Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht (Utr)

Verordening op de woonadviescommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht (Utr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de woonadviescommissie
CiteertitelVerordening op de woonadviescommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbouwen en wonen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-02-2000nieuwe regeling

13-01-2000

Gemeenteblad van Utrecht 2000, nr. 5

Raadsvoorstel 2000, nr. 11

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Woonadviescommissie

(raadsbesluit van 13 januari 2000)

De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 20 december 1999

Besluit

vast te stellen de volgende

VERORDENING op de Woonadviescommissie

 

Titel 1

Hoofdstuk 1

Samenstelling van de commissie

Artikel 1

  • 1.

    De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van organisaties die belangen behartigen voor woonconsumenten, dan wel door vertegenwoordigers van organisaties die deze belangen bewaken, een voorzitter, en voorts uit een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de volgende organisaties:

–de VAC (Vrouwenadviescommissie voor de Woningbouw);

–het COSBO-stad Utrecht (Centraal Overleg ouderenbonden in de stad Utrecht);

–het SOLGU (Stedelijk Overleg Lichamelijk Gehandicapten Utrecht);

–de Politie;

–de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst;

–SJHU (ad hoc);

–Milieucentrum Utrecht.

Deze organisaties zijn in de commissie vertegenwoordigd met één persoon, met uitzondering van de VAC, die door twee personen in de commissie vertegenwoordigd is.

3.De in het tweede lid genoemde organisaties kunnen worden aangevuld met vertegenwoordigers van deskundige organisaties, dan wel met personen die beroepsmatig of op basis van aantoonbare professionaliteit de belangen van woonconsumenten behartigen, tot een maximum van elf (exclusief de voorzitter en secretaris), bestaande uit maximaal zeven vertegenwoordigers van organisaties en maximaal vier personen die

beroepsmatig of op basis van aantoonbare professionaliteit kunnen worden benoemd.

4.De in het derde lid bedoelde aanvullingen worden op voordracht van de voorzitter, gehoord de commissie, door burgemeester en wethouders benoemd. Personen worden voor een periode van twee jaar benoemd en zijn onmiddellijk herbenoembaar voor nog één zittingsperiode van twee jaar.

Deze termijnen gelden ook voor de voorzitter.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders benoemen, gehoord de commissie, een voorzitter en secretaris.

  • 6.

    De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 7.

    Het benoemingsvoorstel voor de voorzitter wordt aan burgemeester en wethouders uitgebracht door de directeur van de Dienst Stadsontwikkeling.

  • 8.

    De directeur van de Dienst Stadsontwikkeling draagt zorg voor de benoeming van een plaatsvervangend secretaris.

Hoofdstuk II

Taak van de commissie

Artikel 2

  • 1.

    De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders desgevraagd van advies te dienen, c.q. te informeren over zaken welke op de gebruikskwaliteit en duurzaamheid van woningen en openbare ruimte betrekking hebben in de stad Utrecht.

  • 2.

    Dienaangaande brengt de commissie middels verslaglegging adviezen uit aan burgemeester en wethouders over de voorlopige en definitieve ontwerpfase van plannen van woningbouw en openbare ruimte, alsmede de stedenbouwkundige verkavelingsmodellen, waarbij de gemeente Utrecht is betrokken, zowel vanuit sociaal oogpunt als vanuit de markt.

  • 3.

    De commissie adviseert aan burgemeester en wethouders over beleidsvoorstellen die betrekking hebben op het invullen van de gebruikskwaliteit en duurzaamheid van woningen en de openbare ruimte.

  • 4.

    De commissie heeft het recht desgewenst eigener beweging aan burgemeester en wethouders en de gemeentelijke diensten van haar inzichten te doen blijken in aangelegenheden, die de gebruikskwaliteit en duurzaamheid betreffen.

Artikel 3

  • 1.

    Bij het beoordelen van een in handen van de commissie gesteld plan wordt onderzocht of een plan, zowel het grote geheel als de details, vanuit een perspectief van gebruikskwaliteit en duurzaamheid al of niet aanvaardbaar is.

  • 2.

    Bij het beoordelen van de gebruikskwaliteit en duurzaamheid van het plan wordt acht geslagen op de volgende aspecten:

–materialen;

–maatvoering;

–organisatie van ruimten;

–aanwezigheid van voorzieningen;

–milieuaspecten.

3.De commissie houdt bij haar beoordeling rekening met de checklist integrale kwaliteit en met de criteria die door het gemeentebestuur zijn vastgesteld in vorm van beleidsnota's, verordeningen, richtlijnen, convenanten en gemeentelijke randvoorwaarden.

Hoofdstuk III

Taken secretaris en voorzitter

Artikel 4

  • 1.

    De commissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door een ambtelijk secretaris die organisatorisch gepositioneerd is bij de afdeling Algemene Zaken van de Dienst Stadsontwikkeling.

  • 2.

    De oproeping tot de vergadering van de commissie geschiedt door de secretaris, met dien verstande dat elke vertegenwoordiger of persoon, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste drie werkdagen voor de vergaderdatum daarvan kennis heeft kunnen nemen.

  • 3.

    Een organisatie, dan wel een persoon, die verhinderd is een vergadering bij te wonen doet daarvan tijdig mededeling aan de secretaris.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor het agenderen en informeren aan de commissie over de plannen die op de agenda van de vergadering staan, alsmede die krachtens mandaat, reces van de commissie, of wegens spoed door de secretaris zijn afgehandeld en/of waarover is geadviseerd.

