Organisatie | Maasdriel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Welzijnssubsidies 2007 |
Citeertitel | Verordening Welzijnssubsidie 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Verordening 2005
Gemeentewet, artt. 147 en 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 31-12-2012 | nieuwe regeling | 07-09-2006 Het Carillon, 15-11-2006 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Tenzij in enig artikel van deze verordening anders wordt bepaald, kan subsidie slechts worden verleend indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 1.4.
Artikel 1.4 Algemene subsidievoorwaarden
Activiteiten zijn slechts subsidiabel, indien:
tenminste 75% van de leden van de instelling of deelnemers aan de activiteit(en) woonachtig is in de gemeente of er sprake is van een uniek aanbod van activiteiten. In het laatste geval wordt gesubsidieerd naar rato van het aantal leden uit de gemeente. Indien een instelling meer dan 10% onder het vereiste aantal leden zakt en de instelling er vervolgens niet in slaagt binnen een jaar weer boven dit aantal uit te komen, wordt de subsidierelatie beëindigd.
De raad stelt op de begroting een bedrag beschikbaar (het zogeheten Welzijnsbudget), waaruit het college subsidie kan verlenen ten behoeve van:
Subsidies kunnen als volgt worden onderscheiden:
incidentele subsidie: subsidie voor eenmalige of incidentele activiteiten of evenementen, niet zijnde jubilea. Hieronder kan ook begrepen worden een financiële bijdrage die kan leiden tot een structurele subsidie (startsubsidie). Niet subsidiabel zijn de kosten van festiviteiten en jubilea, reiskosten en kosten van eten en drinken.
De subsidieverlening kan, naast de in artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb
genoemde gevallen, worden geweigerd indien:
Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 4.3 Wijziging van omstandigheden
De subsidieontvanger brengt wijzigingen in de statuten, reglementen, bestuurssamenstelling en de financiële positie, voor zover zij weet of behoort te weten dat de wijziging van belang is voor de beoordeling van de aanvraag, verlening of vaststelling van de subsidie, onverwijld schriftelijk ter kennis van het college.
Bij ontbinding is de procedure omtrent de vaststelling van subsidie van toepassing. Voor zover een batig liquidatiesaldo mede door het toekennen van de gemeentelijke subsidie is gevormd, kan het college terugstorting van dit saldo in de gemeentekas verlangen tot maximaal het bedrag dat aan subsidie is verleend.
De gemeente sluit een collectieve verzekering af voor alle vrijwilligers, die werkzaamheden verrichten in het kader van de gesubsidieerde activiteiten. De vrijwilligerspolis bestaat uit een aansprakelijkheidsverzekering, een ongevallenverzekering, een ongevalleninzittenden-verzekering en een persoonlijke eigendommenverzekering.
De ontvanger van een subsidie stelt na afloop van de subsidieperiode of de activiteit(en) waarvoor een eenmalige subsidie is verleend, een verslag vast dat inzicht geeft in de aard, duur en omvang van de met behulp van subsidiëring verrichte activiteiten. In het verslag is een vergelijking opgenomen van de verrichte activiteiten met de in het activiteitenplan voorgenomen activiteiten. Bovendien vermeldt het verslag of de verrichte activiteiten van verantwoorde kwaliteit (doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht) zijn geweest.
Hoofdstuk 5 Subsidievaststelling
Artikel 5.2. Over te leggen bescheiden
Bij de aanvraag wordt het volgende overgelegd, tenzij in het besluit tot subsidieverlening is bepaald dat met minder bescheiden kan worden volstaan:
een opgaaf van de bestuurssamenstelling en het aantal leden, waarbij onderscheid gemaakt moet worden naar leden wel en niet afkomstig uit de gemeente Maasdriel en naar leeftijd (jonger dan 18 jaar of ouder dan 65 jaar). De opgave dient de volgende persoonsgegevens te vermelden: naam, voorletters, geboortedatum, adres en woonplaats.
indien de subsidieontvanger ingevolge wettelijk voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt in plaats van het financieel verslag de jaarrekening overgelegd. De jaarrekening is voorzien van een verklaring van een accountant, als bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Indien op de subsidieontvanger niet de wettelijke verplichting als bedoeld in lid 2 rust kunnen burgemeester en wethouders verlangen dat het financieel verslag ook vergezeld gaat van een verklaring en/of een rapport van een accountant, als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze verklaring dient, tezamen met de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, vóór 1 juli na afloop van het subsidiejaar waarvoor de subsidie is verleend ingediend te worden; dit in afwijking van het bepaalde in artikel 5.1.
Het college kan ontheffing verlenen van een of meer in artikel 5.2 gestelde eisen indien de naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of daar geen aanwijsbaar belang mee is gediend.
Het college kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen, indien na afloop van de termijn voor de indiening van de aanvraag tot vaststelling als bedoeld in artikel 5.1 geen aanvraag is ingediend of indien het besluit tot subsidieverlening tussentijds is ingetrokken. De ambtshalve vaststelling vindt uiterlijk plaats op 1 augustus na de termijn als bedoeld in artikel 5.1.
Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen
Op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend blijven de bepalingen zoals opgenomen in de Verordening welzijnssubsidies 2005 van toepassing voor de duur van het lopende subsidiejaar. Dit betekent dat ook aanvragen tot subsidievaststelling van toekenningen van vóór de inwerkingtreding van deze verordening volgens de Verordening welzijnssubsidies 2005 worden behandeld.
Bijlage bij de Verordening welzijnssubsidies
Het welzijnssubsidiebeleid van de gemeente Maasdriel wordt tot op heden iedere drie tot vier jaar geëvalueerd. Op grond hiervan alsmede de taakstellende bezuinigingsoperatie heeft de gemeenteraad in oktober 2005 ingestemd met de nieuwe uitgangspunten van het subsidiebeleid.
Ten behoeve van het subsidiebeleid is er een verordening welzijnssubsidies gemaakt. Deze bijlage bevat de uitwerking van de verordening.
In dit document is opgenomen een overzicht van subsidieplafonds, subsidiegrondslagen en subsidiebedragen per werkterrein op het gebied van welzijn, zoals dit in de gemeente Maasdriel wordt uitgevoerd.
Hoofddoelstelling van het subsidiebeleid
De hoofddoelstelling van het gemeentelijk welzijnsbeleid is het bieden van mogelijkheden om mensen deel te laten nemen aan het sociale en maatschappelijke verkeer.
Het accent bij de subsidiëring ligt in het nieuwe subsidiebeleid bij activiteiten die voor de doelgroepen jeugd, 65-plussers, gehandicapten en voor en door vrijwilligers worden georganiseerd. Voor de doelgroepen jongeren en ouderen is een activiteitenbudget beschikbaar en bij verenigingen worden alleen leden uit de genoemde doelgroepen gesubsidieerd.
Het welzijnsbeleid bestaat in eerste instantie uit het faciliteren, instandhouden en versterken van een aantal basisvoorzieningen. Dit beleid is niet altijd voor alle doelgroepen toereikend. Op basis van gegevens, ervaringen, inzichten en ontwikkelingen dient continue bepaald te worden voor welke groepen extra aandacht nodig is.
Uitgangspunten van het subsidiebeleid
Het subsidiebeleid van de gemeente Maasdriel richt zich op de volgende doelgroepen:
Voor verenigingen geldt 1 januari als peildatum voor het aantal leden.
Activiteiten voor volwassenen van 18 tot en met 64 jaar komen niet voor een gemeentelijke subsidie in aanmerking. Wanneer men een lidmaatschap of activiteiten niet kan betalen, dan kan men - mits men aan de voorwaarden voldoet - individueel een aanvraag indienen voor bijzondere bijstand.
Ten behoeve van het vrijwilligerswerk is enkele jaren geleden met steun van de rijksoverheid (tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligersbeleid) het Steunpunt Vrijwilligerswerk Bommelerwaard opgericht. Na afloop van de landelijke regelingen eind 2005 hebben de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel dit steunpunt voortgezet. Bij het steunpunt kan men terecht voor ondersteuning, kennisvergaring en deskundigheidsbevordering (onder andere door middel van cursussen).
De gemeente sluit vanaf 2007 een collectieve verzekering voor alle vrijwilligers, ook voor vrijwilligers van niet gesubsidieerde verenigingen en instellingen. Bij de introductie worden informatiebijeenkomsten georganiseerd.
Deze vrijwilligersverzekering bestaat uit vier onderdelen:
De gemeente hanteert als uitgangspunt een modaal (basis)niveau, passend bij de grootte van de gemeente. Er bestaan wel eisen met betrekking tot diploma's e.d. (bij sporttrainers), maar geen richtlijnen voor de kosten van trainers, regisseurs en dirigenten. Het is veelal een vraag-aanbod verhouding, waarbij de reputatie van zo'n persoon een belangrijke rol speelt. Overigens worden deze kosten buiten de subsidiabele kosten gehouden.
De gemeente hecht waarde aan de leefbaarheid van de (kleine) kernen. Om deze reden worden enkele subsidies evenredig over de kernen verdeeld. In oktober 2002 is de Nota Dorpshuizenbeleid vastgesteld. Hierin worden mogelijke subsidies voor deze accommodaties genoemd.
De gemeente hecht grote waarde aan samenwerking tussen verenigingen en instanties. Voor activiteiten voor jeugd en jongeren en voor ouderen worden de bedragen later verdeeld. Hierbij willen wij een afvaardiging van de organisaties die zich hiermee bezig houdt betrekken.
Bij andere verenigingen is er mogelijk een financiële noodzaak tot samenwerking. Het initiatief voor samenwerking of andere alternatieven wordt niet door de gemeente afgedwongen.
