Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Utrecht (Utr)

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecommunicatiekabels

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Utrecht (Utr)
Officiële naam regelingVerordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecommunicatiekabels
CiteertitelTelecommunicatieverordening Utrecht 2000
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpopenbare werken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Met betrekking tot de intrekking wordt het volgende opgemerkt:

  • 1.

    De Telecommunicatieverordening Utrecht 2000 (Gemeenteblad van Utrecht 2000, nr. 8) blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening van 2008 een melding is gedaan op grond van de verordening Telecommunicatieverordening Utrecht 2000 maar waarop op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening van 2008 nog niet was beslist, wordt daarop de verordening van 2008 toegepast.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-02-200017-07-2008nieuwe regeling

10-02-2000

Gemeenteblad van Utrecht 2000, nr. 8

Raadsvoorstel 2000, nr. 48

Tekst van de regeling

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecommunicatiekabels

(raadsbesluit van 10 februari 2000).

De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 24 januari 2000

Besluit

vast te stellen de volgende

VERORDENING inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecommunicatiekabels.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet : Telecommunicatiewet;

  • b.

    openbaar telecommuni-

catienetwerk : telecommunicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder g, van de wet;

  • c.

    omroepnetwerk : omroepnetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder o, van de wet;

  • d.

    kabels : kabels, genoemd in artikel 1.1, onder r, van de wet;

  • e.

    openbare gronden : openbare wegen en wateren, als genoemd in artikel 1.1, onder s, van de wet;

  • f.

    aanbieder : aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een omroepnetwerk;

  • g.

    werkzaamheden : werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een open-baar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in en op openbare gronden;

  • h.

    gedoogplichtige : degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;

  • i.

    college : college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    melding : melding als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, aanhef en onder a, van de wet;

  • k.

    instemmingsbesluit : besluit van het college als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, aanhef

    en onder b, van de wet.

Artikel 2 Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden

Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college.

Artikel 3 Melding werkzaamheden

  • 1.

    Voor de melding maakt de aanbieder gebruik van een daartoe door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Bij de melding verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit afgegeven registratie;

    • b.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel in eigendom heeft, degene die de kabel beheert en degene die de kabel exploiteert;

    • d.

      een opgave van de soort kabel en het beoogde gebruik;

    • e.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beë indiging en de aard van de werkzaamheden;

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        een opgave van het gewenste tracé , aangegeven op de grootschalige basiskaart van Utrecht, schaal 1:500;

      • -

        een verslag van het overleg met andere aanbieders, omtrent de mogelijkheid van een geheel of gedeeltelijk gecombineerde aanleg en/of gecombineerd gebruik;

      • -

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen;

      • -

        de doorsnede van de kabel of kabelgoot;

      • -

        de lengte en breedte van de kabelsleuf;

      • -

        de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beë indiging van de werkzaamheden;

      • -

        naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaan nemers(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van

een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

4.Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de melding worden verstrekt.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1.

    Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de:

    • a.

      openbare orde;

    • b.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • c.

      de bruikbaarheid van de openbare gronden;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • f.

      de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • g.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen.

  • 2.

    Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

  • 3.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de staat van voorwaarden behorende bij de toestemming.

Artikel 5 Zakelijk karakter instemmingsbesluit

Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.

Artikel 6 Melding wijziging

De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 7 Overgangsbepaling

De aanwezigheid van kabels en kabelwerken in of op openbare gronden, voorzover deze zijn aangelegd met toepassing van hoofdstuk VI van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, dient door de aanbieders binnen een jaar na inwerkingtreding van deze verordening te worden gemeld aan het college via het aanmeldingsformulier als genoemd in artikel 3, tweede lid.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking treedt in werking met ingang van de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening

Utrecht 2000.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 10

februari 2000.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. A. Vermeulen Mr. A.H. Brouwer-Korf

Publicatie is geschied op 15 februari 2000. Dit aanwijzingsbesluit is in werking getreden op 23 februari 2000.