Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Prostitutiebeleid Gemeente Waalwijk |
Citeertitel | Prostitutiebeleid Gemeente Waalwijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening, art. 3:3
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2010 | nieuwe regeling | 19-01-2010 Gemeenteblad, 04-02-2010 | 2010/001 |
I Relevante artikelen uit de APV
II Samenvatting prostitutiebeleid 2000
III Aanvraagformulier vergunning seksinrichting
Het wettelijk bordeelverbod is in 2000 landelijk opgeheven. Doelstelling van deze opheffing was - en is nog steeds - om de exploitatie van prostitutie te beheersen en te reguleren en strafbare feiten beter te kunnen aanpakken. Gedwongen prostitutie, mensenhandel, prostitutie door minderjarigen en criminele randverschijnselen moeten worden tegengegaan. Om te zorgen dat deze doelen worden bereikt, kunnen gemeenten prostitutiebeleid opstellen, dit beleid vastleggen in regelgeving en de regels vervolgens handhaven.
In 2000 is daarom de beleidsnota ‘Prostitutiebeleid in de gemeente Waalwijk’ vastgesteld. Bijna tien jaar is inmiddels verstreken. Door onderliggende nota wordt het prostitutiebeleid van de gemeente Waalwijk geactualiseerd aan de hand van de inzichten en ervaringen die in de afgelopen jaren zijn opgedaan. Hiermee loopt de gemeente Waalwijk deels vooruit op het wetsvoorstel regulering dat hoogstwaarschijnlijk in het 1e kwartaal van 2010 in de Tweede Kamer zal worden behandeld.
1.2 Locale verantwoordelijkheid en regionale afstemming
De gemeente heeft de regierol bij het reguleren van de prostitutiebranche op locaal niveau. Er zijn (nog) geen landelijke richtlijnen, zoals bij het coffeeshopbeleid. De locale overheid kan dus zelf invulling aan haar beleid geven. Het ontwikkelen en vaststellen van het gemeentelijk prostitutiebeleid vergt een centrale gemeentelijke regie waarbij het locaal bestuur voorschriften vaststelt en met andere partners, zoals de politie en het Openbaar Ministerie, afspraken maakt over de handhaving van deze voorschriften.
Het op locaal niveau ontwikkelen van prostitutiebeleid is overigens niet verplicht. Toch is het van belang dat dit wel gebeurt, en wel om de volgende redenen:
Ook na legalisatie van deze branche – door opheffing van het bordeelverbod – blijft er sprake van een bijzondere branche. Risico’s zijn latent aanwezig. Door het formuleren van beleid kunnen eisen gesteld worden aan ondernemers op het gebied van gezondheid, veiligheid, openbare orde, bedrijfsvoering enz.;
Prostitutie is niet iets dat slechts één gemeente aangaat. De wijze waarop omliggende gemeenten ermee omgaan, kan gevolgen hebben voor Waalwijk (en andersom). Niet alleen kunnen door regionale afstemming negatieve (verschuivings)effecten beperkt worden, ook creëert het meer duidelijkheid voor alle betrokkenen: eenduidigheid van beleid heeft tot gevolg dat politie en justitie één standaard kunnen hanteren in de gehele regio.
Deze nota houdt daarom ook rekening met de districtelijke nota prostitutiebeleid uit 2000.
Alvorens in te gaan op het prostitutiebeleid is het belangrijk om een duidelijke definitie te geven van wat prostitutie is en van de verschillende soorten bedrijven die actief zijn in de sector.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of daarmee naar
aard en omvang vergelijkbaar, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van
erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
al dan niet in combinatie met elkaar, dan wel in combinatie met een sekswinkel, zulks
met uitzondering van woningen waarin niet meer dan één, aldaar woonachtig, persoon
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische
en/of pornografische aard worden gegeven.
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten
filmvoorstellingen en/of lifeshows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarbinnen detailhandel in goederen
van erotisch-pornografische aard plaatsvindt.
Hieronder het totaaloverzicht zoals dat in het beleid van de gemeente Waalwijk wordt gehanteerd.
In het beleid van de gemeente Waalwijk vallen escortbedrijven dus ook onder de definitie van seksinrichtingen.
Voor wat betreft straat- en raamprostitutie en thuiswerk wordt aangesloten op het regionale beleid. Straat- en raamprostitutie worden dan ook niet toegestaan. Gelet op de overlast die van deze vorm van het aanbieden van seksuele diensten pleegt uit te gaan, blijft dit verbod op straat- en raamprostitutie onverkort van kracht.
