Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vertegenwoordiging burgemeester (tekenen van stukken) |
Citeertitel | Vertegenwoordiging burgemeester |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | - |
Herdruk van het besluit van 5 september 1945 (herdruk Gemeenteblad 1956, nr. 21) met de wijzigingen van 15 oktober en 14 november 1949, 19 oktober 1950, 7 maart 1952, 14 januari 1953, 29 april 1954, 28 februari en 2 mei 1956, 3 juni 1957, 28 februari, 11 september en 24 december 1958, 4 mei 1959, 25 april 1960 en 9 november 1964.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-11-1964 | 17-12-1969 | art. III G, sub 3 | 09-11-1964 Gemeenteblad van Utrecht 1964, nr. 120 | Besluit burgemeester 9 november 1964 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
Vertegenwoordiging Burgemeester )
(Besluit van de Burgemeester van 5 september 1945, t/m 14e wijzigiging)
Gezien het besluit van diens ambtsvoorganger van 3 maart 1943 (Gemeenteblad 1943, nr. 13), zoals dat laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 24 mei 1945, waarbij het tekenen namens hem van bepaalde, daarin nader omschreven, stukken is opgedragen aan ambtenaren en waarbij voorts ambtenaren zijn aangewezen om in bepaalde buitengerechtelijke rechtshandelingen als zijn gemachtigde op te treden;
Gelet op de artikelen 75, 2e lid en 78 der Gemeentewet, de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag van 15 augustus 1955, S. nr. 395, het Koninklijk Besluit van 30 januari 1956, S. nr. 73, betreffende uitvoeringsvoorschriften ten aanzien van verklaringen omtrent het gedrag en het Koninklijk Besluit van 23 september 1958, S. nr. 466 (Besluit inlichtingen justitiële documentatie);
het tekenen van de hierna te omschrijven stukken op te dragen aan:
A. de chef van de afdeling I B, Algemene Zaken, der gemeentesecretarie, of wie hem vervangt, voorzover betreft:
het waarmerken van de registers, bedoeld in artikel 37 der Waarborgwet 1927;
B.) de chef van de afdeling II, Belastingen, Bevolking, Burgerlijke Stand, Inlichtingendienst, Militaire Zaken en Verkiezingen, of wie hem vervangt, voorzover betreft het tekenen van de volgende stukken
1. verklaringen omtrent het gedrag en bewijzen van onvermogen;
C.) de chef van de afdeling V, Financiën, of wie hem vervangt, voorzover betreft het tekenen van stukken, nodig voor het opnemen van gelden bij de Nederlandse Bank en de Incasso-Bank;
D.)de chef van de afdeling VIII, Maatschappelijke Aangelegenheden en Statistiek, of wie hem vervangt, terzake van het voor „gezien" tekenen van diploma's van artsen, tandheelkundigen en vroedvrouwen, alsmede het tekenen van mededelingen van verleende machtigingen tot opneming van krankzinnigen in een gesticht;
E.) de directeur van de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst, of wie hem vervangt, terzake van het tekenen van de aanschrijvingen, bedoeld in artikel 2 van de Inentingswet 1939;
de volgende personen aan te wijzen als zijn gemachtigde bij de na te noemen buitengerechtelijke rechtshandelingen:
A.) de Wethouder van de Bedrijven ter zake van het houden van openbare verpachtingen ten behoeve van de gemeenteslachtplaats en de reinigings-, markt- en havendienst;
B.) de gemeentesecretaris, of wie hem vervangt, of de hoofdambtenaar in algemene dienst ter gemeentesecretarie of wie deze laatste vervangt, bij alle buitengerechtelijke rechtshandelingen – uitgezonderd die, hierna onder H genoemd, – welke voor de gemeente moeten worden gedaan, voorzover daarvan een notariële akte wordt opgemaakt, dan wel een onderhandse akte ter rectificatie of als uitvloeisel van een notariële akte;
C.) de hoofden van takken van dienst en van andere gemeentelijke instellingen, voorzoveel het onder hen werkzame personeel betreft, terzake van het aangaan van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht met het personeel en terzake van het aanvaarden van cessies als bedoeld in artikel 77 van het Algemeen Ambtenarenreglement;
D. de hoofddirecteur van openbare werken, of wie hem vervangt, ten aanzien van het bijwonen van de vergaderingen van waterschappen;
E.)de directeur van openbare werken, technische dienst, of wie hem vervangt, terzake van het houden van de openbare aanbestedingen van onder toezicht van de dienst van openbare werken uit te voeren werken en hem mitsdien aan te wijzen om bij de daaruit voortvloeiende overeenkomsten de gemeente te vertegenwoordigen, zulks met dien verstande, dat de beslissing over de gunning bij Burgemeester en Wethouders berust:
