Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Utrecht (Utr)

Verordening op de raadscommissies 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Utrecht (Utr)
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies 2002
CiteertitelVerordening op de raadscommissies 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpbestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200325-02-2010art. 2, 4 t/m 7, 21

31-10-2002

Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 17

Raadsvoorstel 2002, nr. 204

Tekst van de regeling

Paragraaf 1

Hetaantal,debenamingendetaakvandevasteraadscommissies

Artikel 2

De vaste raadscommissies als bedoeld in artikel 1 zijn de volgende:

  • -

    de commissie Stedelijke Ontwikkeling;

  • -

    de commissie Verkeer en Beheer;

  • -

    de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling;

  • -

    de commissie Bestuur en Veiligheid.

Artikel 3 VERVALLEN

Artikel 4 Commissie Stedelijke Ontwikkeling

Aan de commissie voor Stedelijke Ontwikkeling is opgedragen de besluitvorming voor te bereiden betreffende:

• Ruimtelijke Ordening;

• Wonen;

• Integrale Stadsvernieuwing;

• Groenuitleg;

• Water;

• Stationsgebied;

• Leidsche Rijn;

• Agrarische Zaken;

• Grondzaken en

• Regiozaken.

Artikel 5 Commissie Verkeer en Beheer

Aan de commissie Verkeer en Beheer is opgedragen de besluitvorming voor te bereiden betreffende:

• Verkeer en Vervoer;

• Milieu;

• Energie;

• Openbare Ruimte;

• Duurzame ontwikkeling;

• Monumenten;

• Museumkwartier;

• Economische Zaken en

• Toerisme.

Artikel 6 Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling

Aan de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling is opgedragen de besluitvorming voor te bereiden betreffende:

• Sociale Zaken;

• Sociale vernieuwing;

• Maatschappelijke Opvang;

• Verslavingszorg;

• Gezondheidszorg;

• Cultuur;

• Sport en Recreatie;

• Emancipatie;

• Kinderopvang;

• Vrijwilligers en Jongerenwerk;

• Maatschappelijke diensten hulpverlening en

• Onderwijs;

• Bibliotheek.

Artikel 7 Commissie Bestuur en Veiligheid

Aan de commissie Bestuur en Veiligheid is opgedragen de besluitvorming voor te bereiden betreffende:

• Openbare Orde en Veiligheid;

• Politie;

• Brandweer;

• Burgerzaken;

• Algemene Zaken;

• Communicatie en Bestuursinformatie;

• Juridische Zaken;

• Financiën en Personeel;

• Rekenkamer;

• Organisatie en Informatie;

• Wijkgericht werken;

• Wijken Integrale Veiligheid;

• Grotestedenbeleid;

• Internationale Samenwerking;

• Bestuurlijke Vernieuwing en

• Automatisering.

Paragraaf 2

Desamenstellingendewerkwijzevandevasteraadscommissies

Artikel 8: Samenstelling commissie

  • 1.

    Elke commissie bestaat uit:

    • a.

      een voorzitter, door de raad uit zijn midden aan te wijzen en

    • b.

      een plaatsvervangend voorzitter, door de raad uit zijn midden aan te wijzen en

    • c.

      in principe twee leden per fractie of groep, door de raad uit zijn midden aan te wijzen.

  • 2.

    De raad kan per fractie of groep éé n plaatsvervangend lid uit zijn midden aanwijzen, die alleen kan optreden als een commissielid van zijn/haar fractie of groep niet ter vergadering aanwezig is.

  • 3.

    Bij verhindering van het plaatsvervangend lid is artikel 30 van deze verordening van toepassing.

  • 4.

    Ingeval van een gecombineerde vergadering van twee of meer commissies bepalen de betrokken voorzitters wie als voorzitter zal optreden.

  • 5.