Wordt aan één of meer van deze eisen niet voldaan, dan valt de thuiswerker onder de omschrijving van seksinrichting en daarmee onder de in deze nota gestelde vestigings- en andere eisen. Het is niet onwaarschijnlijk dat er thuiswerkers actief zijn binnen de gemeente Waalwijk. De politie heeft echter geen signalen van overlast van Waalwijkse thuiswerkers.
Sekswinkels daarentegen vallen niet onder het begrip seksinrichtingen maar onder de detailhandel.
Een belangrijk instrument dat gemeenten kunnen inzetten ter regulering van prostitutie is de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Hierin is een vergunningstelsel voor seksinrichtingen opgenomen. Aan de vergunning die verleend wordt voor de exploitatie van een seksinrichting kunnen voorschriften verbonden worden. In de APV worden ook de gronden genoemd op basis waarvan een vergunning geweigerd kan worden.
In de APV is een bepaling (art. 3:3) opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan vaststellen. Op grond van deze bepaling is het in deze nota weergegeven beleid geformuleerd.
De APV vormt dus, samen met de regionale afspraken, het kader voor het locaal te ontwikkelen prostitutiebeleid.
Hoofdstuk 3 van de Waalwijkse APV bevat de regels over de seksinrichtingen en straatprostitutie. Grotendeels wordt het prostitutiebeleid dus gevormd door de bepalingen in dit hoofdstuk. Op grond van art. 3:3 kan het college echter nadere regels vaststellen, met name rondom het vergunningstelsel voor seksinrichtingen.
Een vergunningaanvraag om een seksinrichting te exploiteren wordt getoetst aan drie (hoofd)criteria:
Mogelijk gevaar voor aantasting van de openbare orde c.q. het woon- en leefklimaat bij verlening van de vergunning. Dit wordt de locatietoets genoemd (art. 3:4 APV). Deze locatietoets wordt nader in deze beleidsnota uitgewerkt op grond van het bepaalde in art. 3:13 lid 2, gelet op het belang van de openbare orde, het voorkomen en of beperken van overlast, het woon- en leefklimaat en de verkeersveiligheid;
Eisen aan de exploitant/beheerder (art. 3:5 APV). Doel hiervan is zoveel mogelijk te waarborgen dat zij van goed levensgedrag zijn. Artikel 3:5 van de APV omschrijft de gedragseisen aan de exploitant en beheerder. Omdat deze uitgebreid omschreven zijn in de APV zelf, is er geen noodzaak tot het nader vaststellen van beleidsregels.
Eisen aan het pand, waarin de inrichting gevestigd is c.q. wordt (art. 3:4 APV). Deze inrichtingseisen worden ingesteld uit het oogpunt van veiligheid en gezondheid. Voor wat betreft de inrichtingseisen geldt dat alle panden en/of gebouwen die gebruikt zullen worden voor de exploitatie van prostitutie dienen te voldoen aan de eisen zoals neergelegd in het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening. Met betrekking tot de brandveiligheid en het vereisen van gebruikersvergunningen wordt aansluiting gezocht bij het reguliere gemeentelijke beleid.
Verloopt de toetsing positief, dan kan de vergunning verleend worden. Aan de vergunning dienen vervolgens voorschriften verbonden te worden om te verzekeren dat de bedrijfsvoering zodanig verloopt, dat ook daarin geen grond is voor de aantasting van de belangen zoals genoemd onder punt 1. Onder 2.3 wordt hier nader op ingegaan.
Het belangrijkste regulerende instrument dat de gemeente heeft op grond van de locatietoets, is het te voeren maximumbeleid. Het voeren van 0-beleid, d.w.z. het niet toestaan van seksinrichtingen in een gemeente, is niet toegestaan. Wel is het mogelijk om, ter handhaving van de openbare orde, bescherming van de leefbaarheid en beperking van de overlast, beleid te formuleren over het maximum aantal toelaatbare seksinrichtingen.
Waalwijk heeft in 2000 gekozen voor een stelsel waarbij maximaal aan één seksinrichting een vergunning wordt verleend. Er hebben zich de afgelopen jaren geen ontwikkelingen voorgedaan om af te wijken van dit beleid. Dit beleid wordt daarom gehandhaafd. De afgelopen jaren zijn overigens geen vergunningsaanvragen gedaan. Deze ene te verlenen vergunning voor een seksinrichting is dus nog te vergeven.
