Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorschoten

Verordening handhaving Wet investeren in jongeren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening handhaving Wet investeren in jongeren
CiteertitelVerordening handhaving Wet investeren in jongeren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpbestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Per 1 januari 2012 van rechtswege vervallen door de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Staatsblad 2011, 650). Zie voor inwerkingtreding Staatsblad 2011, 651.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet investeren in jongeren, art. 12, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-201001-01-2012nieuwe regeling

04-11-2010

Groot Voorschoten, 16-12-2010

709 d

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening handhaving Wet investeren in jongeren

Nr. 709 d

 

De raad der gemeente Voorschoten;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Voorschoten, d.d. 21 september 2010;

 

gelet op artikel 12, eerste lid, onderdeel c van de Wet investeren in jongeren;

 

besluit:

vast te stellen de navolgende:

 

Verordening handhaving Wet investeren in jongeren

Artikel 1. Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de wet: de Wet investeren in jongeren (WIJ);

  • b.

    college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Voorschoten;

  • c.

    bijstand:de bijstand zoals genoemd onder artikel 5 onder b van de Wet werk en bijstand of de inkomensvoorziening zoals genoemd artikel 24 van de Wet investeren in jongeren;

  • d.

    maatregelenverordening: de verordening gebaseerd op artikel 12, lid 1 onder b van de Wet investeren in jongeren.

Artikel 2. Beleidsplan handhaving

Het college draagt in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet periodiek zorg voor een beleidsplan handhaving.

Artikel 3. Onderwerpen beleidsplan

Het beleidsplan als genoemd in artikel 2 besteedt in ieder geval aandacht aan:

  • a.

    de visie van de gemeente op handhaving;

  • b.

    het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet (preventie);

  • c.

    het opsporen en aanpakken van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet (repressie).

Artikel 4. Afstemming en terugvordering

  • 1.

    Bij ten onrechte ontvangen bijstand ten gevolge van het schenden van de inlichtingenplicht alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet verlaagt het college de bijstand, conform hetgeen hierover is bepaald in de maatregelenverordening.

  • 2.

    Terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand vindt plaats overeenkomstig de wet en de beleidsregels terugvordering.

Artikel 5. Uitvoering

  • 1.

    De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

  • 2.

    Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening handhaving Wet investeren in jongeren

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag na de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Voorschoten, gehouden op 4 november 2010.

de griffier, de voorzitter,

Toelichting

Toelichting algemeen

 

De Wet investeren in jongeren (WIJ) schrijft in artikel 12, eerste lid, onderdeel c voor dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WIJ. Hiermee wordt beoogd hetzelfde te regelen als onder de WWB, namelijk het vastleggen van regels over fraudebestrijding. Het ligt voor de hand bij de vormgeving van het beleid met betrekking tot fraudebestrijding in het kader van de WIJ aan te sluiten bij het reeds geregelde en bestaande handhavingsbeleid in het kader van de WWB. Dit wordt geformaliseerd door een wijziging van de Verordening handhaving WWB. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan ‘Verordening handhaving WWB en WIJ’ heten. De verordening heeft een procedureel karakter, voor het beleid wordt verwezen naar het beleidsplan. Het beleid in het kader van de WIJ kan daar zonder problemen aan toegevoegd worden.

 

 

Toelichting artikelsgewijs

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en/of bestaande regelgeving.

 

Artikel 2 Beleidsplan handhaving

Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op fraudebestrijding is hier toch gekozen voor het ruimere begrip (hoogwaardige) handhaving. In de gemeentelijke visie is reeds verwoord dat fraudebestrijding teveel het beeld oproept van repressie en genoegdoening, terwijl (hoogwaardige) handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optiek preventie onontbeerlijk.

 

Artikel 3 Onderwerpen beleidsplan

Om het belang van een goede handhaving te onderstrepen, is in dit artikel aangegeven welke onderwerpen in een gemeentelijk beleidsplan handhaving op zijn minst aan bod moeten komen.

 

Artikel 4 Afstemming en terugvordering

In dit artikel wordt verwezen naar de Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren en de beleidsregels terugvordering.

 

Artikel 5 Uitvoering

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

 

Artikel 6 Citeertitel

Dit artikel betreft de titulatuur van de verordening.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

De datum van inwerkingtreding moet met in acht name van artikel 22 van de Tijdelijke referendumwet, op ten minste zes weken na datum publicatie gesteld worden.