Garanderen van geldleningen aan instellingen binnen Giessenlanden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Giessenlanden
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Garanderen van geldleningen aan instellingen binnen Giessenlanden
Citeertitel	Garanderen van geldleningen aan instellingen binnen Giessenlanden
Vastgesteld door	college van burgemeester en wethouders
Onderwerp	financiën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De publicatiedatum van deze regeling is niet meer te achterhalen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

gemeentewet, art. 174
Wet Financiering Decentrale Overheden, art. 2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
01-02-2005		31-12-2018	Nieuwe regeling	01-02-2005 Onbekend	Garanderen van geldleningen aan instellingen binnen Giessenlanden

Tekst van de regeling

Intitulé

Garanderen van geldleningen aan instellingen binnen Giessenlanden

Doel

De gemeente Giessenlanden kan zich borg stellen voor de betaling van rente en aflossing van leningen. De gemeente stelt zich alleen borg voor instellingen die een publieke taak vervullen voor de inwoners van Giessenlanden of voor de gemeente Giessenlanden.

Door deze borgstelling kunnen instellingen (goedkoper) geld aantrekken ten behoeve van hun publieke taak.

Wettelijk kader

Op grond van artikel 147, tweede lid van de Gemeentewet is de gemeenteraad het bevoegde orgaan tot het garanderen van geldleningen.

In artikel 2 van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) is bepaald dat garanties uitsluitend ten behoeve van de oefening van de publieke taak mogen worden afgegeven.

Publieke taak

Het begrip publieke taak wordt in de Wet FIDO wordt niet uitgewerkt. De invulling van dit begrip in de gemeente Giessenlanden betreft garantieverstrekkingen die tot doel hebben een maatschappelijke of sociaal/culturele activiteit mogelijk te maken of te ondersteunen.

Dit houdt de volgende categorieën instellingen in:

·
Sportverenigingen
·
Dorpshuizen
·
Instellingen met een sociaal/culturele doelstelling
·
Instellingen op het gebied van gezondheidszorg
·
Instellingen op het gebied van woningbouw.

Het college kan de raad een voorstel tot garantiestelling doen voor een instelling die niet tot een van de hierboven genoemde categorieën behoort. Hierbij wordt aangegeven welk publiek belang wordt gediend.

Aan te leveren stukken

De instelling dient bij de aanvraag de volgende gegevens te overleggen:

1.
een schriftelijk verzoek aan de gemeente tot garantieverstrekking.
2.
de twee meest recente jaarrekeningen van de instelling.
3.
een deugdelijke meerjarenbegroting. Deze bestrijkt minimaal een periode van vier jaar. De uitkomst van de exploitatie en het verloop van het vermogen moet hieruit blijken.
4.
een planning van de investeringen en het groot onderhoud van de komende tien jaar.
5.
een geldige offerte van de lening waarvoor het garantieverzoek wordt gedaan.

Beoordeling aanvraag

De gemeente toetst de aanvraag aan een aantal criteria. Beoordeeld wordt of de instelling die de garantie aanvraagt geen verplichtingen aangaat die de financiële draagkracht te boven gaat. Tevens hebben deze criteria tot doel het risico voor de gemeente te beperken tot een aanvaardbaar niveau.

Toetsingscriteria:

·
De instelling dient rechtspersoonlijkheid te bezitten. Dit kan een vereniging of stichting zijn.
·
Bij een lineaire lening mag de instelling maximaal 90% van de aantoonbare meerjarige budgettaire ruimte bestemmen voor de betaling van rente en aflossing van de aan te gane lening.
·
Bij een annuïtaire lening mag de instelling tot maximaal 75% van de aantoonbare meerjarige budgettaire ruimte bestemmen voor de betaling van rente en aflossing van de aan te gane lening.
·
Voor aflossingsvrije leningen wordt geen garantie verleend.
·
Het rentepercentage van de aan te trekken lening dient voor minimaal 5 jaar vast te zijn.
·
De looptijd van de lening mag niet langer zijn dat de investering waarvoor de lening wordt aangetrokken.
·
Per geval beoordeelt de gemeente of er gebruik gemaakt wordt van een te vestigen pand- of hypotheekrecht. Hierbij wordt gekeken naar de eigendomsverhoudingen, het doel en de hoogte van de te garanderen lening.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 februari 2005.

Door het college van burgemeester en wethouders van Giesenlanden.

De secretaris,

Mr. G.C. Peters

De burgemeester

mevr. E. Boot