Naast het maximumbeleid kan ook ruimtelijk beleid worden geformuleerd. In deze beleidsnotitie wordt als uitgangspunt genomen dat het beleid in het kader van de APV in de eerste plaats bepalend is voor het beleid met betrekking tot seksinrichtingen. Daarom is het van belang om in dat kader te bepalen in welk(e) gebied(en) de vestiging van een seksinrichting kan worden toegestaan. Wanneer bedacht wordt dat het voorkomen of beperken van de aantasting van het woon- en leefklimaat een weigeringsgrond is voor het verlenen van een APV-exploitatievergunning, is duidelijk dat nagegaan moet worden, waar de vestiging van seksinrichtingen het beste aansluit bij het bestaande woon- en leefklimaat en vooral ook waar dit niet het geval is.
Ook hebben de mogelijkheden tot toezicht en de ruimtelijke voorschriften die in Waalwijk gesteld zijn aan de vestiging van sekswinkels en coffeeshops een rol gespeeld bij de afwegingen. Aansluitend hierop zijn voor de vestiging van seksinrichtingen in de gemeente Waalwijk de volgende criteria geformuleerd:
De aanwezigheid van een seksinrichting past ook niet in de dorpskernen Waspik en Sprang-Capelle of gedeelten van de stad die hoofdzakelijk of uitsluitend een woonfunctie hebben. De vestiging van een dergelijk bedrijf zal op deze plaatsen snel als een aantasting van het heersende woon- en leefklimaat ervaren worden;
Een aanvraag voor de vestiging van een seksinrichting die niet past binnen bovenstaande afwegingen zal worden afgewezen.
Naast de bovenstaande locatiecriteria dient de vergunningsaanvraag uiteraard ook getoetst te worden aan het bestemmingsplan (art. 3:13 APV weigeringsgronden). Voor zover het bestemmingsplan de vestiging binnen het aangeduide gebied niet toestaat, kan desgewenst wel een vrijstelling, een partiële herziening van het bestemmingsplan of een projectbesluit worden overwogen.
2.3 Algemene vergunningsvoorschriften
Gelet op de hiervoor genoemde belangen dienen aan de bedrijfsvoering een aantal voorschriften verbonden te worden.
Een voorbeeld van het geactualiseerde aanvraagformulier met daarin opgenomen de voorschriften is opgenomen in bijlage 3. Elke aanvrager die een vergunning aanvraagt voor een seksinrichting dient naast de standaardformulieren tevens de BIBOB-vragenformulieren in te vullen. Beide formulieren moeten gelijktijdig worden ingevuld en ingediend bij het gemeentebestuur (inclusief de vereiste bijlagen).
De aanvraag mag niet conflicteren met (ander) sectoraal of generiek beleid van de gemeente, c.q. moet verenigbaar zijn met in voorbereiding of in uitvoering zijnde gemeentelijke projecten.
In de regionale nota wordt aanbevolen om met de sluitingsuren van seksinrichtingen aan te sluiten bij de sluitingsuren voor de horeca. De APV biedt hierbij de mogelijkheid voor ontheffing. Vooralsnog gelden voor de toegestane seksinrichting de reguliere sluitingstijden van 03.00 uur ‘s nachts tot 08.30 uur ’s ochtends (art 3:6 APV). Er zijn geen redenen om hiervan af te wijken.
Ook zijn er in de APV regels opgesteld over de aanwezigheid van, en toezicht door de exploitant en/of beheerder en de beëindiging en wijziging van het beheer en de exploitatie, welke onverkort zullen worden toegepast.
Daarnaast staat in de APV aangegeven welke beslistermijn wordt gehanteerd (twaalf weken met een mogelijkheid om de termijn met twaalf weken te verdagen). Omdat deze vergunning wezenlijke belangen beschermt, vooral op het gebied van de openbare orde en volksgezondheid, is het hoogst onwenselijk als deze vergunning van rechtswege wordt verleend voordat er een inhoudelijke toets van de aanvraag heeft plaatsgevonden en is voltooid. Een lex silencio positivo is hier dan ook niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang. Het advies van de VNG op dit vlak sluit hierop aan.
Voor prostitutiebedrijven is overige regelgeving zoals de Drank- en horecawet en de Wet milieubeheer gewoon van kracht.
Hoofdstuk 3 van de APV bevat geen bepalingen over opsporingsambtenaren en toezichthouders. Hun bevoegdheden zijn geregeld in hoofdstuk 6 van de APV en in het artikel 5:11 tot en met 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van artikel 6:2 van de APV heeft het college voor het toezicht en de controle op het locale prostitutiebeleid de functionarissen van de politie Midden en West Brabant aangewezen. Ook zijn de functionarissen van de GGD - die belast zijn met het toezicht en de controle op de voorschriften die betrekking hebben op de gezondheid en hygiëne van de prostitué(e) s - aangewezen. Deze mandaten zijn opgenomen in het Waalwijkse mandaatregister.
