Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordoostpolder

Beleidsregel tijdelijk kamperen buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordoostpolder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel tijdelijk kamperen buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd
CiteertitelBeleidsregel tijdelijk kamperen buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Plaatselijke Verordening, art. 4:18, lid 3
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-04-2010Nieuwe regeling

20-04-2010

Gemeenteblad 200 en Flevopost 28-04-2010

2010-6855

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel tijdelijk kamperen buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van de manager van de eenheid ontwikkeling van 29 maart 2010;

B E S L U I T E N: Vast te stellen:

beleidsregel tijdelijk kamperen buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd;

luidende als volgt:

Artikel 1. Begripsbepaling

    • a.

      Kampeermiddel:het middel genoemd in artikel 4:17 APV.

    • b.

      Kampeerterrein: terrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd.

    • c.

      Evenement: het evenement als genoemd in artikel 2:24 APV.

    • d.

      Ontheffing: een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18 lid 3 van de APV.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze beleidsregel geeft een nadere invulling aan artikel 4:18, derde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Noordoostpolder 2010.

Artikel 3. Ontheffing

De ontheffing kan worden verleend indien:

  • a.

    het tijdelijk kamperen ten behoeve van een evenement plaatsvindt; of

  • b.

    het kamperen plaatsvindt als een groep met een gemeenschappelijk doel ten tijde van dit kamperen, zoals een schoolkamp, een familiekamp of een sport- of verenigingskamp.

Artikel 4. Duur van de ontheffing, beperking gebruiksrecht, intrekking van de ontheffing.

  • 1.

    Een ontheffing geldt voor een periode van maximaal vijf dagen, tenzij naar het oordeel van het bevoegd bestuursorgaan er dringende redenen bestaan voor een afwijkende periode.

  • 2.

    Een ontheffing is niet geheel of gedeeltelijk overdraagbaar.

  • 3.

    Een ontheffing kan in ieder geval worden ingetrokken indien sprake is van:

    • a.

      ernstige of herhaaldelijke verstoring van de openbare orde ten gevolge van het tijdelijk kamperen of;

    • b.

      het herhaaldelijk in strijd handelen met de voorschriften verbonden aan de kampeerontheffing.

Artikel 5. Verlening ontheffing

Een ontheffing kan worden verleend indien:

  • a.

    aannemelijk is dat geen gebruik kan worden gemaakt van een (bestemd) kampeerterrein;

  • b.

    het tijdelijk kamperen uitsluitend plaatsvindt in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober en aangetoond wordt dat buiten deze periode geen kampeermiddelen aanwezig zijn;

  • c.

    er geen vaste plaatsgebonden kampeermiddelen zoals stacaravans of chalets worden geplaatst;

  • d.

    het tijdelijk kamperen niet plaats zal vinden in de delen van de gemeente die zijn aangewezen als beschermd natuurgebied (EHS, EVZ of Natura-2000 gebieden), en;

  • e.

    de eigenaar of beheerder van het terrein toestemming heeft gegeven.

Artikel 6. Voorschriften ontheffing

In de ontheffing kunnen nadere voorschriften worden gesteld met betrekking tot:

  • a.

    de openbare orde en (brand)veiligheid;

  • b.

    het voorkomen of beperken van overlast;

  • c.

    natuur en landschapsbescherming;

  • d.

    alsmede overige onderwerpen betreffende het kamperen en de plaats waar het wordt toegestaan.

Artikel 7. Verantwoordelijkheid

De organisator is zelf verantwoordelijk voor de veiligheid.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 april 2010,

het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,