F.)de hoofddirecteur van het energie- en vervoerbedrijf, of wie hem vervangt, terzake van
1. het houden van openbare aanbestedingen van onder toezicht van het energie- en vervoerbedrijf uit te voeren werken en van ten behoeve van dat bedrijf te verrichten leveranties en hem mitsdien aan te wijzen om bij de daaruit voortvloeiende overeenkomsten de gemeente te vertegenwoordigen, zulks met dien verstande, dat de beslissing over de gunning bij Burgemeester en Wethouders berust;
het sluiten van overeenkomsten betreffende de levering van gas en van elektriciteit, zowel wat betreft die, waarin een uniform tarief is opgenomen zonder voorafgaande goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, als die met een bijzonder tarief, telkens na verkregen goedkeuring van Burgemeester en Wethouders;
het sluiten van overeenkomsten betreffende het verstrekken in huurloon van gasgeisers en elektrische heetwaterreservoirs, al dan niet met bijbehorende leidingaanleg, sproeierinstallatie en elektrische verwarmingsaanleg in een badcel;
G.) de directeur van de bouw- en woningdienst, of wie hem vervangt, terzake van:
het houden van de openbare aanbestedingen van onder toezicht van de bouw- en woningdienst uit te voeren werken en hem mitsdien aan te wijzen om bij de daaruit voortvloeiende overeenkomsten de gemeente te vertegenwoordigen, zulks met dien verstande, dat de beslissing over de gunning bij Burgemeester en Wethouders berust;
het sluiten van overeenkomsten betreffende de ingebruikgeving van terreingedeelten behorende tot bij de bouw- en woningdienst in exploitatie zijnde woningcomplexen.
H.) de chef van de afdeling Financiën van de gemeentesecretarie, of wie hem vervangt, terzake van de uitloting van de door de gemeente aangegane obligatie- en premieleningen.
I.)de directeur van de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst of wie hem vervangt, terzake van het sluiten van overeenkomsten tot het verrichten van enkele diensten met schooltandartsen.
IV.)de chef van de 2e afdeling der gemeentesecretarie, of wie hem vervangt, machtiging te verlenen tot het aanvragen van een uittreksel uit de strafregisters en van inlichtingen over de gegevens, die vermeld stonden op de uit de strafregisters verwijderde strafbladen, als bedoeld in artikel 6, 1e en 2e lid van het Koninklijk besluit van 23 september 1958, S. nr. 466 (Besluit inlichtingen justitiële documentatie).
V.)de chef van de afdeling Algemene Zaken der gemeentesecretarie of wie hem vervangt, machtiging te verlenen tot het aanvragen van een uittreksel uit de strafregisters en van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters over de gegevens, welke vermeld stonden op uit de strafregisters verwijderde strafbladen, als bedoeld in artikel 6, 2e lid, van het Koninklijk besluit van 23 september 1958, S. nr. 466 (Besluit inlichtingen justitiële documentatie), het een en ander, voorzoveel betreft de uitvoering van de Wet op Woonwagens en Woonschepen, alsmede van het Reglement op Woonwagens en Woonschepen;
V1.) de hoofdcommissaris van politie of wie hem vervangt, machtiging te verlenen tot:
het aanvragen van inlichtingen over de gegevens uit de algemene documentatieregisters, als bedoeld in artikel 2, onder a, van het Koninklijk besluit van 23 september 1958, S. nr. 466 (Besluit inlichtingen justitiële documentatie), voorzover betreft de aan de Burgemeester toekomende bevoegdheid tot het nemen van beslissingen over de benoeming en het ontslag van personeel bij de gemeentepolitie;
VII.) zich te doen vertegenwoordigen door de chef van de 2e afdeling der gemeentesecretarie, of wie hem vervangt, in de gevallen bedoeld in artikel 31, 1e lid van de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag van 15 augustus 1955, S. nr. 395.
Dit besluit is, voorzoveel punt II betreft, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Utrecht bij hun besluit van 27 november 1945, 3de afdeling A I nr. 1026/1444.
De wijzigingen van 15 oktober 1949 en 24 december 1958 zijn goedgekeurd bij besluiten van de Gedeputeerde Staten van Utrecht onderscheidenlijk van 25 oktober 1949, 3de afdeling, nr. 5433/4154 en 12 januari 1959, 3de afdeling, nr. 5802'58/279.