HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- 1.
wet: Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
college: het college van burgemeester en wethouders van
Soest
- 3
structurele subsidie: een subsidie per boekjaar of aantal
boekjaren verstrekt voor activiteiten zoals
bedoeld in artikel 4.58 van de wet. Hieronder mede te verstaan
een projectsubsidie, dat wil zeggen
een meerjarensubsidie voor activiteiten met een einddoel en een
beperkte looptijd.
- 4.
incidentele subsidie: een subsidie voor in principe eenmalige en
kortdurende activiteiten.
- 5.
investeringssubsidie: een subsidie in de kosten van het
stichten, wijzigen of uitbreiden van
accommodaties en/of het inrichten hiervan.
- 6.
garantiesubsidie: een incidenteel subsidie dat alleen wordt
uitbetaald bij eventuele tekorten door
onvoorziene omstandigheden.
Artikel 2 Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op subsidies voor activiteiten op de
volgende beleidsterreinen tenzij een andere wettelijke regeling of
gemeentelijke verordening daarin voorziet.
veiligheid
verkeer en vervoer
economie
natuur en milieu
wonen en ruimtelijke ordening
onderwijs en kinderopvang
zorg en welzijn
sport, recreatie, kunst en cultuur
bestuurlijke taken
Artikel 3 Bevoegdheid van het college
1.Het college is het bevoegd bestuursorgaan met betrekking tot het nemen
van beslissingen op grond
van deze verordening.
- 2.
Het college kan nadere regels stellen ter uitvoering van deze
verordening.
- 3.
Het college kan voor de uitvoering van de subsidiebeschikking
een overeenkomst sluiten zoals
bedoeld in artikel 4.36 van de wet.
Artikel 4 Subsidieplafond
1.Indien in de door de Gemeenteraad vastgestelde begroting of in een
daarvan deel uitmakende
bijlage een post is opgenomen die blijkens de daarbij behorende
omschrijving uitsluitend is bestemd
als subsidie ten behoeve van een bepaalde activiteit, geldt deze
begrotingspost als subsidieplafond
voor die activiteit.
2.Indien uit de omschrijving, behorend bij een in de begroting of in een
daarvan deel uitmakende
bijlage opgenomen post, niet of niet zonder meer blijkt dat de in het
eerste lid bedoelde post
uitsluitend als subsidie voor een bepaalde activiteit kan worden
aangewend, is het college bevoegd
ten behoeve van de subsidiëring van die activiteit een subsidieplafond
vast te stellen.
HOOFDSTUK 2. DE AANVRAAG
Artikel 5 Indieningstermijn aanvraag
1.De aanvraag voor een structurele subsidie moet vóór 1 april
voorafgaand aan het jaar waarvoor het
subsidie wordt gevraagd schriftelijk worden ingediend bij het
college.
2.De aanvraag voor een incidentele-, investerings- of garantiesubsidie
moet tenminste drie maanden
voor aanvang van de te realiseren activiteit of voorziening worden
ingediend.
3.Het college kan in door haar aan te geven gevallen of categorieën van
gevallen een andere datum
dan is genoemd in lid 1 of 2 vaststellen. Zij maken dit besluit
algemeen bekend.
Artikel 6 In te dienen stukken
- 1.
Bij een aanvraag voor een structurele subsidie moeten worden
overgelegd:
- -
een beschrijving van de aard en omvang van de
activiteiten als bedoeld in artikel 4:62 van de
wet en de daarmee beoogde doelstellingen
- -
een begroting als bedoeld in artikel 4:63 van de wet van
de aan de activiteiten verbonden
inkomsten en uitgaven, voorzien van een
toelichting
- 2.
Bij een aanvraag voor een incidentele of garantiesubsidie moeten
worden overgeleg:
- -
een op de activiteit betrekking hebbende begroting,
voorzien van een toelichting waarin de te
leveren prestaties expliciet worden genoemd.
- 3.
Bij een aanvraag voor een investeringssubsidie moeten worden
overgelegd:
- -
een kostenraming van de investering voorzien van een
toelichting
- -
- -
een exploitatiebegroting waarin de gevolgen van de
investering zijn verwerkt.
- 4.
Bij een eerste subsidieaanvraag moeten daarnaast worden
overgelegd:
- -
een motivering van de aanvraag
- -
de statuten of het reglement van de instelling
- -
een opgave van de bestuurssamenstelling
- -
de laatste jaarrekening en het laatste verslag van de
activiteiten.
- 5.
Het college kan bepalen dat bij een tweede of volgende aanvraag
de in lid 4 genoemde gegevens
moeten worden overgelegd.
- 6.
Het college kan indien zij dit nodig acht voor het beoordelen
van de aanvraag nadere gegevens
vragen.
HOOFDSTUK 3. DE BESCHIKKING OP DE AANVRAAG
Artikel 7 Beschikking op de aanvraag
- 1.
De beschikking op een aanvraag wordt genomen door het
college.
- 2.
De beschikking op een aanvraag voor een structureel subsidie
wordt bekendgemaakt vóór 1 januari
van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
3.De beschikking op een aanvraag voor een incidentele-, investerings- of
garantiesubsidie wordt
bekendgemaakt binnen drie maanden nadat de aanvraag is ingediend. Deze
termijn kan eenmaal met
maximaal drie maanden worden verlengd, maar in ieder geval wordt de
beschikking bekend
gemaakt voor de aanvang van de te realiseren activiteit of
voorziening.
Artikel 8 Weigeringsgronden
- 1.
