Organisatie | Maasdriel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting riolering 1992 |
Citeertitel | Verordening baatbelasting riolering 1992 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
Gemeentewet, art. 222
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-11-2010 | 01-01-1993 | nieuwe regeling | 16-12-1993 Het Carillon, 27-10-2010 | Onbekend | |
04-11-2010 | 01-01-1993 | 14-03-2017 | nieuwe regeling | 16-12-1993 Het Carillon, 27-10-2010 | Onbekend |
ARTIKEL 1. Aard en voorwerp van de belasting
Onder de naam 'baatbelasting riolering 1992' wordt in de vorm van een jaarlijkse belasting van de op bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart in kleur aangeduide onroerende zaken, die gebaat zijn door het van gemeentewege aanleggen van riolering in 1992 een direkte belasting geheven ter verkrijging van een billijke bijdrage in de kosten van aanleg van deze riolering.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op 1 januari van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht was.
ARTIKEL 5. Maatstaf van heffing en tarief
De belasting is invorderbaar in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.
ARTIKEL 9. Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeente-ambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en invordering van deze belasting.
ARTIKEL 10. Verzending aanslagbiljetten
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat voor de verzending van aanslagbiljetten ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) voor de gemeente-ontvanger of de op grond van artikel 127a van de gemeentewet aangewezen functionaris een andere gemeente-ambtenaar in de plaats treedt.
ARTIKEL 11. Nakoming van verplichtingen
De verplichtingen welke volgens de artikelen 47,50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen.
ARTIKEL 12. Berekening van interest bij uitstel van betaling
Ingeval op de voet van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien voor alle op één aanslagbiljet vermelde aanslagen gerekend over de volle looptijd van het genoten uitstel in totaal een bedrag van f. 50,00 niet te boven gaat.