    De voorzitter is belast met:

    • -

      advisering aan het presidium inzake de agenda

    • -

      het leiden van de vergadering;

    • -

      het handhaven van de orde

    • -

      het geven van gelegenheid aan de leden hun mening kenbaar te maken betreffende het aan de orde gestelde onderwerp;

    • -

      het formuleren van de door de vergadering te beslissen mondelinge vraagpunten;

    • -

      het mededelen van de uitslag van de stemmingen en

    • -

      wat deze verordening hem/haar opdraagt.

Artikel 9: Uitnodiging collegeleden

De vergadering van elke commissie wordt op uitnodiging van de raad door éé n of meer leden van het college respectievelijk de burgemeester bijgewoond en aan de beraadslagingen aldaar mag met adviserende stem worden deelgenomen.

Artikel 10: Bevoegdheden commissie

  • 1.

    Elke commissie is bevoegd adviezen en inlichtingen te vragen aan de ambtenaren, die bij de gemeente Utrecht zijn aangesteld.

  • 2.

    Elke commissie is bevoegd adviezen en inlichtingen te vragen aan de ondernemingsraad, ingesteld voor de takken van dienst, waarover haar werkkring zich uitstrekt, met dien verstande dat het bepaalde in het eerste lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 3.

    De ambtenaren zijn verplicht, daartoe door de voorzitter opgeroepen, de vergadering van de commissie bij te wonen en desgewenst adviezen en inlichtingen te geven.

  • 4.

    De oproeping geschiedt door de voorzitter, hetzij eigener beweging, hetzij op verlangen der commissie.

  • 5.

    De adviezen of de inlichtingen worden desverlangd schriftelijk gegeven.

  • 6.

    Elke commissie is bevoegd deskundigen buiten het gemeentepersoneel te raadplegen en aan haar beraadslagingen over een bepaalde zaak met adviserende stem te doen deelnemen. Indien hiermee kosten zijn gemoeid wordt eerst overlegd met het presidium.

Artikel 11: Gebruik hulpmiddelen

  • 1.

    In commissievergaderingen kan door elk der leden gebruik worden gemaakt van hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen moeten ten opzichte van het gesproken woord een ondersteunende functie hebben.

  • 2.

    Van de in het eerste lid genoemde bevoegdheid kan geen gebruik worden gemaakt, dan nadat van tevoren overleg is gepleegd met de voorzitter.

Artikel 12: Behandeling in één of meer commissies

  • 1.

    In de regel wordt een zaak in éé n commissie behandeld. Een zaak die de werkkring van meer dan éé n commissie raakt, kan aan het oordeel van meer dan é é n commissie onderworpen worden, hetzij in afzonderlijke, hetzij in gecombineerde vergaderingen.

  • 2.

    Een zaak vallende buiten de werking van de commissies, kan worden onderworpen aan het oordeel van de commissie, wier werkkring zij uit haar aard het meest nabij komt.

Artikel 13: Oordeel commissie

  • 1.

    Elke commissie doet haar oordeel kennen, hetzij door het overleggen van de notulen van haar vergaderingen, hetzij door een afzonderlijk, door voorzitter en secretaris ondertekend, rapport of advies.

  • 2.

    De notulen van commissievergaderingen zijn zo spoedig mogelijk publiekelijk beschikbaar in conceptvorm. Indien een onderwerp dat deel heeft uitgemaakt van de beraadslagingen binnen vier weken op de raadsagenda is opgevoerd wordt over dat deel van de beraadslagingen tijdig de conceptnotulen publiek gemaakt.

  • 3.

    Een eenvoudig gunstig advies, zonder meer, kan ook aangetekend worden op een aan het oordeel van een commissie onderworpen stuk, mits gewaarmerkt door voorzitter en secretaris.

  • 4.

    De voorzitter kan, na consent met het presidium, in bijzondere gevallen, eventueel na een verzoek van burgemeester en wethouders, besluiten de leden schriftelijk te raadplegen. Wanneer dit geschiedt, worden de stukken mede ter openbare kennis gebracht met inachtneming van het bepaalde in artikel 19, eerste lid.

  • 5.

