Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
IJsselstein

Organisatieregeling gemeente IJsselstein 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieIJsselstein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOrganisatieregeling gemeente IJsselstein 2009
CiteertitelOrganisatieregeling gemeente IJsselstein 2009
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-200901-01-200901-02-2011Nieuwe regeling

13-01-2009

Zenderstreeknieuws, 04-02-2009

2009/243
13-02-200901-01-200901-02-2011Nieuwe regeling

13-01-2009

Zenderstreeknieuws, 04-02-2009

2009/243

Tekst van de regeling

Intitulé

Organisatieregeling gemeente IJsselstein 2009

 

 

Organisatieregeling gemeente IJsselstein 2009

Hoofdstuk 1 Definities
Artikel 1:1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein.

  • b.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente IJsselstein.

  • c.

    ambtenaar: de persoon aangewezen in artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de CAR.

  • d.

    functieprofiel: het functieprofiel van de in deze regeling genoemde ambtenaar in het functieboek van de gemeente IJsselstein.

  • e.

    mandaat, mandaatgever en gemandateerde: de definitie van deze begrippen volgens afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht.

  • f.

    budgethouder en tekeningsbevoegde: de definitie van deze begrippen volgens de Budgethoudersregeling gemeente IJsselstein 2009.

Hoofdstuk 2 Organisatieopbouw en taken en bevoegdheden van leidinggevenden c.a.
Artikel 2:1 Organisatieopbouw
  • 1.

    Het ambtelijk apparaat van de gemeente IJsselstein bestaat uit de volgende organisatorische onderdelen:

    • a.

      directie

    • b.

      afdelingen

    • c.

      concerncontrol

    • d.

      concernstaf

    • e.

      managementteam

  • 2.

    De verhoudingen tussen het college c.q. de burgemeester en de organisatorische onderdelen en de verhoudingen tussen de organisatorische onderdelen onderling wordt neergelegd in een organogram.

Artikel 2:2 Directie
  • 1.

    De directie bestaat uit de algemeen directeur/gemeentesecretaris en de directeur bedrijfsvoering.

  • 2.

    In het functieprofiel van de algemeen directeur/gemeentesecretaris staat beschreven wat zijn taken en bevoegdheden zijn.

  • 3.

    In het functieprofiel van de directeur bedrijfsvoering staat beschreven wat zijn taken en bevoegdheden zijn.

Artikel 2:3 Afdeling
  • 1.

    Aan het hoofd van iedere afdeling staat een afdelingsmanager.

  • 2.

    In het functieprofiel van de afdelingsmanager staat beschreven wat zijn taken en bevoegdheden zijn.

Artikel 2:4 Concerncontroller
  • 1.

    In het functieprofiel van de concerncontroller staat beschreven wat zijn taken en bevoegdheden zijn.

  • 2.

    Het college stelt voor de concerncontroller een statuut vast.

Artikel 2:5 Concernstaf

Het bestuurssecretariaat is ondergebracht bij de concernstaf.

Artikel 2:6 Managementteam
  • 1.

    Het managementteam bestaat uit:

    • a.

      de algemeen directeur

    • b.

      de directeur bedrijfsvoering

    • c.

      de afdelingsmanagers

    • d.

      de concerncontroller als adviseur

  • 2.

    Het managementteam legt in een regeling vast over welke aangelegenheden hij overleg voert en besluiten neemt.

  • 3.

    De directie kan, met redenen omkleed, een besluit nemen dat afwijkt van het besluit van het managementteam.

Hoofdstuk 3 Mandatering
Artikel 3:1 (Onder)mandatering
  • 1.

    Het college c.q. de burgemeester kan de uitoefening van een bevoegdheid mandateren aan de algemeen directeur, met de mogelijkheid van ondermandaat aan:

    • a.

      de directeur bedrijfsvoering en de afdelingsmanager (ondermandaat niveau 1);

    • b.

      onder de afdelingsmanager vallende ambtenaren (ondermandaat niveau 2).

  • 2.

    Ondermandatering aan de niveaus 1 en 2 en/of wijzigingen in de ondermandatering zijn alleen mogelijk na voorafgaande instemming van de algemeen directeur.

Artikel 3:2 Algemene instructies
  • 1.

    Het (onder)mandaat mag alleen worden uitgeoefend onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      er is toereikend budget beschikbaar;

    • b.

      er zijn geen gevolgen voor (budgetten van) andere organisatorische onderdelen;

    • c.

      de uitgave valt binnen de financiële ruimte waarvoor de budgethouder of tekeningbevoegde mag tekenen;

    • d.

      het betreft niet de toepassing van een hardheidsclausule;

    • e.

      door de uitoefening van het (onder)mandaat wordt geen precedent geschapen;

    • f.

      er is geen politiek afbreukrisico.

  • 2.

    Wanneer zich een situatie uit het eerste lid, onder a, b of c voordoet, is, alvorens een besluit wordt genomen, voorafgaande instemming nodig van de betrokken budgethouders en/of tekeningsbevoegden.

  • 3.

    Wanneer zich een situatie uit het eerste lid, onder d, e of f voordoet, is, alvorens een besluit wordt genomen, voorafgaande instemming nodig van de verantwoordelijke portefeuillehouder. De verantwoordelijke portefeuillehouder kan verlangen dat het besluit wordt genomen door het college c.q. de burgemeester.

Artikel 3:3 Mandatenlijst

De algemeen directeur legt in de mandatenlijst vast tot welk niveau (onder)mandatering plaatsvindt en onder welke bijzondere instructies (onder)mandatering plaatsvindt.

Artikel 3:4 Ondertekening

Bij (onder)mandaat worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

Burgemeester en wethouders van IJsselstein,

namens dezen,

of

De burgemeester van IJsselstein,

namens deze,

gevolgd door de functieaanduiding van de (onder)gemandateerde, zijn handtekening en zijn naam.

Artikel 3:5 Ondertekeningsmandaat bij stukken gericht aan andere bestuursorganen

Behoudens in zaken met een routinematig karakter, geldt het ondertekeningsmandaat niet ten aanzien van stukken die worden gericht aan de Kroon, aan de Minister, aan de Commissaris van de Koningin, aan de Provincie, aan Gedeputeerde Staten en aan de Raad van de gemeente IJsselstein.

Artikel 3:6 Mandatering in andere algemeen verbindende voorschriften

Wanneer er in afzonderlijke wetten of verordeningen reeds op een andere manier in (onder)mandaat is voorzien, gelden de in deze regeling opgenomen regels niet.

Hoofdstuk 4 Bepalingen van inwerkingtreding en overgangsrecht

Artikel 4:1 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Organisatieregeling gemeente IJsselstein 2009.

Artikel 4:2 Intrekking oude regelingen

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a.

    Organisatieverordening IJsselstein;

  • b.

    Mandaatbesluit IJsselstein 2008.

Artikel 4:3 Overgangsrecht Mandatenlijst

De Mandatenlijst zoals die op de dag voor inwerkingtreding van deze regeling geldt, wordt verondersteld te zijn vastgesteld in overeenstemming met hoofdstuk 3, met dien verstande dat:

  • a.

    voor gemeentesecretaris en sectordirecteur moet worden gelezen: algemeen directeur;

  • b.

    voor afdelingshoofd moet worden gelezen: afdelingsmanager;

  • c.

    indien een ondergemandateerde niveau 1 en 2 overgaat naar een andere of nieuwe afdeling, wordt het ondermandaat niveau 1 en 2 verondersteld te zijn overgegaan naar de andere of nieuwe afdeling.

Artikel 4:4 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2009.