Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maasdriel

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Maasdriel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaasdriel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Maasdriel
CiteertitelFinanciële verordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpfinanciën

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Financiële verordening 2004

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-200401-01-2017nieuwe regeling

09-12-2004

Het Carillon, 02-03-2005

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Maasdriel

De raad van de gemeente Maasdriel;

gezien het voorstel van het college van 15 oktober 2004;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Maasdriel.

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft;

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Maasdriel en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • c.

    financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Maasdriel, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • de financieel-economische positie;

    • het financiële beheer ;

    • de uitvoering van de begroting;

    • het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover;

  • d.

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding;

  • e.

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de gemeente Maasdriel;

  • f.

    doelmatigheid het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • g.

    doeltreffendheid de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Hoofdstuk 1 Begroting en verantwoording

Kaderstelling

Artikel 2 Programmabegroting

  • 1.

    De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2.

    De raad stelt per programma vast:

    • -

      de doelstelling, in het bijzonder de beoogde maatschappelijke effecten;

    • -

      de raming van baten en lasten.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3 Producten

  • 1.

    Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s.

  • 2.

    De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4 Kadernota

  • 1.

    Het college biedt een nota aan over de kaders voor het begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

  • 2.

    Het college biedt de raad deze nota uiterlijk aan op 1 juni van het begrotingsjaar.

Uitvoering

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1.

    Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2.

    Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • a

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    • b

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;

    • c

      het saldo van de lasten en baten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor dat het saldo van de lasten en baten van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Beheersing en Interne controle

Artikel 6 Interne controle

  • 1.

    Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor de periodieke interne toetsing van een aantal bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen.

  • 3.

    Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het tweede lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

  • 4.

    De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Rapportage en verantwoording

Artikel 7 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente van het lopende boekjaar.

  • 2.

    De tussenrapportages worden door het college aan de raad aangeboden, uiterlijk op de volgende tijdstippen:

    • -

      de kadernota vóór 1 juni van het lopende begrotingsjaar;

    • -

      de najaarsnota vóór 31 december van het lopende begrotingsjaar.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

Artikel 8 Jaarstukken

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de afdelingen naar de productenrealisatie en naar de programmaverantwoording.

  • 2.

    Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:

    • a

      wat is bereikt;

    • b

      wat de kosten zijn;

    • c

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3.

    De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Hoofdstuk 2 Financiële positie

Artikel 9 Financiële positie

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

Artikel 10 Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in maximaal 5 jaar afgeschreven.

  • 2.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden in één jaar afgeschreven.

  • 3.

    De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden conform beheerplan afgeschreven of lineair in:

    -

    automatiseringsapparatuur:

    conform beheerplan

    -

    bedrijfsmiddelen:

    10 jaar

    -

    sportvelden:

    20 jaar

    -

    brandweermaterieel:

    conform beheerplan

    -

    nieuwbouw gebouwen/bedrijfsruimten:

    40 jaar

    -

    bijdrage in activa van derden:

    conform overige

    -

    software:

    7 jaar

    -

    straatverlichting:

    20 jaar

    -

    riolering:

    conform beheerplan

    -

    wegen:

    conform beheerplan

    -

    kosten van onderzoek en ontwikkeling en saldi van agio/disagio:

    maximaal 5 jaar

    -

    gronden en terreinen:

    geen

    Met de afschrijving wordt gestart het eerste jaar na het jaar van ingebruikname van het activum.

  • 4.

    Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen; civiele kunstwerken, groen en kunstwerken,

  • 5.

    Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden geactiveerd en lineair afgeschreven. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken en onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie worden gebracht.

Artikel 11 Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor de vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid.

Artikel 12 Reserves en voorzieningen

Het college behandelt in de in artikel 4 genoemde nota:

  • de vorming en besteding van reserves;

  • de vorming en besteding voorzieningen;

  • de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen, in relatie tot de paragraaf weerstandsvermogen bedoeld in artikel 16.

Artikel 13 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Maasdriel wordt de kostenplaatsenmethode gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    Voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt de rekenrente gehanteerd.

Artikel 14 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:

    • a

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c

      het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

    • d

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2.

    Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht zoals deze zijn opgenomen in het treasurystatuut.

  • 3.

    Verstrekken van leningen en het aangaan van financiële participaties anders dan bedoeld in het tweede lid worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen en financiële participaties.

Hoofdstuk 3 Paragrafen

Artikel 15 Lokale heffingen

  • 1.

    Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raad verstrekt het college aan de raad per verordening de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.

  • 2.

    Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudens, meerpersoonshuishoudens en bedrijven.

Artikel 16 Weerstandsvermogen en risicomanagement

Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

Artikel 17 Onderhoud kapitaalgoederen

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering, gebouwen.

Artikel 18 Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

de kasgeldlimiet;

  • de renterisico norm;

  • de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

  • de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 19 Bedrijfsvoering

Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a van de Gemeentewet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten.

Artikel 20 Verbonden partijen

In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

Artikel 21 Grondbeleid

In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van het grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies- / winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma’s.

Hoofdstuk 4 Financiële organisatie en administratie

Artikel 22 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa en passiva;

  • het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving.

Artikel 23 Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 24 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de afdelingen.

Artikel 25 Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt, met toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet, in werking op 1 januari 2005 en werkt terug tot 1 januari 2004.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Financiële verordening zoals vastgesteld op 27 mei 2004.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 december 2004.

De gemeenteraad voornoemd,

de griffier

mevr. drs. J.F.van Zutphen

de voorzitter

drs. J.M.L.N.Mikkers