ontvangst van de accountantsverklaring volgt de afrekening van het complex.
De laatste uitbetaling aan een toegelaten instelling geschiedt maxi- maal 24 weken nadat de laatste woning van het project, waarvoor de beschikking is afgegeven, is opgeleverd en/of verlaten.
de tegemoetkoming van EUR 1.475,00 (zelfstandige woonruimte) of EUR 374,00 (onzelfstandige woonruimte) voor huurders die (als- nog) besluiten terug te keren naar de plaatsvervangende nieuw- bouw wordt uitbetaald op grond van een nieuwe aanvraag. Deze aanvraag dient de huurder bij burgemeester en wethouders in te dienen.
In geval van verstrekking van onjuiste gegevens door de aanvrager van de tegemoetkoming, die van invloed zijn geweest op de toekenning of de hoogte van een tegemoetkoming, zijn burgemeester en wethouders gerechtigd tot de terugvordering van de tegemoetkoming of een deel ervan. De aanvrager is verplicht op de eerste aanzegging van burgemeester en wethouders de ten onrechte ontvangen tegemoetkoming te restitueren.
Artikel 10 Bijzondere bepalingen
Indien een woonruimte na de peildatum als bedoeld in deze beleidsre- gel is ontruimd, maar voorafgaande aan verbetering opnieuw wordt betrokken, wordt ter zake van de volgende ontruimingen in die periode geen tegemoetkoming verstrekt. Deze bepaling geldt gedurende vijf jaren te rekenen vanaf de peildatum voorafgaande aan de eerste ontrui- ming.
Voor een tegemoetkoming komt niet in aanmerking een huurder, aan wie een woonruimte is verhuurd door middel van een der huurovereen- komsten, genoemd in artikel 1623a van het Burgerlijk Wetboek of op wie artikel 15 van de Leegstandswet van toepassing is. Recht op een tegemoetkoming ontstaat, zodra de periode, als aangeduid in de laatste zin van het vorige lid, is verstreken.
Artikel 11 Vaststelling en reservering van het budget
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.5 van de Algemene subsidieverorde- ning 2002 wordt op grond van artikel 2.4 van de Algemene subsidieverorde- ning in samenhang met de beleidsregel Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing jaarlijks het subsidieplafond per deelbudget vastgesteld inzake stedelijke bewonersondersteuning.
De secretaris, De burgemeester,
Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf
Bekendmaking is geschied op 2 januari 2003.
Deze beleidsregel is in werking getreden op 1 januari 2003.
BIJLAGEBEHORENDBIJGEMEENTEBLADVANUTRECHT2002,NR.42
Checklist activiteiten versus tegemoetkoming herinrichtingskosten
Voor de verschillende tegemoetkomingen voor verhuis- en herinrichtingskos- ten bij woningverbetering/groot onderhoud is per subsidiecategorie een opsomming gemaakt van de voor deze regeling in aanmerking komende activiteiten.