Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maasdriel

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaasdriel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaarschriften 2006
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Verordening behandeling bezwaar 2002

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artt. 84 en 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-200601-04-2017nieuwe regeling

20-04-2006

Het Carillon, 24-05-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Maasdriel;

gezien het voorstel van het college van 21 februari 2006;

gelet op artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: de bezwaarschriftencommissie;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een vaste commissie van advies ter voorbereiding van de beslissing op ingediende bezwaarschriften.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten over de heffing en invordering van plaatselijke belastingen, inclusief besluiten op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).

Artikel 3 Samenstelling van de commissie/instelling kamers

  • 1.

    De commissie bestaat uit twee voorzitters en 4 leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2.

    De commissie wordt verdeeld in drie kamers die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften op dat vakgebied:

    • -

      kamers 1 en 2 (sociale zaken, welzijn, burgerzaken en onderwijs, ruimtelijke ordening, milieu, bouwzaken, algemeen juridische zaken en alle overige zaken)

    • -

      kamer 3 (rechtspositionele aangelegenheden)

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden, te weten:

    • a.

      een voorzitter;

    • b.

      twee andere leden uit de commissie, met dien verstande dat voor kamer 3 één van deze leden wordt benoemd op voordracht van de werknemersorganisaties.

  • 4.

    Het college benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 5.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van enig bestuursorgaan van de gemeente Maasdriel en hebben ook overigens geen binding met gemeentebestuur of –organisatie van Maasdriel.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid,

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede lid,

  • -

    7:6, vierde lid,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, waarvoor geen budget beschikbaar is, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste 10 dagen voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan medegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden aanwezig is, waaronder de voorzitter of zijn plaatsvervanger. De advisering mag, gelet op het bepaalde in artikel 7:13 van de wet, uitsluitend plaatsvinden door de voorzitter, zijn plaatsvervanger, én twee leden of hun plaatsvervangers.

Artikel 12 Niet deelnemen aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    Alleen de zitting van kamer 2 van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.
    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op de dag van bekendmaking;

  • 2.

    Op die datum vervalt de Verordening behandeling bezwaar, vastgesteld op 16 april 2002.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening behandeling bezwaarschriften 2006".

Aldus vastgesteld op 20 april 2006.

De raad voornoemd,

De griffier de voorzitter

Mevr. drs. J.F. van Zutphen drs. J.M.L.N. Mikkers

Het college voornoemd,

De secretaris de voorzitter

mr. ing. A.P.J.M. de Jong drs. J.M.L.N. Mikkers

De burgemeester voornoemd,

drs. J.M.L.N. Mikkers