Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maasdriel

Drank- en horecaverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaasdriel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDrank- en horecaverordening
CiteertitelDrank- en horecaverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpopenbare gezondheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Drank- en Horecaverordening 1999

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Drank- en Horecawet, art. 4 lid 3

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-07-200212-12-2013nieuwe regeling

28-05-2002

Het Carillon, 12-06-2002

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Drank- en Horecaverordening

De raad van de gemeente Maasdriel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 2002;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 4 van de Drank- en Horecawet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Drank- en Horecaverordening

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Drank- en Horecawet;

  • b.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester voor zover het besluiten ten aanzien van inrichtingen in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet betreft;

  • c.

    rechtspersonen: rechtspersonen niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid;

  • d.

    bijeenkomsten van persoonlijke aard: bruiloften, recepties bij jubilea en andere feesten en partijen al dan niet gerelateerd aan activiteiten die passen binnen de doelstelling van de rechtspersoon;

  • e.

    promotiebijeenkomsten: een bijeenkomst die geïnitieerd wordt door een rechtspersoon waarvan een openbare aankondiging in een plaatselijk weekblad plaatsvindt of door gerichte uitnodiging aan daarvoor in aanmerking komende personen. Die in aanmerking komende personen zijn mensen die voornoemde rechtspersoon wil proberen te interesseren voor de in de doelstelling van de rechtspersoon passende activiteiten.

Hoofdstuk 2 Voorschriften of beperkingen ten aanzien van rechtspersonen

Artikel 2
  • 1.

    Aan alle Drank- en Horecavergunningen die verleend worden aan rechtspersonen wordt het volgende voorschrift verbonden: deze vergunning geldt niet voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse vóór, tijdens of na bijeenkomsten van persoonlijke aard als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet;

  • 2.

    Het bestuursorgaan maakt een uitzondering ten aanzien van dit voorschrift voor rechtspersonen die dorpshuizen exploiteren. Hiervoor wordt bepaald dat het voorschrift als bedoeld in het eerste lid niet geldt voor bijeenkomsten van persoonlijke aard van dorpsgebonden personen.

  • 3.

    Voorts wordt aan alle Drank- en Horecavergunningen als bedoeld in het eerste lid het volgende voorschrift verbonden: het is verboden bijeenkomsten van persoonlijke aard als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet openlijk aan te prijzen, hiervoor te adverteren of reclame te maken.

Artikel 3

Het bestuursorgaan verbindt voorts de volgende voorschriften aan een Drank- en Horecavergunning voor rechtspersonen afhankelijk van het soort instelling. Ten aanzien van:

  • a.

    recreatieve instellingen (recreatieve ruimten, buurt- en clubhuizen, dans- en muziekscholen): deze vergunning geldt uitsluitend voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse gedurende één uur voor, tijdens en één uur na evenementen met een recreatief, sociaal of cultureel karakter in verenigingsverband georganiseerd of in het kader van activiteiten van de instelling zelf.

  • b.

    sportinstellingen: deze vergunning geldt uitsluitend voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse gedurende één uur voor, tijdens en één uur na het sportgebeuren, waaronder verstaan wordt wedstrijden, oefenwedstrijden en collectieve trainingen, alsmede clubavonden.

  • c.

    sociaal-culturele instellingen: deze vergunning geldt uitsluitend voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse gedurende één uur voor, tijdens en één uur na in verenigingsverband georganiseerde bijeenkomsten met een sociale of culturele strekking of in het kader van activiteiten van de instelling zelf.

  • d.

    educatieve instellingen: deze vergunning geldt uitsluitend voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse in het kader van het schoolonderricht, alsmede gedurende één uur na afloop van de laatste les.

  • e.

    instellingen van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard: deze vergunning geldt uitsluitend voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse gedurende één uur voor en tijdens bijeenkomsten met een levensbeschouwelijk of godsdienstig karakter, bijeenkomsten welke voortvloeien uit de kerkelijke zorg alsmede één uur na afloop van deze bijeenkomsten.

Artikel 4

Ter beoordeling van de naleving van de voorschriften vermeld onder de artikelen 2 en 3 moeten de betreffende rechtspersonen minimaal één maal per half jaar schriftelijk aangeven welke activiteiten, wedstrijden, vergaderingen, trainingen e.d. op welke dagen en tijden gehouden worden. Dit overzicht moet ten minste één maand voorafgaand aan deze periode aan het bestuursorgaan worden verstrekt.

Artikel 5
  • 1.

    Het bestuursorgaan kan tijdelijk ontheffing verlenen van het aan de vergunning verbonden voorschrift zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening indien er sprake is van zeer bijzondere omstandigheden.

  • 2.

    Onder zeer bijzondere omstandigheid wordt in elk geval begrepen:

    • a.

      bijzondere festiviteiten of attracties waardoor de vraag naar horecadiensten het bestaande aanbod overtreft;

    • b.

      een activiteit gericht op derden die past binnen de doelstelling van de rechtspersoon ofwel een activiteit waarbij er een aantoonbare relatie bestaat tussen de activiteit en de doelstelling van de rechtspersoon.

  • 3.

    Het is verboden een bijeenkomst van persoonlijke aard te organiseren:

    • a.

      indien niet ten minste zes weken tevoren een schriftelijke aanvraag bij het bestuursorgaan is ingediend;

    • b.

      indien het bestuursorgaan een zodanige bijeenkomst heeft verboden.

  • 4.

    Het bestuursorgaan verbiedt een dergelijke bijeenkomst van persoonlijke aard indien er reeds zes bijeenkomsten door de rechtspersoon zijn georganiseerd in het betreffende kalenderjaar.

  • 5.

    Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 6
  • 1.

    Het is verboden een promotiebijeenkomst te organiseren:

    • a.

      indien niet ten minste veertien dagen tevoren aan het bestuursorgaan schriftelijk is gemeld wanneer de promotiebijeenkomst zal plaatsvinden;

    • b.

      indien het bestuursorgaan een zodanige bijeenkomst heeft verboden conform het tweede lid van dit artikel.

  • 2.

    Het bestuursorgaan verbiedt een dergelijke bijeenkomst indien er reeds twaalf promotiebijeenkomsten zijn georganiseerd in het betreffende kalenderjaar.

Hoofdstuk 3 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7

Overtreding van de verboden gesteld in de artikelen 5 en 6 of van de voorschriften vermeld in de artikelen 2 en 3, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden. Artikel 45 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8
  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de Drank- en horecaverordening van 4 januari 1999 blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens voornoemde Drank- en horecaverordening, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 9
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking na verloop van 6 weken na de dag van bekendmaking.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Drank- en horecaverordening, vastgesteld op 4 januari 1999.

Artikel 10

Deze verordening wordt aangehaald als “Drank- en Horecaverordening”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2002.

De raad voornoemd,

De secretaris

J.F.Goedegebure

de voorzitter

mr. J.C.M.Pommer