Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden |
Citeertitel | Exploitatieverordening 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De datum van bekendmaking van de regeling is niet te achterhalen.
De inwerkingtreding is bij benadering ingevuld.
Deze regeling vervangt de Exploitatieverordening 1980.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-03-1999 | nieuwe regeling | 10-12-1998 Stadsbulletin | 42379 |
De raad van de gemeente Lelystad,
op voorstel van burgemeester en wethouders d.d. l december 1998;
gelet op artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 222, van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
VERORDENING houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
Artikel 1. Algemene begripsbepalingen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden:
het door of met medewerking van de gemeente treffen van voorzieningen van openbaar nut, waardoor de in het exploitatiegebied gelegen onroerende zaken gebaat worden;
een als zodanig door de gemeenteraad aangewezen gebied, dat gebaat is door de aanleg van voorzieningen van openbaar nut;
de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een in het exploitatiegebied gelegen onroerende zaak welke door het treffen van voorzieningen van openbaar nut gebaat is;
de overeenkomst, onder welke naam dan ook gesloten, waarin de gemeente met een exploitant de voorwaarden overeenkomt waaronder de gemeente voorzieningen van openbaar nut zal treffen of daaraan medewerking zal verlenen;
e.aangevuld bekostigingsbesluit:
een besluit van de gemeenteraad waarin niet alleen overeenkomstig artikel 222 van de Gemeentewet wordt besloten in welke mate de aan de voorzieningen verbonden lasten zullen worden verhaald op een daarbij aangeduid gebied, maar waarin ook een omschrijving van de voorzieningen van openbaar
nut en een begroting van kosten en opbrengsten is opgenomen;
Artikel 2. Kosten van exploitatie.
Voor de berekening ten behoeve van de begroting van kosten en ten behoeve van de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van grond begrepen:
de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding en planbeheer en plantoezicht. Onder deze kosten wordt tenminste verstaan de kosten verband houdende met het opstellen van structuurplannen en bestemmingsplannen, het opstellen van planmatige uitwerkingen of wijzigingen, het vervaardigen van besluiten tot het verlenen van vrijstellen van een bestemmingsplan, alsmede van overige planologische maatregelen, voor zover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied, Hiervoor kunnen de kosten worden geraamd in de exploitatieberekening, doch het is partijen toegestaan hiervoor per gevel een regeling te treffen;
Hoofdstuk 2. In exploitatie brengen op initiatief van de gemeente.
Artikel 3. Vaststelling bekostigingsbesluit.
1.Voordat op initiatief van de gemeente met het treffen van voorzieningen van openbaar nut in een exploitatiegebied wordt aangevangen, wordt door de gemeenteraad een bekostigingsbesluit voor dat exploitatiegebied vastgesteld en bekendgemaakt op de wijze zoals bedoeld in artikel 139 van de
Partijen kunnen overeenkomen dat zij het nemen van een bekostigingsbesluit niet noodzakelijk achten voor het aangaan van een exploitatieovereenkomst.
Van deze begroting maakt eveneens deel uit de wijze van toerekening van de totale kosten en opbrengsten aan de onroerende zaken in het exploitatiegebied, zoveel mogelijk naar de mate van het profijt dat de onroerende zaken hebben van het samenhangend geheel van voorzieningen van openbaar nut;
In het aangevuld bekostigingsbesluit kan worden bepaald dat de begroting als bedoeld in het tweede lid, onder f, later door de gemeenteraad wordt vastgesteld. De begroting kan door de gemeenteraad periodiek worden herzien. De begroting wordt bekendgemaakt op de wijze als bedoeld in artikel 139 van de Gemeentewet.
Artikel 4. Wijze van toerekening naar mate van profijt.
Onder de grondoppervlakte wordt verstaan de kadastrale oppervlakte van de onroerende zaken, waar mogelijk ingedeeld naar de in het bestemmingsplan opgenomen geprojecteerde kavels (bouw)grond, vermenigvuldigd met factoren voor ligging en bestemming en objectieve gebruiksmogelijkheid, waarin het profijt van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.
Artikel 5. Vaststelling exploitatiebijdrage.
1.De exploitant betaalt als bijdrage in de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, het bedrag dat - voor zover van toepassing volgens de in de begroting als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder f, uitgewerkte wijze - aan zijn
onroerende zaak wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten op de afstand van de gronden bestemd voor de aanleg en/of aanpassing van voorzieningen van openbaar nut vallende en de kosten van kadastrale uitmeting en verminderd met de inbrengwaarde van de bij de exploitant in eigendom
zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de gronden welke zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door de exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
2.De waarde van de in het eerste lid bedoelde grond die door de exploitant is ingebracht wordt door de gemeente en de exploitant gezamenlijk door middel van taxatie vastgesteld. Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgesteld door een commissie van drie
deskundigen, van wie een aan te wijzen door de gemeente, een door de exploitant en een derde door de beide reeds aangewezen deskundigen, of, indien zij het daarover niet eens kunnen worden, door de ter zake bevoegde kantonrechter.
3.Indien de exploitant zelf conform artikel 6, derde lid, onder e, voorzieningen van openbaar nut aanlegt, bestaat de exploitatiebijdrage uit de bijdrage, zoals deze op grond van het eerste lid van dit artikel wordt bepaald, verminderd met de kosten van de door de exploitant uit te voeren
werkzaamheden, voor zover deze kosten corresponderen met de begroting van kosten zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder f.
Hoofdstuk 3. In exploitatie brengen op verzoek van exploitant.
Artikel 7. Indiening aanvraag voor medewerking.
eventueel in combinatie met een aanvraag voor vrijstelling, wordt ontvangen, waarbij in ieder geval van verlening van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut moeten worden getroffen, wordt hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval
voor de beslissing op de aanvraag, mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurig mogelijke raming van de voor rekening van de exploitant komende kosten, verband houdende met het in exploitatie brengen van gronden, worden verstrekt.
Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheid worden gegeven tot het indienen van een aanvraag voor medewerking.
gemeente verlangen dat de werkzaamheden binnen het exploitatiegebied door of vanwege de gemeente zelf worden gerealiseerd.
Hoofdstuk 4. Overige bepalingen.
Artikel 9. Weigeringsgronden voor een exploitatieovereenkomst.
De medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden behoeft niet te worden verleend indien:
Artikel 10. Uitzonderingsbepalingen.
1.De artikelen 2, eerste lid, 3, 5 en 6, van deze verordening zijn niet van toepassing voor voorzieningen van openbaar nut van ondergeschikt belang, zoals een uitweg op de openbare weg of een aansluiting op het openbare riool. In dergelijke gevallen besluiten burgemeester en wethouders onder welke voorwaarden deze voorzieningen van openbaar nut door of met medewerking van de gemeente zullen worden aangelegd.
Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op exploitatiegebieden met een oppervlakte kleiner dan 1.000 m2.
Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 11. Overgangsbepalingen.
Ten aanzien van exploitatiegebieden waarvoor geldt dat vóór het moment van inwerkingtreding van deze verordening een bekostigingsbesluit is genomen, of de voorzieningen van openbaar nut reeds in uitvoering zijn, vinden de bepalingen van deze verordening voor dat exploitatiegebied, voor zover nodig op een aan die situatie aangepaste wijze, toepassing.