Voor handhaving van de prostitutiebranche moet voldoende capaciteit worden beschikbaar worden gesteld. Het zoeken naar misstanden (zowel in het vergunde als het informele circuit) maakt onderdeel uit van handhaving.
De politie kan niet gemist worden bij het uitoefenen van het toezicht op de prostitutiebranche gezien de verwevenheid met illegaliteit, mensenhandel en andere criminaliteit. De inzet en opgedane expertise van de politie zijn onontbeerlijk bij het uitoefenen van toezicht.
Op regionaal niveau zijn (mede daarom) afspraken gemaakt over controle en toezicht door de politie. De politie zal tenminste zes keer per jaar controles uitvoeren op inrichtingen waar prostitutie plaatsvindt. Hiertoe zijn speciale teams geformeerd. Omdat er vooralsnog geen seksinrichting is gevestigd in de gemeente Waalwijk, is deze controle niet nodig. Aandachtspunt is wel de controle op de escortbranche indien deze zich in of in de nabijheid van Waalwijk zich vestigt. Door het niet-locatiegebonden karakter en de kenmerkende vluchtigheid zijn exploitanten en prostitué(e) s minder zichtbaar. Dit maakt handhaving lastig.
Voor het verbod op straatprostitutie geldt dat het team commerciële zeden (TCZ) de controles (in opdracht van gemeente Waalwijk) uitvoert. De controles vinden vooral plaats op de parkeerterreinen Labbegat en Vaerland. Het is bekend dat op de parkeerplaatsen Vaerland en Labbegat langs de A59 incidenteel straatprostitutie plaatsvindt. De aanwijzing van bestuurlijke toezichthouders, in de vorm van een politieteam, is een instrument waar winst mee behaald is. Het TCZ voert zelf de strafrechtelijke controle uit (illegaliteit, dwangprostitutie).
Op het gebied van het geven van voorlichting over, en controleren van de gezondheids- en hygiënische voorschriften is een taak weggelegd voor de GGD.
De arbeidsinspectie levert – in gemeenten waar seksinrichtingen zijn gevestigd – een belangrijke bijdrage aan het garanderen van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden.
Naast de strafrechtelijke handhaving door TCZ is ook bestuurlijke handhaving belangrijk. Voor Waalwijk is met name de handhaving op het verbod op straatprostitutie (APV) relevant.
Tot heden was er echter geen expliciete capaciteit vrijgemaakt binnen de afdeling handhaving om de naleving van het (APV)verbod op tippelen te verzorgen. Nu is afgesproken dat binnen het uitvoeringsprogramma 2010 tijd wordt vrijgemaakt voor de bestuursrechtelijke handhaving. De beleidsmedewerker integrale veiligheid c.q. de netwerkregisseur integrale veiligheid spelen hierbij een signalerende rol. Zij ontvangen van TCZ informatie over de controles. Indien deze controles aanleiding geven, zal de afdeling handhaving op verzoek van de dossierhouders integrale veiligheid het aanschrijvingstraject inzetten. Hiervoor zal binnen het jaarlijks uitvoeringsprogramma 2010 in ieder geval 50 uur worden vrijgemaakt. Monitoring van dit traject vindt plaats via de kwartaalafspraak tussen de coördinator handhaving en de beleidsmedewerker c.q. netwerkregisseur integrale veiligheid. Indien noodzakelijk op grond van klachten en/of overlast, zal opschaling plaatsvinden.
Advies is daarnaast om een bord te plaatsen op parkeerterrein Vaerland om parkeerders expliciet te wijzen op het tippelverbod op grond van de APV.
Waar het gaat om de controles op inrichtingseisen en brandveiligheidsvoorschriften is een taak weggelegd voor gemeenten. Dit is ingebed in het reguliere gemeentelijke beleid.
Sinds 2000 is het algemeen bordeelverbod opgeheven. Het exploiteren van seksinrichtingen is sindsdien legaal als het gaat om het exploiteren van vrijwillige prostitutie door meerderjarigen met een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfstitel. Het ontwikkelen van prostitutiebeleid is een taak voor gemeenten.
