Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Utrecht 2002 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Utrecht 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling wordt vervangen door de Verordening leerlingenvervoer 2009.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-08-2009 | 05-08-2009 | intrekking | 11-06-2009 Gemeenteblad van Utrecht, 2009, 37 | Raadsvoorstel jaargang 2009, nr. 60 | |
15-07-2002 | 05-08-2009 | nieuwe regeling | 16-05-2002 Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 10 | Raadsvoorstel 2002, nr. 96 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
Verordeningleerlingenvervoergemeente Utrecht2002.
(raadsbesluit van 16 mei 2002)
De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 24 april 2002
1.in te trekken de Verordening leerlingenvervoer gemeente Utrecht
(Gemeenteblad van Utrecht 2001, nr. 20) en
VERORDENING leerlingenvervoer gemeente Utrecht 2002.
In deze verordening wordt verstaan onder:
-een school voor speciaal voortgezet onderwijs bedoeld in deel 11 van de Wet op het voortgezet onderwijs
een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);
vervoer:openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het activiteitenplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
reistijd:de totale reistijd die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst van de woning;
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school,
voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;
zover het aldus bepaalde kalenderjaar betreft een jaar na 2000, het ingevolge de Wet inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2001, nr. 1) vastgestelde verzamelinkomen;
in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;
ambulante begeleiding:de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;
Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke vergoeding van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering van of nalatigheid in
de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.
Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 9, 13, 20 of 26 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door
de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.
b.met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop de bekostiging wordt verstrekt niet ligt vó ó r de datum van ontvangst door het college.
Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling
Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 10 en artikel 14 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
De aanspraak op bekostiging ingevolge titel 4 en 5 wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.
Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van basisscholen
Artikel 9 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school een basisschool bezoekt, bekostiging op basis van openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.
Artikel 10 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 9, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien de leerling jonger dan negen jaar is en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Indien een begeleider meer dan éé n leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van é é n begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Artikel 11 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer Het college verstrekt in uitzonderingsgevallen bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstands-criterium van artikel 9.
Artikel 12 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigd het college aan de ouders die meer dan éé n leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Titel 3: Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van speciale scholen voor basisonderwijs
Artikel 13 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 2 km bedraagt.
Artikel 14 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 13, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan twaalf jaar is en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 15 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 13 en:
de leerling, naar het oordeel van het college, is aangewezen op het openbaar vervoer met begeleiding, doch wanneer door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is, of
Artikel 16 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Artikel 17 Bekostiging voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:
Artikel 18 Permanente commissie leerlingenzorg
Artikel 19 Bekostiging vervoerskosten
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 13, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.
Titel 4 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor speciaal onderwijs
Artikel 20 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan twee kilometer bedraagt.
Artikel 21 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 20, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 22 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer Het college verstrekt bekostiging op basis van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 20 en:
de leerling, naar het oordeel van het college, is aangewezen op het openbaar vervoer met begeleiding, doch wanneer door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is, of
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan éé n leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Artikel 24 Commissie voor de begeleiding
Artikel 25 Bekostiging vervoerskosten
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 20 indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.
Titel 5 Bepalingen omtrent vervoer van de leerlingen van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs
Artikel 26 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer
Artikel 27 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 26, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 28 Bekostiging op basis van do kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel
de leerling, naar het oordeel van het college, is aangewezen op het openbaar vervoer met begeleiding, doch wanneer door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is, of
Artikel 29 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Aan de ouders die éé n of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
Artikel 30 Commissie voor de begeleiding
Artikel 31 Vergoeding vervoerskosten
Het college kent eveneens een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan ouders van de leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 26, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.
Titel 6 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 32 Bekostiging kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan in de gemeente wonende ouders.
Het college bekostigt desgewenst de kosten van weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van door hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.
Artikel 33 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeinde vervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid, bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schooiplan van de school die de leerling bezoekt.
Titel 7 Drempelbedrag en vergoeding naar financiële draagkracht
1.Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan
EUR 17.700,00 wordt slechts een bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling van het openbaar vervoer over de in artikel 9 bepaalde afstand te boven gaan.
Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan EUR 17.700,00.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone- indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
afgerond op een veelvoud van EUR 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van EUR 17.700,00.
5.Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel 8 een vervoersvoorziening is verstrekt.
Artikel 35 Financiële draagkracht
Ingeval het college in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financië le draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar verzamel inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomensbelasting 1964 en bedragen:
Inkomen in EUR per 1 januari 2002 Eigen bijdrage in EUR per 1 januari 2002
Bij EUR 45.400,00 wordt de eigen bijdrage opgehoogd met EUR 300,00 en verder steeds met dit bedrag per EUR 4.500,00 extra inkomen.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van EUR 500,00.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van
6.Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel 8 een vervoersvoorziening is verstrekt.
Titel 8 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs.
Artikel 36 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van een leerling die een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken.
Artikel 37 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap en die op ander vervoer dan openbaar vervoer is aangewezen.
Artikel 38 Bekostiging op basis van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Artikel 39 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 40 Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van onderzoek, de regionale verwijzingscommissie en eventueel andere deskundigen.
1.Voor een leerling als bedoeld in titel 8 voor wie in het schooljaar 2001-
2002 krachtens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.
2.Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerweg-ondersteunend, praktijkonderwijs of een orthopedagogisch en -didactisch centrum, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan vier kilometer bedraagt.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 8, waarin ze is gepubliceerd.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Utrecht 2002.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op
De secretaris, De burgemeester,
Drs. A.A.H. Smits (loco-secretaris) Mr. A.H. Brouwer-Korf