  • 5.

    De geagendeerde plannen worden tenminste elf dagen voor de vergadering in zesvoud ingeleverd bij de secretaris van de commissie.

  • 6.

    De secretaris draagt er zorg voor dat de betrokken opdrachtgever en gemeentelijk betrokkenen een agenda en uitnodiging tot het bijwonen van de vergadering krijgen toegezonden.

  • 7.

    De voorzitter heeft tot taak de vergaderingen van de commissie voor te zitten.

  • 8.

    De secretaris vertegenwoordigt de commissie bij het coördinatieteam Openbare Ruimte, adviesgroep veiligheid van het projectbureau Leidsche Rijn en de stuurgroep WSO,

  • 9.

    De secretaris onderhoudt namens de commissie de contacten binnen de gemeente en met derden.

  • 10.

    De secretaris en voorzitter dragen zorg voor het beleid inzake de ontwikkeling van de commissie, alsmede de werkwijze van de commissie.

Hoofdstuk IV

Werkwijze van de commissie

Artikel 5

  • 1.

    De commissie streeft er naar eenmaal per veertien dagen op een vaste door haar te bepalen dag te vergaderen.

  • 2.

    De commissie vergadert verder zo dikwijls dit naar het oordeel van de secretaris, en in overleg met de voorzitter, in verband met de te behandelen zaken noodzakelijk is, of zulks door tenminste drie vertegenwoordigers, dan wel personen, onder opgaaf van redenen wordt verzocht.

  • 3.

    De commissie is tweemaal per jaar, op nader te bepalen data, op reces.

  • 4.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

Artikel 6

De commissie is bevoegd tot het vaststellen van een advies, indien de voorzitter (of plaats-vervangend) en tenminste vier van de in artikel 1, tweede lid genoemde organisaties aanwezig zijn.

Artikel 7

  • 1.

    Alle adviezen worden schriftelijk uitgebracht bij wijze van een verslag en zo spoedig mogelijk aan burgemeester en wethouders toegezonden.

  • 2.

    Het schriftelijke advies moet in ieder geval bevatten:

    • a.

      een advies van de commissie;

    • b.

      een aanduiding van het adres dan wel het gebied waarop het advies betrekking heeft;

    • c.

      een opgave van de eventuele bedenkingen waar door verbetering in tegemoet kan worden gekomen.

Artikel 8

  • 1.

    De commissie kan de secretaris/voorzitter machtigen namens de commissie over bepaalde zaken te adviseren. Het mandaat moet blijken uit het advies.

  • 2.

    De secretaris/voorzitter is gemachtigd namens de commissie vooroverleg te voeren met opdrachtgevers en derden belanghebbenden.

  • 3.

    De commissie kan één of meerdere vertegenwoordigers, personen, dan wel de secretaris of voorzitter machtigen namens de commissie deel te nemen in projectof beleidsontwikkelingsteams, workshops, jury's die oordelen over prijsvragen dan wel andersoortige werkgroepen en rechtspersonen, een en ander voorzover de werkzaamheden verband houden met het werkterrein van de commissie.

  • 4.

    De commissie kan met betrekking tot de machtigingen, bedoeld in dit artikel richtlijnen geven, waaraan de gemachtigden gehouden zijn te voldoen.

Artikel 9

  • 1.

    Van het in de vergaderingen van de commissie verhandelde worden notulen bijgehouden. Daarbij zal onderscheid worden gemaakt tussen de stad Utrecht en het Project Leidsche Rijn Utrecht.

  • 2.

    De adviezen van de commissie worden in de concept-notulen opgenomen. Deze concept-notulen worden door de commissie in de eerst volgende vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De vastgestelde notulen worden onverwijld toegezonden aan burgemeester en wethouders, aan gemeentelijk betrokkenen en eventueel aan de betrokken opdrachtgever.

  • 4.

    De vastgestelde notulen dan wel een uittreksel daaruit worden verder aan andere personen of rechtspersonen verstrekt, indien daarom wordt verzocht.

Titel II

Algemene bepalingen

Artikel 10

Indien de commissie voor de advisering over een bepaalde zaak aanvullende

(niet-) ambtelijke deskundigheid behoeft, dan zal de directeur van de Dienst Stadsontwikkeling er zorg voor dragen dat deze deskundigen de commissie bijstaan en zo nodig daartoe de vergadering bijwonen.

Artikel 11

Personen die beroepsmatig of op basis van aantoonbare professionaliteit, zoals bedoeld in het derde lid van artikel 1, zijn benoemd, alsmede niet-ambtelijke deskundigen, kunnen voor het bijwonen van de vergaderingen alsmede voor het namens de commissie verrichten van werk-zaamheden een door burgemeester en wethouders nader vast te stellen vergoeding ontvangen.

Artikel 12

In de eerste drie maanden van elk jaar brengt de commissie aan burgemeester en wethouders een beknopt verslag uit van haar handelingen over het afgelopen jaar.

Artikel 13

De commissie is bevoegd omtrent punten, waarin deze bepalingen niet voorzien, een werkregeling vast te stellen welke, evenals de wijzigingen en aanvullingen daarvan, door burgemeester en wethouders moet worden goedgekeurd.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na afkondiging.

Artikel 15

Deze verordening kan worden aangehaald als: de Verordening op de

Woonadviescommissie.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 13

januari 2000.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. A. Vermeulen Mr. A.H. Brouwer-Korf

Publicatie is geschied op 1 februari 2000. Deze verordening is in werking getreden op 9 februari 2000.