Het locaal prostitutiebeleid in de gemeente Waalwijk steunt op twee pijlers: het maximumbeleid en het vestigingsbeleid. Deze houden het volgende in:
Geen vestiging van seksinrichtingen in, of aan woonstraten, voet- en rijstraten, wegen, lanen, kaden, hofjes, woonerven en pleinen waaraan bebouwing is gelegen die uitsluitend of in belangrijke mate dient ter bewoning/woonfunctie heeft. Vestiging van prostitutiebedrijven in woonwijken heeft een negatieve invloed op het woon- en leefklimaat in die wijk gelet op het karakter van een woonwijk. Hierbij valt tevens te denken aan de overlast zoals toenemende verkeersdrukte, komende en gaande bezoekers;
Seksinrichtingen in de gemeente Waalwijk zijn vergunningplichtig. In de vergunning worden diverse voorschriften opgenomen op het gebied van veiligheid, gezondheid, hygiëne en bedrijfsvoering.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van: - bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen; - de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273a, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht; - de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994; - de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen; - de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen; - de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 3. Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Samenvatting Waalwijks prostitutiebeleid uit 2000
Op 1 oktober 2000 treedt een wetswijziging in werking die leidt tot de opheffing van het algemeen bordeelverbod. Dit betekent dat het exploiteren van seksinrichtingen vanaf dat moment legaal is, als het gaat om het exploiteren van vrijwillige prostitutie door meerderjarigen met een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfstitel. Het ontwikkelen van prostitutiebeleid is een taak voor gemeenten, een lokale verantwoordelijkheid. Het lokaal prostitutiebeleid in de gemeente Waalwijk steunt op twee pijlers: het maximumbeleid en het vestigingsbeleid. Deze houden het volgende in:
Seksinrichtingen in de gemeente Waalwijk zijn vergunningplichtig. In de vergunning worden diverse voorschriften opgenomen op het gebeid van veiligheid, gezondheid, hygiëne en bedrijfsvoering. Omtrent het toezicht en de controle hierop zijn afspraken gemaakt met de politie en de GGD. Van belang is dat dit beleid en deze afspraken geëvalueerd worden.
Aanvraagformulier vergunning seksinrichting
Aanvraag ter verkrijging van een exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf (art. 3.4 APV)
Er moet voldaan worden aan de regels omtrent seksinrichtingen zoals in de Waalwijkse APV zijn opgenomen en aan de beleidsregels in de nota ‘Prostitutiebeleid Waalwijk’.
De vergunning geldt voor de persoon en het pand. Als u een bedrijf overneemt, heeft u een nieuwe vergunning nodig. Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden.
De gemeente of de politie controleert of u een exploitatievergunning heeft. Er moet altijd iemand aanwezig zijn die op de vergunning staat, op tijden dat de zaak voor het publiek open is.
Het is niet toegestaan de inrichting te exploiteren voordat de exploitatievergunning is verleend.
Als er in het bedrijf consumpties worden verstrekt is daar vaak een aparte vergunning voor nodig, zeker als het om alcoholhoudende drank gaat. Zonder het schenken van alcohol is alleen een exploitatievergunning nodig.
Kansspelautomaten (gokkasten) zijn niet toegestaan in een seksinrichting.
Indien deze voorschriften worden overtreden is onmiddellijke intrekking van de vergunning mogelijk. Daarnaast dienen onderstaand vermelde personen te allen tijde aan de gedragseisen te voldoen, zoals vermeld in de APV. Als dat niet meer het geval is, bijvoorbeeld vanwege een strafrechtelijke veroordeling, kan eveneens de vergunning ingetrokken worden.
naam en voornamen :........................................................................................
straatnaam/huisnr.:.........................................................................................
postcode :.........................................................................................
plaatsnaam :.........................................................................................
telefoonnummer :.........................................................................................
geboortedatum :.........................................................................................
geboorteplaats :.........................................................................................
Bedrijfsleider (persoon belast met de algemene leiding)
naam en voornamen :........................................................................................
straatnaam/huisnr.:.........................................................................................
postcode :.........................................................................................
plaatsnaam :.........................................................................................
telefoonnummer :.........................................................................................
geboortedatum :.........................................................................................
geboorteplaats :.........................................................................................
Beheerder (persoon belast met de dagelijkse leiding)
naam en voornamen :........................................................................................
straatnaam/huisnr.:.........................................................................................
postcode :.........................................................................................
plaatsnaam :.........................................................................................
telefoonnummer :.........................................................................................
geboortedatum :.........................................................................................
geboorteplaats :.........................................................................................
postcode :.........................................................................................
plaatsnaam :.........................................................................................
telefoonnummer :.........................................................................................
naam bedrijf :.......................................................................…................
het aantal werkzame prostituees :.................................................................
3.Aard van de inrichting (zoals bijvoorbeeld seksinrichting of escortbedrijf)
aard inrichting :.........................................................................................
onder welke telefoonnummers biedt u de diensten aan: ........................................... ...........................................
................................................................ .................................
(plaatsnaam) (datum) (handtekening aanvrager)
Het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens is strafbaar en kan leiden tot weigering of intrekking van de vergunning.