    Indien schriftelijke afdoening bij éé n of meer leden op bezwaar stuit, geschiedt de behandeling van het betreffende stuk in een vergadering.

In het geval van schriftelijk raadplegen, dienen de betreffende stukken in de eerstvolgende vergadering alsnog ter vaststelling aan de orde te worden gesteld.

Artikel 14: Dag en tijdstip van de vergaderingen

  • 1.

    Elke commissie houdt als regel éé n vergadering in elke maand, op een dag door haar ten bepalen dag, aanvang 14.00 uur.

  • 2.

    Bestaat een vergadering uit meer dan een zitting dan vangt de middagzitting in de regel aan om 14.00 uur en eindigt om 17.30 uur. De avondzitting begint dan om 20.00 uur en eindigt om 23.00 uur.

  • 3.

    Om bijzondere redenen, bijvoorbeeld als punten na een middagzitting en avondzitting onbehandeld zijn, kan van het bepaalde in het eerste en tweede lid worden afgeweken.

  • 4.

    Ontvangt de voorzitter een verzoek van tenminste drie leden om een vergadering te beleggen, dan heeft die vergadering zo spoedig mogelijk plaats.

Artikel 15: Agenda

  • 1.

    De oproeping tot een vergadering geschiedt door of namens de voorzitter, met opgave van de te behandelen onderwerpen, en -hetzij in spoedeisende gevallentenminste veertien dagen te voren.

  • 2.

    De wethouders respectievelijk de burgemeester ontvangen, met inachtneming van dezelfde termijn, een opgave van de te houden vergadering en van de aldaar te behandelen onderwerpen. Indien hun aanwezigheid is vereist ontvangen zij een expliciete uitnodiging van de voorzitter hiertoe.

  • 3.

    Het gestelde in tweede lid is ook van toepassing op ambtenaren voor zover zij belang hebben bij kennis van de vergadering.

  • 4.

    Met uitzondering van bijzondere spoedeisende zaken en van zaken van bijzonder eenvoudige aard, worden in een vergadering geen zaken behandeld, waarvan de leden van de commissie niet vooraf kennis hebben kunnen nemen.

Artikel 16: Quorum

  • 1.

    Een commissievergadering wordt niet gehouden als niet blijkens de presentielijst, behalve de voorzitter tenminste drie leden uit drie verschillende fracties, tezamen minimaal 50% van het getal zitting hebbende raadsleden vormende, aanwezig zijn. Wanneer tengevolge van de toepassing van deze bepaling een vergadering geen doorgang heeft gevonden, wordt binnen twee weken een nieuwe vergadering gehouden, ongeacht het aantal dan opgekomen leden. In deze vergadering worden uitsluitend onderwerpen behandeld die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

  • 2.

    Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de gewogen meerderheid vereist van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 3.

    Ingeval een gecombineerde vergadering van twee of meer commissies is belegd, wordt deze vergadering niet gehouden als niet blijkens de presentielijst, behalve de voorzitter, tenminste drie leden uit drie verschillende fracties, tezamen minimaal 50% van het getal zitting hebbende raadsleden vormende, aanwezig zijn.

Wanneer tengevolge van de toepassing van deze bepaling een vergadering geen doorgang heeft gevonden wordt er binnen twee weken een nieuwe vergadering gehouden, ongeacht het aantal dan opgekomen leden. In deze vergadering worden uitsluitend de onderwerpen behandeld die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

4.Indien in een gecombineerde vergadering wordt gestemd, komt de besluitvorming per commissie tot stand met inachtneming van het tweede lid.

Artikel 17: Hoorzitting

  • 1.

    Elke commissie is bevoegd een hoorzitting te houden.

  • 2.

    Onder een hoorzitting wordt verstaan: een zitting die op initiatief van een commissie wordt gehouden, teneinde belanghebbenden en/of belangstellenden bij bepaalde voorgenomen plannen of maatregelen in de gelegenheid te stellen daarover hun mening kenbaar te maken en met de commissie van gedachten te wisselen.

