Organisatie | Zaltbommel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie gemeente Zaltbommel 2007 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke participatie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 27-02-2012 | Nieuwe regeling | 21-06-2007 Onbekend | Onbekend |
De gemeenteraad van de gemeente Zaltbommel,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 08 mei 2007, inzake Verordening Maatschappelijke Participatie Gemeente Zaltbommel, 2007”,
Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Bommelerwaard van 8 januari 2007;
Verordening Maatschappelijke Participatie Gemeente Zaltbommel, 2007
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;
Alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;
Huishouden: de alleenstaande, die zelfstandig een huishouden voert waaronder begrepen de alleenstaande wonend in een gezinsvervangend tehuis, de alleenstaande ouder met een of meer ten laste komende kinderen ex artikel 4 WWB, die zelfstandig een huishouden voert, de in gezinsverband levende gehuwden of daarmee ex artikel 3 WWB gelijkgestelden, al dan niet met kinderen;
De regeling beoogt de deelname aan maatschappelijke activiteiten te bevorderen door een financiële bijdrage in de kosten van maatschappelijke activiteiten te bieden aan personen die afhankelijk zijn van een inkomen tot 110% van de toepasselijke bijstandsniveau en die niet beschikken over vermogen boven de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 lid 3 WWB.
Deze bijdrageregeling is uitsluitend van toepassing op personen, ouder dan 18 jaar, die in de Gemeentelijke Basisadministratie van de gemeente zijn ingeschreven, uitgesloten worden zij die verblijven in een AWBZ-instelling, dan wel een opleiding volgen conform Hoofdstuk II van de Wet op de Studiefinanciering en Hoofdstuk II van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schookosten.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van 21 Juni 2007
De raad voornoemd,
de raadsgriffier (a.i.), de voorzitter,
Mr. M.C. van de Plasse, A. van den Bosch
TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE
HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN BEPALINGEN
De Sociale Dienst Bommelerwaard acht deelname aan maatschappelijk participatie voor de inwoners van het samenwerkingsgebied van belang. Daardoor kan aan inwoners die voldoen aan de draagkrachtcriteria een vergoeding worden verstrekt voor dergelijke kosten. In de verordening worden nadere voorwaarden beschreven alsmede de aard van de kosten die onder maatschappelijke activiteiten wordt verstaan. De bijdrage per persoon is aan een maximum gebonden.
De begrippen die in de beleidsregels worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB. Omdat uit de beleidsregels moet blijken waar belanghebbenden recht op hebben zijn de begripsomschrijvingen uit de wet hierin opgenomen.
Aanvrager: alleen personen die in de gemeente staan ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie en ouder zijn dan 18 jaar kunnen een bijdrage aanvragen.
Minimuminkomen: Uitgangspunt is dat mensen met een minimuminkomen een bijdrage kunnen aanvragen voor de kosten van deelname aan maatschappelijke participatie. Het minimuminkomen bedraagt 110% van de toepasselijke bijstandsnorm (inclusief gemeentelijke toeslag).
Huishouden: Dit begrip wordt gehanteerd om de omvang van het gezin van de aanvrager vast te stellen alsmede indirect de maximaal toe te kennen bijdrage te berekenen conform de draagkrachtrichtlijnen bijzondere bijstand.
Peilmaand: Bij het berekenen van de draagkracht op jaarbasis wordt uitgegaan van de inkomstengegevens per huishouden zoals die zijn in de maand januari van ieder kalenderjaar.
De gemeenteraad wil maatschappelijke participatie bevorderen en acht het noodzakelijk dat deelname aan maatschappelijke activiteiten bereikbaar is voor alle inwoners. Daarom stelt zij een bijdrage ter beschikking aan de inwoners die over onvoldoende draagkracht beschikken om deze kosten te betalen.
In dit artikel worden een aantal doelgroepen uitgezonderd van het recht op een bijdrage. Uitgezonderd worden personen die verblijven in een AWBZ-instelling. Voor hun deelname aan het maatschappelijk participatie zijn zij voor het grootste gedeelte aangewezen op de instelling waar zij verblijven. Bovendien voeren zij geen zelfstandige huishouding.
De groep studerenden worden geacht een inkomen te hebben dat voldoende is om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. Daarnaast worden studenten bij hun deelname aan maatschappelijk participatie al vaak met kortingen tegemoet gekomen.
In dit artikel is geregeld dat de aanvraag schriftelijk moet worden ingediend via een door het Dagelijks Bestuur vastgesteld formulier. Daarnaast is in dit artikel een termijn gesteld aan de periode waarover men kan declareren.
De voorwaarden zijn voor wat betreft het vermogen gebaseerd op de voorwaarden zoals die gelden voor de bijzondere bijstand. Daarom zijn de richtlijnen voor de berekening van het vermogen overgenomen zoals de draagkrachtregeling bijzonder bijstand voorschrijft. Het inkomen daarentegen mag maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm (inclusief gemeentelijke toeslag) bedragen;
Artikel 6 Hoogte van de bijdrage
De hoogte wordt jaarlijks aangepast met de alimentatie-indexering en afgerond op hele euro’s omhoog. In het derde lid is geregeld dat de bijdrage niet overdraagbaar is aan een ander lid van het huishouden
Artikel 7 Kosten deelname aan maatschappelijke activiteiten
In dit artikel staan de kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage. Kosten kunnen uitsluitend worden vergoed voor activiteiten die in Nederland plaatsvinden (in verband met territorialiteitsbeginsel). Er is geen limiet meer voor het aantal keren dat men mag deelnemen aan activiteiten.
Met samenhangende kosten worden kosten bedoeld die men moet maken om het lidmaatschap werkelijk uit te oefenen, bijvoorbeeld speciale sportkleding, zoals judopak of voetbalshirt en schoenen. Indien geen speciale kleding noodzakelijk is kan geen vergoeding worden gegeven. Omdat er vanuit wordt gegaan dat men de vereniging kiest die in of dichtbij de woonplaats is, worden hiervoor geen reiskosten vergoed.
Het volgen van beroepsgerichte cursussen worden niet vergoed op basis van de regeling maatschappelijke activiteiten. Indien er een noodzaak is voor het volgen van een beroepsgerichte cursus kan immers een beroep worden gedaan op het Werkdeel WWB. Dit geldt zowel voor niet-uitkeringsgerechtigden als voor bijstandscliënten. Daarom kan alleen een vergoeding worden verstrekt voor niet beroepsgerichte cursussen, waaronder hobby-cursussen.
Dit artikel behoeft geen toelichting.