| Organisatie | Utrecht (Utr) |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregel lokale lastenverlichting |
| Citeertitel | Beleidsregel lokale lastenverlichting |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp |
wettelijke grondslag vervallen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2002 | 01-01-2005 | nieuwe regeling | 04-12-2001 Gemeenteblad van Utrecht 2001, nr. 51 | Besluit B&W van 4 december 2001 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
BELEIDSREGEL lokale lastenvermindering
(b. en w.-besluit van 4 december 2001)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, gelet
op artikel 229d van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet
BELEIDSREGEL lokale lastenvermindering
De lokale lastenvermindering van EUR 45,38 wordt gerealiseerd via de
gebrui- kersheffingen van de woonlastenaanslag op grond van artikel 229d,
eerste lid, letters a of c van de Gemeentewet. Ook personen aan wie
kwijtschelding wordt verleend van de gebruikersheffingen van de
woonlastenaanslag hebben recht op de lastenvermindering ad EUR 45,38.
Artikel 2 Secundaire toekenning
In aanvulling op het in artikel 1 bepaalde, zal ook EUR 45,38 worden uitbe-
taald aan één van de personen die gezamenlijk of individueel een huishou-
den voeren in een woning die hoofdzakelijk bestemd is voor kamerverhuur
waarvoor de eigenaar belast wordt voor de gebruikersheffingen van de woon-
lastenaanslag en aan personen die woonachtig zijn in een bejaardentehuis of
Dit met dien verstande dat het moet gaan om personen die bij het begin van
het kalenderjaar ingeschreven staan in de gemeentelijke basisadministratie
(G.B.A.) en die een reëel huishouden voeren maar niet belastingplichtig
zijn voor de gebruikersheffingen van de woonlastenaanslag.
De uitvoering van deze beleidsregel wordt neergelegd bij de afdeling
Gemeentebelastingen van de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen.
Artikel 4 Tijdstip van effectuering
1.Voor de doelgroep genoemd in artikel 1 wordt de vermindering toege- past
bij het opleggen van de aanslag voor de gebruikersheffingen van de
woonlastenaanslag. In de meeste gevallen zal dat geschieden in de maand
februari van het kalenderjaar waarop de vermindering betrekking heeft.
2.De groepen genoemd in artikel 2 zullen in het tweede kwartaal van het
kalenderjaar waarop de vermindering betrekking heeft door de afdeling
Gemeentebelastingen worden benaderd via een schriftelijke kennisge- ving,
met het verzoek om via een antwoordformulier een rekeningnummer kenbaar
te maken aan de afdeling Gemeentebelastingen, zodat deze afdeling de EUR
1.De antwoordformulieren voor het kenbaar maken van de rekeningnum- mers
dienen binnen acht weken na dagtekening van de schriftelijke ken- nisgeving
te worden geretourneerd aan de afdeling Gemeentebelastingen.
2.De verzoeken worden tot uiterlijk 31 december van het jaar waarop de
vermindering betrekking heeft in behandeling genomen.
3.Na de datum van 31 december van het jaar waarop de vermindering
betrekking heeft worden geen verzoeken om vermindering woonlasten ten
behoeve van de onder "Secundair" genoemde groep meer in behan- deling
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
1.De Beleidsregel lokale lastenvermindering 2000, vastgesteld bij besluit
van 5 september 2000 wordt ingetrokken met ingang van inwerkingtre- ding
2.Deze beleidsregel treedt inwerking met ingang van 1 januari 2002 en is
van toepassing op alle woonlastenaanslagen met gebruikersheffingen welke op
of na deze datum worden opgelegd.
3.Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel lokale las-
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders, gehou-
De secretaris, De burgemeester,
Drs. W.J.P. Kok Mr. A.H. Brouwer-Korf