Artikel 1 Doel
De raadscommissie voor de wijk heeft tot doel het verkleinen van de afstand
tussen politiek en burger alsmede de raad te adviseren over het proces van
totstandkoming van en de voortgang in, de uitvoering van het
wijkprogramma.
Afdeling I
DE RAADSCOMMISSIES VOOR DE WIJKEN
Paragraaf 1
Het aantal, de benaming en de taak van de raadscommissies voor de
wijken
Artikel 2 Aantal en benaming
De raadscommissies voor de wijken als bedoeld in artikel 1 zijn de
volgende:
- 1.
de raadscommissie voor de wijk West;
- 2.
de raadscommissie voor de wijk Noordwest;
- 3.
de raadscommissie voor de wijk Overvecht;
- 4.
de raadscommissie voor de wijk Noordoost;
- 5.
de raadscommissie voor de wijk Oost;
- 6.
de raadscommissie voor de wijk Binnenstad;
- 7.
de raadscommissie voor de wijk Zuid;
- 8.
de raadscommissie voor de wijk Zuidwest;
- 9.
de raadscommissie voor de wijk Leidsche Rijn en
- 10.
de raadscommissie voor de wijk Vleuten-De Meern.
Artikel 3 Functies
De raadscommissie voor de wijk heeft de volgende functies
- 1.
ogen en oren van de raad;
- 2.
het controleren van de wijkwethouder;
- 3.
het bewaken van het proces van totstandkoming van het
wijkprogramma;
- 4.
het bewaken van de uitvoering van het wijkprogramma;
- 5.
het adviseren over het Recht van Initiatief als het college heeft
besloten de besluitvorming over te dragen aan de wijkwethouder,
zoals genoemd in de artikelen 5 en 6 van de Regeling Recht van
Initiatief voor Inwoners (Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr.
7).
- 6.
het onderhouden van contacten met wijkbewoners en belanghebbenden in
de wijk.
Paragraaf 2
De samenstelling en de werkwijze van de raadscommissies voor de wijken
Artikel 4 Samenstelling
- 1.
Elke raadscommissie bestaat uit:
- a.
een voorzitter, door de raad uit haar midden aan te wijzen,
en
- b.
maximaal elf leden (raadsleden of plaatsvervangende leden),
door de raad uit haar midden aan te wijzen dan wel uit de
verkiezingsgroslijst, afkomstig uit alle fracties
vertegenwoordigd in de raad. De leden wonen bij voorkeur in
de wijk waarvoor de raadscommissie is ingesteld,
- c.
een plaatsvervangend voorzitter die in de eerste vergadering
van de raadscommissie uit haar midden wordt gekozen.
- 2.
De voorzitter is belast met:
- -
het samenstellen van de agenda;
- -
leiden van de vergadering;
- -
het handhaven van de orde;
- -
het geven van gelegenheid aan de leden, aan wijkbewoners en
belanghebbenden hun mening kenbaar te maken betreffende het
aan de orde gestelde onderwerp;
- -
het formuleren van de door de vergadering te beslissen
mondelinge vraagpunten en
- -
het mededelen van de uitslag van de stemmingen.
- 3.
Aan iedere commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd. De
ambtelijk secretaris is belast met:
- -
het in overleg met de voorzitter voorbereiden van de
vergadering;
- -
de zorg voor de notulen van de vergadering;
- -
de uitvoering van de in de vergadering afgesproken
actiepunten;
- -
het aankondigen van de vergadering en het versturen van
stukken en verslagen en
- -
het versturen van de vergaderagenda ter kennisname aan
het
Presidium van de raad.
Artikel 5 Aantal vergaderingen, tijdstip en wijze van vergaderen
- 1.
De raadscommissie vergadert minimaal drie keer per jaar en verder zo
vaak als de voorzitter of tenminste drie leden van de raadscommissie
dit nodig achten.
- 2.
De raadscommissie vergadert in het openbaar, tenzij het openbaar
belang zich daartegen verzet of een particulier belang onevenredig
zou worden bevoordeeld of geschaad. Artikel 19 van de Verordening op
de raadscommissies 2002 (Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 3) is
van overeenkomstige toepassing.
- 3.
De vergadering vindt in de avonduren plaats op een locatie in de
wijk en duurt maximaal drie uren.
Artikel 6 Deelname van de leden aan de vergadering
- 1.
Ieder ter vergadering komend lid tekent onmiddellijk na aankomst in
de vergaderzaal de presentielijst.
- 2.
Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen geeft daarvan
voor het begin van de vergadering kennis aan de ambtelijk
secretaris.
- 3.
De Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden en
commissieleden
(Gemeenteblad van Utrecht 1999, nr. 20) is van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 7 Ondersteuning door ambtenaren en deskundigen
- 1.
Elke raadscommissie is bevoegd adviezen en inlichtingen te vragen
aan de ambtenaren, die bij de gemeente Utrecht zijn aangesteld.
- 2.
De ambtenaren zijn verplicht, daartoe door de voorzitter opgeroepen,
de vergadering van de raadscommissie bij te wonen en desgewenst
adviezen en inlichtingen te geven.
- 3.
De oproeping geschiedt door de voorzitter, hetzij eigener beweging,
hetzij op verlangen der raadscommissie.
- 4.
De adviezen of de inlichtingen worden desverlangd schriftelijk
gegeven.
- 5.
Elke raadscommissie is bevoegd deskundigen buiten het
gemeentepersoneel te raadplegen en aan haar beraadslagingen over een
bepaalde zaak met adviserende stem te doen deelnemen. Indien hiermee
kosten zijn gemoeid wordt eerst overleg gepleegd met het presidium
van de raad.