Paragraaf 3

Regelen,betrekkinghebbendopallevasteraadscommissies

Artikel 18: Zittingsduur commissie

  • 1.

    De zittingsduur van de leden van een commissie is, behoudens de bepalingen van het tweede en het derde lid, gelijk aan het tijdvak gedurende hetwelk zij zitting hebben als leden van de raad.

  • 2.

    Een lid van een commissie kan tussentijds aftreden, van welk feit hij mededeling doet aan de voorzitter van de raad.

  • 3.

    Indien buitengewone omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de raad tussentijds een commissie ontbinden en opnieuw samenstellen.

  • 4.

    Het derde lid vindt geen toepassing dan nadat de raad in een vergadering tenminste veertien dagen tevoren gehouden, heeft verklaard, dat buitengewone omstandigheden in de zin van deze bepaling zich voordoen.

  • 5.

    De gewone tijd ter verkiezing van de leden van een commissie is de vergadering waarin de raad ingevolge de Kieswet voor de eerste maal bijeenkomt in het jaar, waarin de verkiezing van de leden van de raad

heeft plaatsgehad.

  • 6.

    Een lid, dat benoemd wordt ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is verkozen moest aftreden.

  • 7.

    Hetgeen in deze verordening is bepaald omtrent de leden van de commissies is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de plaatsvervangende leden.

Artikel 19: Notulen

  • 1.

    De commissies vergaderen in het openbaar. In bijzondere situaties, als het openbaar belang zich verzet tegen een openbare behandeling van een onderwerp of een particulier onevenredig zou worden bevoordeeld of geschaad, kan de commissie gemotiveerd in beslotenheid vergaderen.

  • 2.

    Vergaderen in beslotenheid kan op voorstel van de voorzitter, de commissie of wethouders respectievelijk de burgemeester geschieden.

  • 3.

    Wanneer een commissie in het openbaar vergadert kan zij op verzoek van tenminste twee leden besluiten tot een besloten vergadering indien blijkt dat een der omstandigheden als in het eerste lid genoemd, zich voordoet.

  • 4.

    De notulen van hetgeen openbaar is behandeld, zijn openbaar. Ten aanzien van stukken, die ter behandeling in een besloten vergadering zijn overgelegd, het verhandelde in en de notulen in een besloten vergadering is voor wat de geheimhouding betreft artikelen 11 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Utrecht van toepassing, met dien verstande dat in de plaats van de raad de betreffende commissie treedt en de geheimhouding niet geldt tegenover raadsleden, de burgemeester, wethouders, raadsgriffier en gemeentesecretaris. Evenmin zijn laatstbedoelde notulen geheim voor de bij een besloten vergadering aanwezige andere personen voor zover betreft de verslaggeving van die onderdelen, waarvan deze personen de behandeling hebben bijgewoond. De commissie, besloten bijeen zijnde, kan om redenen van algemeen belang met algemene stemmen besluiten, dat van de in die vergadering behandelde beknopte notulen, dan wel genomen conclusies openbaar worden gemaakt.

Artikel 20 VERVALLEN

Artikel 21: De griffier

Vanuit het bureau Griffie Gemeenteraad Utrecht wordt zorg gedragen voor voldoende (secretariële) ondersteuning van de commissie.

Artikel 22: Toehoorders

  • 1.

    Indien een toehoorder in een openbare vergadering van een vaste commissie het woord wenst te voeren ter toelichting van zijn/haar zienswijze op een aan de orde zijnd agendapunt, doet hij/zij daartoe een verzoek bij de griffie tot uiterlijk éé n uur voor aanvang van de vergadering aan de voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter beslist op dit verzoek.

  • 3.

    Een toehoorder die het woord wenst te voeren, kan in maximaal twee instanties, doch in totaal niet langer dan 4 minuten, zijn/haar zienswijze kenbaar maken.

