Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels speelautomaten |
Citeertitel | Beleidsregels speelautomaten |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-02-2005 | 30-06-2016 | nieuwe regeling | 03-02-2005 Gemeenteblad, 24-02-2005 | 2005/05 | |
25-02-2005 | 30-06-2016 | nieuwe regeling | 03-02-2005 Gemeenteblad, 24-02-2005 | 2005/05 |
De criteria die gehanteerd worden bij het verlenen van een aanwezigheidsvergunning voor een speelautomaat en dan met name het bepalen of een inrichting een samengestelde inrichting is, hoog- of laagdrempelig en voldoende afgescheiden, komen grotendeels voort uit de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit 2000 en jurisprudentie. Aangezien dit een onoverzichtelijke situatie biedt, met het risico op inconsequenties, wordt ervoor gekozen een en ander vast te leggen in beleidsregels als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De plaatsing van speelautomaten is geregeld in de Wet op de Kansspelen (WodK) en het Speelautomatenbesluit. Op grond van artikel 30b WodK is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een of meer speelautomaten aanwezig te hebben. De gemeente Waalwijk beschikt over de geldende “Speelautomatenverordening Waalwijk”. Deze verordening is in overeenstemming met het Speelautomatenbesluit 2000.
Weigeringsgronden voor de aanwezigheidsvergunning
Weigeringsgronden voor de aanwezigheidsvergunning worden genoemd in artikel 30e WodK. Dit artikel geeft zowel de imperatieve (moet) als de facultatieve (kan) weigeringsgronden aan.
De burgemeester kan de aanwezigheidsvergunning weigeren als de aanvrager in de afgelopen drie jaar een overtreding heeft begaan van de bepalingen in de Titel Va WodK of als er ernstige vrees is dat het verlenen van de vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, de veiligheid of de zedelijkheid.
Gemeentelijke speelautomatenverordening
Bij gemeentelijke verordening wordt het aantal speelautomaten vastgesteld waarvoor per inrichting vergunning wordt verleend met dien verstande dat:
Speelautomaten zijn op grond van artikel 30c WodK slechts toegestaan in: horecabedrijven, speelautomatenhallen en kermissen.
Speelautomaten worden onderscheiden in kansspelautomaten en behendigheidsautomaten.
Wanneer is er sprake van een hoogdrempelige inrichting?
Een inrichting is hoogdrempelig als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Pas als er aan alle drie hierboven genoemde vereisten is voldaan, is er sprake van een hoogdrempelige inrichting. In dat geval verleent de burgemeester, wanneer er verder geen weigeringsgronden zijn, een vergunning voor het aanwezig hebben van twee speelautomaten.
In zijn algemeenheid geldt dat cafés en restaurants als hoogdrempelig kunnen worden aangemerkt.
Wanneer is er sprake van een laagdrempelige inrichting?
Daarnaast is een laagdrempelige inrichting een inrichting waarin horeca-activiteiten worden verricht en waarvan de ondernemer inschrijfplichtig en ingeschreven is bij Bedrijfschap Horeca. Bij de beoordeling van de aanvragen moet iedere keer gekeken worden naar de feitelijke situatie in de inrichting en niet alleen naar de benaming van de inrichting.
Bij Algemene Maatregel van Bestuur (artikel 30c, lid 3 WodK) kunnen bepaalde typen van inrichtingen als laagdrempelig aanmerkt worden.
Binnen laagdrempelige inrichtingen zijn hoogdrempelige gedeelten mogelijk. We spreken dan van een samengestelde inrichting. Een samengestelde inrichting is een inrichting die bestaat uit verschillende ruimten. In afwijking van de hoofdregel dat in laagdrempelige inrichtingen geen kansspelautomaten mogen worden geplaatst, geldt voor een samengestelde inrichting dat in bepaalde gevallen een ruimte die deel uitmaakt van een laagdrempelige ruimte, maar voldoende is afgescheiden van de overige ruimten en voldoet aan het bepaalde in artikel 30c, onder 4, toch als hoogdrempelig kan worden aangemerkt. Daardoor wordt het mogelijk om in de hoogdrempelige ruimte kansspelautomaten op te stellen. In de laagdrempelige ruimte is het toegestaan behendigheidsautomaten te plaatsen. Het maximum aantal speelautomaten is vastgelegd in de Speelautomatenverordening Waalwijk van 22 april 2004.
De vraag is wanneer er sprake is van een “voldoende afgescheiden ruimte”.
Essentieel bij de beoordeling van een samengestelde inrichting is de interpretatie van dit begrip. In de memorie van toelichting op de WodK staat vermeld dat de achterliggende gedachte hierbij is dat:
Een tussendeur voldoet hier niet aan, ook niet als het een nooddeur betreft die weliswaar niet is afgesloten maar die alleen in geval van nood gebruikt wordt.