De subsidie-aanvraag kan worden afgewezen als
- a.
de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de
gemeente
- b.
de hiervoor benodigde gelden niet in de gemeentebegroting
zijn opgenomen
- c.
de instelling geen rechtspersoonlijkheid heeft
- d.
de activiteit of voorziening waarvoor subsidie wordt
gevraagd niet (voornamelijk) is gericht op
inwoners van Soest of op de promotie van Soest
- e.
de instelling met winstoogmerk werkzaam is
- f.
de doelstellingen of middelen van de instelling in strijd
zijn met de wet, het algemeen belang of
de openbare orde
- g.
de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende
gelden, hetzij eigen middelen,
hetzij middelen van derden, kan beschikken om de kosten van
de activiteiten te dekken
- h.
een doublure ontstaat met activiteiten van een reeds door
het gemeentebestuur gesubsidieerde
(rechts)persoon;
- i.
de door de aanvrager aan de deelnemers van de activiteiten
gevraagde eigen bijdrage zo laag is
gesteld, dat door een redelijke verhoging hiervan
subsidieverlening achterwege kan blijven.
- 2.
In bijzondere gevallen kan van het gestelde in lid 1 onder c en e
worden afgeweken.
Artikel 9 Subsidievaststelling of -verlening
1.Toekenning van een structurele, een incidentele of een
investeringssubsidie subsidie gebeurt door
middel van een beschikking tot het verlenen of vaststellen van
subsidie.
2.Toekenning van een garantiesubsidie gebeurt door middel van een
beschikking tot het verlenen van
subsidie.
Artikel 10 Inhoud van de beschikking
1.De beschikking tot subsidievaststelling of -verlening als bedoeld in
artikel 9 vermeldt hetgeen in de
afdeling 4.2.3 en 4.2.4. van de wet is bepaald.
- 2.
Aan de subsidievaststelling of -verlening kunnen nadere
voorwaarden worden verbonden.
- 3.
De beschikking tot verlening van een structurele subsidie kan
vermelden dat voor een aangegeven
datum een rapportage en een voorlopige verantwoording moeten
worden ingediend.
- 4.
De beschikking tot subsidieverlening kan vermelden dat
voorschotten worden verleend.
- 5.
In de subsidiebeschikking kan het voorbehoud worden gemaakt dat
het subsidie kan worden
ingetrokken of gewijzigd als de te verwachten rijksgelden niet
of niet volledig worden verkregen.
HOOFDSTUK 4. VERANTWOORDING VAN HET SUBSIDIE
Artikel 11 Verantwoording
1.De aanvrager dient vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar
waarvoor een structurele subsidie is
verleend een jaarrekening, een verantwoording van de prestaties en een
inhoudelijk jaarverslag
bij college in.
2.De aanvrager dient binnen drie maanden na realisering van de
activiteit of de voorziening waarvoor
een incidentele, investerings- of garantiesubsidie is verleend, een
gespecificeerde afrekening, een
verantwoording van de prestaties en een inhoudelijk verslag bij het
college in.
3.Het college kan bepalen dat de jaarrekening en de verantwoording van
de prestaties moeten zijn
voorzien van een accountantsverklaring.
Artikel 12 Afhandeling van de verantwoording na subsidieverlening
Als een subsidie is toegekend door middel van een beschikking tot het
verlenen van een subsidie stelt het college binnen negen maanden na
indiening van de verantwoording het subsidie vast.
Artikel 13 Afhandeling van de verantwoording na subsidievaststelling
1.Als een subsidie is toegekend door middel van een beschikking tot het
vaststellen van subsidie
toetst het college
- a.
de realisering van de in de beschikking omschreven
prestaties
- b.
de aard en hoogte van de benodigde voorzieningen en
reserves.
- 2.
Binnen negen maanden na indiening van de verantwoording
informeert het college de instelling
over het resultaat van de toetsing.
HOOFDSTUK 5. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 14 Toezicht op werkzaamheden en financieel beheer
1.De financiële administratie van de aanvrager moet zodanig zijn
ingericht dat de exploitatieresultaten
en de vermogenspositie daaruit op eenvoudige wijze duidelijk
worden.
2.Het college kan bindende voorschriften geven voor de inrichting van de
financiële administratie en
de jaarrekening.
- 3.
Het college kan de aanvrager verplichten aan door hen daartoe
aangewezen ambtenaren :
- a.
inzage te geven in de financiële administratie
- b.
inlichtingen te geven over en controle toe te staan op
de werkzaamheden en/of het financieel
beheer.
- 4.
Het college kan bepalen dat de aanvrager de controle op het
financieel beheer opdraagt aan een
registeraccountant.
Artikel 15 Toestemming voor handelingen
1.De instelling behoeft de toestemming van het college voor de
handelingen als bedoeld in artikel
4:71 lid 1 van de wet met uitzondering van het daar bepaalde onder g en
h.
2.Daarnaast behoeft de instelling bij ontbinding toestemming van het
college voor de bestemming van
een eventueel batig liquidatiesaldo, voor zover dit mede is gevormd
door subsidiegelden van de
gemeente.
Artikel 16 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het
college.
Artikel 17 Hardheidsclausule
In bijzondere gevallen en voor zover toepassing van deze verordening tot
een onbillijkheid leidt van overwegende aard kan het college afwijken
van deze verordening.
Artikel 18 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.
- 2.
De Algemene subsidieverordening welzijn, vastgesteld 14/15
oktober 1998, wordt per 1 januari
2006 ingetrokken met dien verstande dat ze van kracht blijft
voor subsidies die vóór dit tijdstip zijn
verstrekt.
Artikel 19 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Algemene Subsidieverordening
Soest.