Verenigingen met kantine-faciliteiten
Verenigingen met kantine-faciliteiten komen niet voor een gemeentelijke subsidie in aanmerking. De enige uitzondering hierop is dat er een subsidie beschikbaar is voor actieve leden uit de doelgroepen (jeugd, 65-plussers en gehandicapten).
Het organiseren van activiteiten is een belangrijk subsidiecriterium. Het bestaan van de vereniging, dus ook het subsidiëren van onder andere bestuurskosten, is van ondergeschikt belang.
Activiteiten die in het gemeentelijk belang worden uitgevoerd, kunnen worden gesubsidieerd. Dit geldt niet voor activiteiten met een overwegend politiek, godsdienstig, levensbeschouwelijk en/of emancipatorisch karakter. De activiteiten dienen niet sec ten nutte van de levensbeschouwelijke of godsdienstige instantie zelf te komen, maar moeten ook ten minste voor 50% gericht zijn op activiteiten buiten de instantie. Verder mag geen sprake zijn van nadere voorwaarden om lid te kunnen worden van een dergelijke vereniging of stichting; iedereen moet lid kunnen worden, ongeacht geloof, afkomst e.d.
Instellingen die voor subsidie in aanmerking komen:
Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen zijn dat de vereniging of instelling aangesloten is bij een sportbond (die voorkomt op de lijst van NOC*NSF) of NVVS (Nederlandse Vereniging van Hengelsportverenigingen) of NFF (Nederlandse Fietscross Club) of een koepelorganisatie. Subsidies worden slechts toegekend aan instellingen die volledige rechtspersoonlijkheid bezitten.
Veel verenigingen hebben aangegeven belangstelling te hebben voor een collectieve vrijwilligersverzekering. Voor de gemeente biedt het de mogelijkheid om een aantrekkelijke aanbieding te doen, ook aan niet gesubsidieerde verenigingen, terwijl bij problemen de zaken direct met de verzekeraar worden afgehandeld. De gemeente heeft er dus geen omkijken naar. De eenmalige kosten voor een introductie aan de vrijwilligers worden uit incidentele middelen gedekt.
Een offerte met nadere informatie en een offerte is ontvangen van Loket W te Eindhoven, een organisatie die voor ca. 30 gemeenten in Nederland een collectieve vrijwilligersverzekering heeft afgesloten.
Deze kosten worden verantwoord via het welzijnsbudget.
·Introductie vrijwilligerspolis (eenmalig) € 4.500,=.
Deze kosten worden uit incidentele middelen gedekt.
Twee stichtingen ontvangen subsidie: Stichting Openbare Bibliotheek Rivierenland (OBR) en Stichting Leesvoorziening Velddriel.
De OBR wordt gesubsidieerd op basis van de Subsidieverordening Basisbibliotheek. Met 10 andere gemeenten is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten op basis waarvan samengewerkt wordt aan de instandhouding van de OBR.
De gemeenteraad heeft op 15 september 2005 besloten dat de subsidie met ingang van 2006 wordt bepaald op basis van een bedrag per inwoner van € 11,=. Naast dit bedrag is de gemeente verantwoordelijk voor de husivestingskosten voor de twee vaste vestigingen in Kerkdriel en Ammerzoden. Vanwege de verhuizing van de bibliotheekvestiging Kerkdriel in de loop van 2006 worden de huisvestingskosten vanaf 2007 nog bepaald.
Stichting Leesvoorziening Velddriel ontvangt een subsidiebudget op basis van het begrote exploitatietekort 2003. In 2006 wordt overwogen of aan de stichting subsidie verstrekt blijft worden en zo ja, hoeveel dit zijn zal. Deze afweging is niet gemaakt in het kader van de Herijking subsidiebeleid maar maakt onderdeel uit van de overwegingen inzake de taakstellende bezuiniging m.b.t. het openbaar bibliotheekwerk.
M.b.t. de Stichting Openbare Bibliotheek Rivierenland:
Ontwikkeling en Educatie, Kunst en Cultuur , Lezen en Literatuur
M.b.t. de Stichting Leesvoorziening Velddriel
Stichting Openbare Bibliotheek Rivierenland - subsidie (excl. index) | |
Stichting Openbare Bibliotheek Rivierenland - huisvestingskosten (indicatief) | |
Amateuristische sportbeoefening
Gym- en turnver. Ammerzoden* | ||||||
Amateuristische kunstbeoefening
Fanfare Alem* | |||||||
Toneel- en overige culturele verenigingen
Een vast bedrag per jaar voor het verrichten van klein onderhoud, verwijderen zwerfvuil, toezicht, het openen en sluiten van het terrein.
Het veilig buiten kunnen spelen door kinderen in de leeftijd tot en met 12 jaar.
Maatschappelijke begeleiding en advies
● het organiseren van activiteiten specifiek voor de doelgroep 4 t/m 17 jaar
Bedrag per peuterplaats (€ 47,= in 2003);
50% van de salariskosten tot één betaalde leidster per groep;
(volgens voorlopige berekening):
Uit het welzijnsbudget worden eenmalige subsidies verleend, zoals: