Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maasdriel

Inspraakverordening 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaasdriel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingInspraakverordening 2006
CiteertitelInspraakverordening 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Inspraakverordening 2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2010nieuwe regeling

22-12-2005

Het Carillon, 27-10-2010

Onbekend
01-11-201014-03-2017nieuwe regeling

22-12-2005

Het Carillon, 27-10-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Inspraakverordening 2006

De raad van de gemeente Maasdriel;

gezien het voorstel van het college van 8 november 2005;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet en artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Inspraakverordening 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

  • d.

    lokaal platform: het platform gehandicaptenbeleid, samengesteld uit vertegenwoordigers van de organisaties van gehandicapten, ouderen en chronisch zieken.

Artikel 2 Faciliteiten voor het lokaal platform

Het lokaal platform ontvangt jaarlijks een subsidie voor de bestrijding van de noodzakelijkerwijs te maken onkosten.

Artikel 3 Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 4 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan:

  • a.

    ingezetenen en belanghebbenden

  • b.

    het lokaal platform, voor zover de inspraak betrekking heeft het op gemeentelijk gehandicaptenbeleid.

Artikel 5 Inspraakprocedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 6 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand na de dag van bekendmaking.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Inspraakverordening, vastgesteld op 21 december 2000.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening 2006.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2005.

De raad voornoemd,

De griffier

drs. J.F.van Zutphen

de voorzitter

drs. J.M.L.N.Mikkers