Deze deuren vormen desalniettemin een verbinding tussen het hoogdrempelige en het laagdrempelige deel, en daarmee is de hele inrichting laagdrempelig.
Een voorportaal met twee deuren (met deurdrangers), één naar het hoogdrempelige deel en één naar het laagdrempelige, wordt door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven wel als voldoende afscheiding gezien.
Om vast te kunnen stellen of er sprake is van een samengestelde inrichting worden de volgende stappen doorlopen:
Na vaststelling van de hoog- of laagdrempelige status, moet worden vastgesteld of er sprake is van voldoende afscheiding tussen de gedeeltes.
Onduidelijkheid hoog- of laagdrempelig
Desondanks is er veel onduidelijkheid over wanneer een inrichting als hoog- of laagdrempelig moet worden aangemerkt.
Een eetgelegenheid is hoogdrempelig, tenzij:
een café een zelfstandige stroom bezoekers anders dan voor cafébezoek (namelijk eters) aantrekt en het geserveerde eten geen “driecomponentenmaaltijd” is. Dat wil zeggen bestaande uit drie warme componenten: vlees/vis/vegetarisch, pasta/aardappelen/rijst en warme groente. Een maaltijd bestaande uit vlees, patat en salade en/of plateservice voldoet hier niet aan;
het restaurant ook afhaalmogelijkheden heeft (bijvoorbeeld pizzeria waar je ook pizza’s kan ophalen om elders te eten). De afhaalmogelijkheid maakt het restaurant niet laagdrempelig indien er een voldoende afscheiding is (zie ook onder “samengestelde inrichtingen”) en de klant niet gedwongen wordt via het restaurantgedeelte het afhaalgedeelte te bereiken;
er een menukaart aanwezig is, waaruit blijkt dat de ondernemer zich (tevens) richt op bijvoorbeeld ontbijt of lunch, en daarmee een zelfstandige stroom bezoekers aantrekt (opsomming van een aantal daarvoor typische producten zoals bijvoorbeeld uitsmijter, belegde broodjes e.d.). Een kaart met alleen borrelhappen (bitterballen, kaas, olijven enz.) maakt de zaak niet laagdrempelig.
Momenteel is er in de gemeente Waalwijk geen disco gevestigd. Toch kan dit in de toekomst wel gebeuren.
Een disco/dansgelegenheid trekt een bepaald publiek (een zelfstandige stroom van bezoekers) aan, dat niet primair komt voor eten en/of drinken. Daarmee is een disco in principe een laagdrempelige inrichting, en mogen er geen kansspelautomaten worden geplaatst.
In geval er sprake is van een gemengd bedrijf, waar naast de gewone caféfaciliteiten ook gelegenheid wordt geboden tot dansen, kunnen de volgende punten als richtlijn dienen of een dergelijke inrichting een disco is:
ook kan een inrichting zich als disco profileren, bijvoorbeeld door het uitdelen van flyers, of advertenties (al dan niet via internet) waarin een overzicht gegeven wordt van allerlei geplande programma’s (bijvoorbeeld livemuziek). Daarnaast kan de “aankleding” een rol spelen: er is sprake van speciale discoverlichting (lampen en/of andere lichteffectvoorzieningen), wat staat er aan de buitenkant (“kom dansen”) en is er binnen fysieke ruimte om te dansen?;
de grootte van de dansvloer. Krachtens de Hinderwet/Wet milieubeheer gold vroeger het criterium van tenminste 10 m2 voor een vergunningplichtig bedrijf. Deze vergunningplicht is nu vervallen en aan deze norm kan niet meer worden vastgehouden. Bovendien is het vaak moeilijk te bepalen of een dansvloer 10 m2 of meer is. Vaak staan er overdag tafeltjes, ’s avonds zijn deze aan de kant geschoven en is er dansgelegenheid;
In een coffeeshop wordt conform het AHJOG-beleid gedoogd dat er softdrugs in de vorm van marihuana worden verstrekt. De twee bestaande coffeeshops in Waalwijk hebben geen drank- en horecavergunning, en dat maakt hen per definitie laagdrempelig. Bovendien wordt een coffeeshop geacht een zelfstandige stroom bezoekers aan te trekken, en heeft een coffeeshop tevens een winkelfunctie. Er vinden dus activiteiten plaats waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegeschreven, een ook dat maakt een coffeeshop laagdrempelig.