Artikel 23: Plaatsvervangers

In de artikelen 18, 19 en 29 worden onder de leden van een commissie voor zoveel nodig mede begrepen de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de plaatsvervangende leden.

Afdeling II

DE BESTUURSCOMMISSIES

Artikel 24: Samenstelling

Samenstelling en werkwijze

  • 1.

    De leden van de bestuurscommissies worden door de raad benoemd, tenzij bij enig voorschrift een andere regeling is getroffen.

  • 2.

    De leden wijzen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan, tenzij bij enig ander voorschrift dan wel bij het besluit tot instelling der commissie is bepaald dat de functie van voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter door een derde zal worden bekleed. Indien de voorzitter respectievelijk de plaatsvervangend voorzitter geen lid van de commissie is, heeft daarin een adviserende stem.

  • 3.

    Een commissie, als bedoeld in het eerste lid, bestaat uit ten hoogste twee leden per fractie of groep. Voor elk lid kan een plaatsvervangend lid door de raad worden benoemd. Elke commissie stelt in het bijzonder de bevoegdheden van haar plaatsvervangende leden vast. Een commissie als bedoeld in het eerste lid, wordt zo zij het verlangt, bijgestaan door de raadsgriffier.

Artikel 25: Bevoegdheden bestuurscommissie

1.Met betrekking tot het vragen van inlichtingen door een commissie als bedoeld in artikel 24, eerste lid aan ambtenaren der gemeente is artikel

10 van overeenkomstige toepassing.

2.Aan andere deskundigen buiten het gemeentepersoneel kunnen door de commissie inlichtingen worden gevraagd, indien de raad bij het instellen van de commissie daartoe besloten heeft.

Artikel 26: De griffier

Met betrekking tot de vergaderingen van een commissie als bedoeld in artikel

24, eerste lid, is artikel 21 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 27: Toehoorders

Met betrekking tot het horen van publiek in een openbare vergadering van een commissie als bedoeld in artikel 24, eerste lid, is artikel 22 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 28: Hoorzitting

Met betrekking tot het houden van een hoorzitting, is artikel 17 van overeenkomstige toepassing.

Afdeling III

REGELEN BETREKKING HEBBEND OP ALLE RAADSCOMMISSIES

Artikel 29: Presentielijst

Ten bewijze van hun aanwezigheid ter vergadering van een commissie tekenen de leden een presentielijst.

Artikel 30: Fractiemedewerkers

  • 1.

    Bij afwezigheid van enig (plaatsvervangend) commissielid van een fractie of groep bij een commissievergadering, is elk ander lid van een fractie of groep of een fractiemedewerker van een fractie of groep bevoegd kort en bondig namens zijn/haar fractie of groep het standpunt te vertolken en informatieve vragen te stellen, als ware hij/zij lid van de commissie.

  • 2.

    De fractiemedewerker die als plaatsvervanger optreedt is hiertoe via een openbare registratie door de Raad bevoegd verklaard alleen in die commissie waar de registratie voor is gedaan, als plaatsvervanger op te treden.

  • 3.

    In bijzonder gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in het tweede lid afwijken.

Artikel 31: Fractiemedewerkers in besloten vergadering

Tenzij anders wordt beslist, hebben de fractiemedewerkers toegang tot de besloten vergadering, tenzij artikel 4, derde lid van het Reglement op de fractiemedewerkers toepassing vindt.

Artikel 32

Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, worden de wijzen van werken van een commissie en de orde der vergaderingen ingericht naar de regelen, voor overeenstemmende gevallen, gesteld in de Gemeentewet en in het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Utrecht.

Afdeling IV

SLOTEN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 33

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze bekend gemaakt is.

  • 2.

    Op die datum vervalt de Verordening op de raadscommissies 2000, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 januari 2001 (Gemeenteblad van Utrecht 2001, nr. 12), en nadien gewijzigd.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op

7 maart 2002

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmakingisgeschiedop13maart2002.

Dezeverordeningisinwerkinggetredenop14maart2002.