Spaarloonregeling gemeente Diemen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

ambtenaar:

de ambtenaar in de zin van de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;

spaarloon:

bedragen die gelden als spaarloon in de zin van de"Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen" (Staatsblad 573, 1993);

de bank:

de bank waarmee de gemeente een overeenkomst ter zake van de uitvoering van deze regeling heeft gesloten waarin iedere ambtenaar een individuele overeenkomst kan onderbrengen;

spaarloonrekening:

een -in beginsel- geblokkeerde bankrekening bij de bank;

tegenrekening:

een bank- of girorekening, niet zijnde een spaarloonrekening, ten name van de ambtenaar bij de bank of een andere financiële instelling;

aanvraagformulier:

het formulier waarmee de ambtenaar zich bij de bank aanmeldt als deelnemer in de spaarloonregeling en dat bij acceptatie door de bank geld als overeenkomst tussen de ambtenaar en de bank;

machtiging:

een door burgemeester en wethouders vast te stellen formulier waarmee de ambtenaar de gemeente machtigt spaarloon bedragen op zijn/haar bruto salaris in te houden en over te maken aan de bank ter bijboeking op zijn/haar spaarloonrekening;

• 1.

  De ambtenaar heeft de mogelijkheid jaarlijks een bedrag als spaarloon op zijn/haar bruto salaris te laten inhouden en door de gemeente te laten overboeken op een spaarloonrekening, een en ander met inachtneming van de bepalingen van de "Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen".

• 2.

  De jaarlijkse inhouding kan nooit meer bedragen dan het voor ieder afzonderlijk jaar bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen bedrag.

• 1.

  De gemeente sluit met een bank een overeenkomst waaronder de uitvoering van de in het vorig artikel bedoelde spaarvorm voor de ambtenaren kan worden gerealiseerd.

• 2.

  Indien de ambtenaar gebruik wenst te maken van de mogelijkheid tot sparen, dan sluit hij hiertoe met de bank een individuele overeenkomst op basis van de in het vorig lid bedoelde overeenkomst. Hij/zij zendt hiertoe - via de gemeente - een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier aan de bank toe. Een copie van dit formulier wordt opgeslagen bij de gemeente. Gelijktijdig met de inzending van het aanvraagformulier verleent de ambtenaar de gemeente een machtiging als bedoeld in artikel 1.

• 1.

  Bij de aanmelding als deelnemer geeft de ambtenaar aan voor welk bedrag per jaar hij/zij wenst deel te nemen en in hoeveel termijnen dit bedrag op zijn/haar salaris en/of vakantietoelage dient te worden ingehouden. Wijziging in het jaarlijks spaarbedrag en de inhoudingstermijnen kan tweemaal per jaar plaatsvinden, te weten in de maand januari en in de maand juli. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van een daarvoor door de bank dan wel door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier

De inhouding van het spaarloon gaat in in de maand volgend op die waarin van de bank bericht van acceptatie is ontvangen.

• 1.

  De over enig jaar ingehouden spaarloonbedragen zijn vier jaar na het einde van dat jaar vrij opneembaar.

• 2.

  Tussentijdse opname van spaarloonbedragen is, op grond van de "Uitvoeringsregeling werknemers spaarregelingen en winstdelingsregelingen", loon ingevolge de Wet op de loonbelasting 1964 en de Coördinatiewet Sociale Verzekering. De gemeente pleegt op de betreffende bedragen de uit dien hoofde verplichte inhoudingen.

• 3.

  Uitzondering op het in het vorig lid gestelde vormt tussentijdse opname ten behoeve van:

de aankoop van een voor een woning die hoofdverblijf is, door de werknemer en/of echtgenoot/partner.Hieronder valt ook de betaling voor de verkrijging van een appartementsrecht. De aankoop vaan een tweede woning valt er niet onder;

ter voldoening van premies of koopsommen verschuldigd in verband met een overeenkomst van levensverzekering

betreffende:

• a.

  een lijfrenteverzekering of

• b.

  een kapitaal sverzekering of

belegging van effecten

voor zover de levensverzekering of de effecten onbezwaard deel uitblijven maken van het eigen vermogen van de ambtenaar of diens (huwelijks)partner en ook overigens wordt voldaan aan de voorwaarden volgens de in het vorig lid bedoelde uitvoeringsregeling en die volgens de overeenkomst en het reglement van de bank; de start van onderneming die de werknemer voor eigen rekening drijft; de opname van onbetaald of gedeeltelijk onbetaald verlof; de financiering van bepaalde studiekosten.