Cafés met internet- en/of ontspanningsfaciliteiten
Op grond van artikel 14, lid 3 sub b van de Drank- en Horecawet (DHW) is het verboden diensten aan te bieden in een horecalokaliteit. Indien het café meer dan drie computers heeft, waarop (tegen betaling) van het internet gebruik kan worden gemaakt, is dit het bedrijfsmatig aanbieden van diensten. (Bij een nieuwe aanvraag voor een exploitatievergunning voor een internetcafé kan dus geen DHW-vergunning worden afgegeven.)
Daarmee is het internetcafé (met meer dan drie aansluitingen) een laagdrempelige inrichting. Een café met maximaal drie internetaansluitingen kan wel hoogdrempelig zijn, indien het aan de overige vereisten voor hoogdrempelige inrichtingen voldoet.
De grens van drie internetaansluitingen is analoog gekozen aan het aantal pool- en/of biljarttafels in een café (artikel 2 van het Speelautomatenbesluit): met meer dan drie pooltafels is het café laagdrempelig, immers het trekt een zelfstandige stroom bezoekers aan.
Hetzelfde geldt voor cafés waar meer dan drie dartboards hangen, enzovoorts.
Voor de beoordeling van het café wordt het aantal dartboards, pooltafels, voetbaltafels e.d. bij elkaar opgeteld, indien deze aanwezig zijn. Bijvoorbeeld twee pooltafels en één dartboard is dus hoogdrempelig (als het aan de overige criteria voldoet), twee pooltafels en twee dartboards maakt het café laagdrempelig.
De bar of het restaurant in het hotel is hoogdrempelig als het een afzonderlijke horecalokaliteit als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de DHW betreft en er is voldaan aan de voorwaarden in artikel 30, sub d van de WodK. Daarnaast moeten de overige ruimten –die laagdrempelig zijn, immers het hoofddoel is logiesverstrekking- van het hotel uitsluitend door het publiek te bereiken zijn zonder eerst de bar of het restaurant te betreden (artikel 30c lid 4 onder d WodK).
Dus: indien de hotelreceptie niet voldoende is afgescheiden van de rest van de inrichting (waar zich bijvoorbeeld een bar en restaurant bevinden), of de overige ruimten van het hotel niet bereikbaar zijn zonder eerst de bar of het restaurant binnen te gaan, worden alle ruimten van de inrichting als laagdrempelig aangemerkt. Dat hotelbezoekers tevens gebruik kunnen maken van een afzonderlijke ingang tot het hotel is niet relevant.
Als er in het hotel congresruimten zijn, in welke lokalen tevens drank wordt verstrekt (en die dus ook op de vergunning staan), dan mogen deze ruimten ook niet via de (hoogdrempelige) bar te bereiken zijn.
De Raad van Waalwijk heeft op 22 april 2004 de “Verordening inzake speelautomatenhallen” vastgesteld, waarin expliciet is verboden in Waalwijk een speelautomatenhal te vestigen. In 1998 was ook gekozen voor een expliciet verbod, omdat voorkomen dient te worden dat gokverslaving kan toenemen en dat de (woon)omgeving overlast ondervindt door het vestigen van een speelautomatenhal, want:
Overigens wordt in horeca-inrichtingen –in beperkte mate- de gelegenheid geboden om gebruik te maken van speelautomaten. Gelet hierop is besloten het vestigen van een speelautomatenhal in de gemeente Waalwijk te verbieden. Indien binnen de gemeente zonder toestemming een speelautomatenhal wordt gevestigd, dan moet hiertegen bestuursrechtelijk en strafrechtelijk worden opgetreden.
6.Aanvraagprocedure voor het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning
aanvragers die geen gebruik maken van het onder bedoelde formulier, dan wel zij die niet de in dat formulier gevraagde gegevens verstrekken, worden in de gelegenheid gesteld om gedurende veertien dagen tot volledige aanvulling over te gaan, bij gebreke waarvan de aanvraag buiten behandeling zal worden gelaten.
Op grond van de Legesverordening Waalwijk zijn leges verschuldigd voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning op grond van artikel 30b WodK:
Aan de vergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:
9. Inwerkingtreding en overgangsrecht
Voor de samengestelde horecainrichtingen, die naar aanleiding van het vastgestelde beleid in 2003 investeringen en aanpassingen hebben gepleegd om in aanmerking te komen voor een aanwezigheidsvergunning voor twee speelautomaten, maar die door de vaststelling van deze Beleidsregels speelautomaten hiervoor niet meer in aanmerking kunnen komen, wordt een overgangstermijn van 3 jaar ingesteld. Dit overgangsrecht vervalt op het moment dat de horecainrichting door een nieuwe ondernemer wordt overgenomen.