- 6.
De Verordening inzake het verlenen van ambtelijke bijstand aan de
leden van de raad (Gemeenteblad van Utrecht 1997, nr, 6) is van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 8 Vastleggen en totstandkoming adviezen van de raadscommissie
- 1.
Elke raadscommissie doet haar oordeel kennen, hetzij door het
overleggen van de notulen van haar vergaderingen, hetzij door een
afzonderlijk, door voorzitter en ambtelijk secretaris ondertekend,
rapport of advies.
- 2.
Een eenvoudig gunstig advies, zonder meer, kan ook aangetekend
worden op een aan het oordeel van een raadscommissie onderworpen
stuk, mits gewaarmerkt door voorzitter en ambtelijk secretaris.
- 3.
De voorzitter kan, in bijzondere gevallen, eventueel na een verzoek
van burgemeester en wethouders, besluiten de leden schriftelijk te
raadplegen.
Artikel 9 Agenda, vergaderstukken en vragenhalfuurtje
- 1.
Voordat de oproeping tot een vergadering wordt verzonden, stelt de
voorzitter de agenda vast.
- 2.
Wijkbewoners kunnen onderwerpen ter agendering van de vergadering
bij de ambtelijk secretaris aanmelden.
- 3.
Ieder vergadering, met uitzondering van de vergadering die gewijd is
aan het wijkprogramma, begint met een vragenhalfuurtje voor
belanghebbenden uit de wijk, bij voorkeur in aanwezigheid van de
wijkwethouder.
- 4.
Met uitzondering van bijzondere spoedeisende zaken en van zaken van
bijzonder eenvoudige aard, worden in een vergadering geen zaken
behandeld, waarvan de leden van de raadscommissie niet vooraf kennis
hebben kunnen nemen.
- 5.
De op de vergadering betrekking hebbende stukken liggen minimaal
tien dagen tevoren voor een ieder ter inzage op het wijkbureau.
Artikel 10 Vaststellen behandelwijze agendapunten
- 1.
De voorzitter stelt per agendapunt voor hoe hij het punt wenst te
behandelen:
- a.
met een open gesprek waaraan ook burgers, belanghebbenden
kunnen deelnemen, of
- b.
via een gestructureerd gesprek waarbij alleen leden van de
commissie en direct belanghebbenden die zich vooraf hebben
aangemeld, spreekrecht hebben, of
- c.
door bespreking met de leden onderling.
- 2.
Op voorstel van de voorzitter bepaalt de raadscommissie van tevoren
of, en hoeveel spreektijd toegekend wordt aan een fractie, een
individu of een groep.
Artikel 11 Bekendmaking van en uitnodiging voor de vergaderingen
- 1.
De oproeping tot een vergadering geschiedt door of namens de
voorzitter, met opgave van de te behandelen onderwerpen, en -hetzij
in spoedeisende gevallen- tenminste tien dagen tevoren.
- 2.
De wijkwethouder ontvangt, met inachtneming van dezelfde
termijn,
een opgave van de te houden vergadering en van de aldaar te behandelen
onderwerpen. Indien zijn aanwezigheid is vereist ontvangt hij een expliciete
uitnodiging van de voorzitter hiertoe.
- 3.
Indien een lid van het college deel wil nemen aan de beraadslagingen
geeft hij hiervan kennis aan de voorzitter. De voorzitter nodigt het
lid van het college vervolgens uit.
- 4.
Het gestelde in het tweede lid is ook van toepassing op ambtenaren
voor zover zij belang hebben bij kennis van de vergadering.
Artikel 12 Notulen
- 1.
De notulen van de vergadering worden vastgesteld door de voorzitter
en door de ambtelijk secretaris verzonden aan de leden, de
wijkwethouder en de voorzitter van de wijkraad.
- 2.
Overige belangstellenden kunnen ter vergadering aangeven of zij de
notulen van de vergadering wensen te ontvangen.
- 3.
De notulen kunnen op het wijkbureau worden ingezien.
Artikel 13 Minimum deelname vergaderingen en stemeis
- 1.
Een raadscommissievergadering wordt niet gehouden als niet blijkens
de presentielijst, behalve de voorzitter tenminste drie
(plaatsvervangende) leden uit drie verschillende fracties aanwezig
zijn. Wanneer tengevolge van de toepassing van deze bepaling een
vergadering geen doorgang heeft gevonden, wordt binnen twee weken
een nieuwe vergadering gehouden, ongeacht het aantal dan opgekomen
(plaatsvervangende) leden. In deze vergadering worden uitsluitend
onderwerpen behandeld die voor de eerste vergadering aan de orde
waren gesteld.
- 2.
Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de
gewogen meerderheid vereist van de leden die aan de stemming hebben
deelgenomen.
Artikel 14 Aftreden leden
- 1.
Een lid van een raadscommissie kan tussentijds aftreden, van welk
feit hij mededeling doet aan de voorzitter van de raad.
- 2.
Een lid, dat benoemd wordt ter vervulling van een tussentijds
ontstane vacature, treedt aan op het tijdstip, waarop degene in
wiens plaats hij is verkozen moest aftreden.
- 3.
Hetgeen in deze verordening is bepaald omtrent de leden van de
raadscommissies is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de
plaatsvervangende leden.
Artikel 15 Regeling van overige punten met betrekking tot werkwijze en
vergaderorde
Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, worden de wijzen van
werken van een raadscommissie en de orde der vergaderingen ingericht naar de
regelen, voor overeenstemmende gevallen, gesteld in de Gemeentewet en in de
Verordening op de raadscommissies 2002.
Afdeling II
SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 16 Inwerkingtreding verordening
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.