• 1.

  Opname van op de spaarloonrekening uitstaande bedragen kan alleen geschieden met gebruikmaking van de daarvoor door de bank ter beschikking gestelde formulieren. De opname kan niet door een ander dan de ambtenaar geschieden.

• 2.

  Opnames gaan in eerste instantie ten laste van vrij opneembare bedragen. Vervolgens gaan zij ten laste van de laatst ingelegde bedragen.

• 1.

  Bij beëindiging van de dienstbetrekking, ook door overlijden van de ambtenaar, eindigt de overeenkomst tussen de ambtenaar en de bank. Zij eindigt eveneens door opzegging door één van beide partijen. Ten aanzien van opzegging zijn de terzake door de bank gestelde voorwaarden van toepassing.

• 2.

  Bij beëindiging van de overeenkomst wordt de spaarloonrekening opgeheven en komen de daarop uitstaande bedragen ter beschikking van de ambtenaar dan wel diens erfgenamen. Voor zover zij op het moment van beëindiging van de overeenkomst nog geen vier jaar hebben uitgestaan, zijn deze bedragen loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 en de Coördinatiewet sociale verzekering. De gemeente pleegt op de betreffende bedragen de uit dien hoofde verplichte inhoudingen

• 1.

  Wanneer de overeenkomst tussen de gemeente en de bank eindigt en deze wordt niet verlengd, dan eindigen per gelijke datum alle individuele overeenkomsten tussen ambtenaren en de bank.

• 2.

  Wanneer de gemeente aansluitend eenzelfde overeenkomst aangaat met een andere bank, dan ook weer aan te duiden als "de bank", dan kan de ambtenaar op gelijke voet weer een overeenkomst sluiten met die bank, zonder enig verlies van rechten. Dit op voorwaarde, dat alle uitstaande bedragen aan spaarloon in de nieuwe overeenkomst worden ondergebracht door de ambtenaar en dat het beheer van de onder aanwending van spaarloon aangekochte effecten mee wordt overgedragen. Brengt de ambtenaar uitstaande bedragen aan spaarloon en de effecten niet onder in een nieuwe overeenkomst, dan komt het totaal daarvan ter vrije beschikking. De totale waarde - voor zover het bedragen betreft die nog geen vier jaar hebben uitgestaan - is alsdan aan te merken als loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 en de Coördinatiewet sociale verzekering. De gemeente zal alsdan de voorgeschreven inhoudingen plegen, rekening houdend met het aantal jaren dat de onderscheiden bedragen hebben uitgestaan.

• 3.

  Wanneer de overeenkomst tussen de gemeente en de bank eindigt en deze wordt niet verlengd, noch wordt elders een overeenkomst aangegaan, dan eindigt per gelijke datum de werking van deze regeling. Uitstaande bedragen aan spaarloon en effecten, aangekocht met aanwending van bedragen aan spaarloon, komen op dat moment ter beschikking van de ambtenaar en zijn - voor zover zij niet reeds vier jaar hebben uitgestaan - als loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 en de Coördinatiewet sociale verzekering aan te merken. De gemeente neemt in dit geval de voorgeschreven inhoudingen voor zijn rekening. Eindigt de overeenkomst ten gevolge van een wettelijke maatregel, dan zal worden gehandeld naar de bepalingen die de betreffende wet stelt.

Dit reglement werkt vanaf de datum van inwerkingtreding terug tot 1 januari 1994.

Dit reglement kan worden aangehaald als "Spaarloonregeling gemeente Diemen".