Organisatie | Rijnwaarden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reductieverordening gemeente Rijnwaarden |
Citeertitel | Reductieverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | bijstand |
Geen
Gemeentewet, artikel 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2009 | Nieuwe regeling | 19-05-2009 Rijnwaarden Post, 27-05-2009 | 2009.3441 |
Om in aanmerking te kunnen komen voor de in deze verordening vermelde tegemoetkomingen mag het inkomen van het huishouden, waartoe de aanvrager behoort, op het moment van aanvragen niet hoger zijn dan 110% van de voor het huishouden geldende bijstandsnorm.
Het vermogen mag niet meer zijn dan de wettelijke WWB-vermogensgrens.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een tegemoetkoming op grond van de verordening als genoemd in artikel 8 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze Reductieverordening gemeente Rijnwaarden nog niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze Reductieverordening gemeente Rijnwaarden toegepast.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden definities gegeven van voor deze verordening belangrijke begrippen
Artikel 2 Kosten van deelname aan sociale en culturele activiteiten
Deze regeling is bedoeld om mensen met een inkomen gelijk aan of lager dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm te stimuleren om deel te nemen aan sociale/culturele activiteiten ter voorkoming van sociale uitsluiting. In de bijlage (zie hieronder) van de verordening is een overzicht gegeven van de verschillende vergoedingen. Voor deze kosten kan geen aanspraak gemaakt worden op bijzondere bijstand.
Deze verordening geldt in dat kader als een voorliggende voorziening.
Artikel 3 De inkomens- en vermogenstoets
Met betrekking tot de inkomenstoets is gekozen voor 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm als maximum.
Voor de vermogenstoets is ervoor gekozen om deze analoog vast te stellen aan de wettelijke normen als bedoelt in de WWB. Hiermee wordt bereikt dat de aanvrager eerst deels zijn vermogen aanspreekt, voordat hij reductie aanvraagt. Daarmee wordt de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt sterker benadrukt.
Ieder persoon van 18 jaar of ouder kan zelf de aanvraag voor een tegemoetkoming ingevolge deze verordening in te dienen. De aanvraag moet schriftelijk worden ingediend via een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Bij de aanvraag moet een betaalbewijs gevoegd worden.
De regels van de Algemene wet bestuursrecht zijn onverkort van kracht bij de behandeling van de aanvragen.
Aanvragen die na 1 februari van het kalenderjaar volgend op het jaar waarover wordt aangevraagd, worden ingediend, worden niet meer in behandeling genomen.
Indien door de aanvrager geen, onvolledige of onjuiste inlichtingen zijn verstrekt, dan wel door een andere reden ten onrechte een tegemoetkoming op grond van deze verordening is verstrekt, kan de tegemoetkoming worden teruggevorderd.
Dit artikel maakt het mogelijk de tegemoetkomingen te indexeren.
Dit artikel bepaalt dat het college in bijzondere gevallen kan afwijken van het gestelde in deze verordening. Uiteraard kan dit afwijken op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het rechtszekerheidsbeginsel, alleen ten gunste van de aanvrager.
Artikel 8 Intrekking oude regeling
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Nu de verordening geen bepalingen kent waardoor aanvragers in een nadeliger positie komen ten opzichte van de voorheen geldende regeling geldt de hoofdregel van het overgangsrecht, te weten onmiddellijke werking.
Dit artikel behoeft geen toelichting.