Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut |
Citeertitel | Treasurystatuut |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door het Treasurystatuut 2016.
Uitvoeringsbesluit Treasury 2009
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 05-10-2017 | Onbekend | 16-12-2008 Stadsberichten Amersfoort Nu | 2923869 |
In artikel 1.2 wordt gesproken over risico’s verbonden aan de treasuryfunctie. Hierbij wordt gedoeld op:
Het renterisico is het gevaar verbonden aan veranderingen in de rentestructuur. Het renterisico dient te worden afgedekt door het opbouwen van een evenwichtige leningenportefeuille in relatie tot de (verwachte) rentestructuur en verwachtingen ten aanzien van de financieringsbehoefte. In de Wet Fido wordt het lange termijn renterisico begrensd door de zogenaamde renterisiconorm. Het renterisico op korte termijn wordt in de Wet Fido begrensd door de zogenaamde kasgeldlimiet;
Het koersrisico hangt sterk samen met bovengenoemd renterisico en heeft betrekking op (tussentijdse) koersdalingen van verhandelbare schuldtitels (met name obligaties). Indien de looptijd van de schuldtitel volledig wordt uitgezeten speelt koersrisico geen rol. De hoofdsom wordt dan immers volledig uitgekeerd;
In artikel 2.2 wordt gesproken over rente-instrumenten. Rente-instrumenten (ook wel derivaten genoemd) vormen een middel om renterisico’s af te dekken. Hierbij moet met name gedacht worden aan een renteplafond (een zogenaamde cap), waarmee je een maximum stelt aan de te betalen variable rente. Het is vergelijkbaar met een verzekering, waarvoor uiteraard een premie betaald dient te worden.
In artikel 3.2 staat dat de rente die wordt toegerekend aan de interne financieringsmiddelen wordt gelijkgesteld aan de rente die voor nieuwe investeringen wordt gehanteerd. Hiermee maakt het voor de financieringslasten niet uit of de gemeente een nieuwe investering extern of intern financiert. Dit percentage wordt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling vastgesteld.