Organisatie | Waalre |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening onroerende zaakbelastingen Waalre 2014 |
Citeertitel | Verordening onroerende zaakbelastingen Waalre 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 | Verordening onroerende zaakbelastingen Waalre 2013 | |
01-01-2010 | Nieuwe regeling | 17-12-2009 De Schakel, 2009, 53 (30-12-2009) | Verordening onroerende zaakbelastingen Waalre 2010 |
De raad van de gemeente Waalre;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Waalre d.d. 29 oktober 2013, nr. 81;
gelet op het raadsbesluit tot vaststelling van de ontwerp programmabegroting 2014 d.d. 5 november 2013;
gelet op de Wet waardering onroerende zaken;
gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen Waalre 2014
Bij de gebruikersbelasting wordt:
a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
b het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 19, eerste lid en tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
Artikel 5 Belastingpercentages
Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde).
voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,13211 %
1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,10808 %;
2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,16424 %.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, dat - in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan € 80,00 en minder is dan € 2.722,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van belastingschuldige kunnen worden afgeschreven - de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke maandtermijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende zaakbelastingen.
De “Verordening onroerende zaakbelastingen Waalre 2013” vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.