Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Lingewaard

Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen gemeente Lingewaard

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Lingewaard
Officiële naam regelingVerordening Handhaving inkomensvoorzieningen gemeente Lingewaard
CiteertitelVerordening Handhaving inkomensvoorzieningen gemeente Lingewaard
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening handhaving Wet werk en bijstand gemeente Lingewaard.

Deze regeling vervangt de Verordening Handhaving Wwb en WIJ 2009 gemeente Lingewaard.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1
  2. Gemeentewet, art. 150
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 35, lid 1
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 35, lid 1
  5. Wet werk en inkomen kunstenaars, art. 22,lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201001-01-2015nieuwe regeling

08-07-2010

Het Gemeente Nieuws, 21-07-2010

32b/2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen gemeente Lingewaard

Verordening handhaving inkomensvoorzieningen

Artikel 1 Definities

  • 1

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet werk en inkomen kunstenaars en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a

      Aangiftegrens: het bedrag vermeld in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude, waaronder in principe geen strafvorderlijke bevoegdheden worden ingezet.

    • b

      Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude: de aanwijzing ex artikel 130, vierde lid van de Wet op de rechterlijke organisatie betreffende Sociale Zekerheidsfraude zoals deze is gepubliceerd in de Staatscourant op 23 december 2008, nr 2373.

    • c

      Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard.

Artikel 2 Beleid

De gemeenteraad stelt het gemeentelijk beleidsplan vast op het gebied van handhaving, waaronder de bestrijding van het ten onrechte ontvangen bijstand of inkomensvoorziening, misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet werk en inkomen kunstenaars.

Artikel 3 Opdracht aan het college

Het college zorgt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of inkomensvoorziening evenals van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet werk en inkomen kunstenaars. Het college voert in dit kader het beleid als bedoeld in artikel 2 uit.

Artikel 4 Doelstelling handhaven

Beoogd wordt dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben, een uitkering ontvangen die in overeenstemming is met de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet werk en inkomen kunstenaars. De subdoelstellingen daarbij zijn:

  • -

    vergroten spontane naleving van aan de wet verbonden verplichtingen;

  • -

    vroegtijdige detectie;

  • -

    het optimaliseren van handhaving middelen;

  • -

    daadwerkelijk sanctioneren.

Artikel 5 Verantwoording

Het college informeert de gemeenteraad over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet werk en inkomen kunstenaars.

Artikel 6 Afstemming van de uitkering

Als de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur van of het recht op (voortzetting van) bijstand, werkleer aanbod of inkomensvoorziening, verlaagt het college de uitkering of inkomensvoorziening conform de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Lingewaard dan wel de Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren gemeente Lingewaard, onverminderd de eventuele terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand of inkomensvoorziening.

Artikel 7 Beleidsregels terugvordering en verhaal

Het college stelt beleidsregels vast voor terugvordering en verhaal.

Artikel 8 Aangifte bij Openbaar Ministerie

Leidt het niet nakomen van de informatieverplichting tot een benadeling bedrag dat hoger is dan de aangiftegrens, of is er gelet op de inhoud van de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude een andere reden om aangifte te doen, dan is het college verplicht aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie en bevordert het college dat er een proces-verbaal wordt opgemaakt.

Artikel 9 Intrekken oude verordening

De verordening handhaving Wet werk en bijstand gemeente Lingewaard wordt ingetrokken.

Artikel 10 Citeerwijze en inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Gemeente Lingewaard.

  • 2

    Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten in werking treedt te weten 1 juli 2010.

  • 3

    Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de verordening Handhaving Wwb en WIJ 2009 gemeente Lingewaard, zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 8 oktober 2009 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering

van 8 oktober 2009.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Th.G.L. Greep H.H. de Vries

Algemene toelichting Verordening handhaving inkomensvoorzieningen

Met deze verordening wordt de titel van de verordening Handhaving WWB en WIJ meer in overeenstemming gebracht met de regelingen waarop de advisering van de Cliëntenraad betrekking heeft.

De wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorzieningen aan gemeenten (Wet BUIG) die per 1 januari 2010 in werking is getreden, brengt een wijziging aan in de financiering van uitkeringen op grond van de regelingen IOAW, IOAZ, WWIK en (deels) Bbz 2004. Als gevolg daarvan wordt een aantal verplichtingen uit genoemde regelingen omgezet in bevoegdheden, waardoor ook voor de uitvoering van deze regelingen op een aantal punten gemeentelijk beleid geformuleerd zal moeten worden.

De titel Verordening handhaving WWB en WIJ is dan niet meer representatief voor het brede terrein van gemeentelijke inkomensvoorzieningen.

Los van de titel verandert er inhoudelijk niets aan de verordening.

De genoemde regelingen met de bijbehorende doelgroepen vallen binnen de in de verordening gebruikte omschrijving.

De Wet investeren in jongeren en handhaving

Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zogenaamd werkleer aanbod vastgelegd. Het werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleer aanbod doen. Afgeleide van het werkleer aanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleer aanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleer aanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleer aanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.

De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de Wwb, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de Wwb ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.

Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De Handhaving verordening is één van die verordeningen.

Handhavingsverordening

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren. De inhoud van deze bepaling komt overeen met artikel 8a van de Wet werk en bijstand (Wwb)

In het oorspronkelijk wetsvoorstel van de Wet werk en bijstand (Wwb) was geen bepaling opgenomen over de plicht tot het vaststellen van een verordening gericht op fraudebestrijding. Via een kamer amendement is hierover een bepaling opgenomen in artikel 8a Wwb. In dit artikel is namelijk de verplichting opgenomen om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand.

Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de Wet werk en bijstand zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die verordening moet worden geregeld. In de algemene bijstandswet was bepaald dat er in het jaarlijks verplicht gestelde beleidsplan aandacht besteed moest worden aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De Wwb kent geen verplichting meer om jaarlijks een beleidsplan vast te stellen. In Lingewaard is er voor gekozen om te gaan werken met een meerjarenbeleidplan. In het verlengde hiervan wordt er in deze verordening voor gekozen om de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik aandacht te geven zoals vermeld in het handhavingplan 2008-2011.

Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening te geven maar om te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om opsporing van fraude, maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude, maar gaat meer uit van de spontane naleving van de wet- en regelgeving.

Mede gelet op de grote verwantschap tussen beide wetten wordt voorgesteld om het handhavingsbeleid voor de Wwb en de WIJ samen te voegen. Deze krijgt daardoor ook een andere naam en zal voortaan ‘Handhavingsverordening Wwb en WIJ’ heten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Wwb, de WIJ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de Wwb of Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in de Wwb, de WIJ of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2 Beleid

Dit artikel regelt dat de gemeenteraad het beleidsplan voor handhaving vaststelt. Dit beleid is voor de periode 2008 – 2011 opgenomen in het Handhavingplan Wwb, dat op 16 juli 2007 door de gemeenteraad is vastgesteld. De daarin genoemde uitgangspunten zijn de volgende:

  • -

    de gemeente zorgt voor duidelijke, tijdige en juiste informatievoorziening richting klant;

  • -

    de gemeente zorgt voor een intensieve controle aan de poort;

  • -

    de gemeente intensiveert de handhaving en de controle wanneer op basis van signalen gegronde twijfels bestaan over de naleving van de verplichtingen;

  • -

    de gemeente streeft naar gerichte, tijdige en effectieve opsporing en sanctionering van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Artikel 3 Opdracht aan het college

Dit artikel legt bij het college de verantwoordelijkheid neer voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren. De gemeenteraad stelt het handhavingsbeleid vast. Dit is voor de periode 2008 – 2011 vastgelegd in het Handhavingplan Wwb.

Het college voert het beleid uit en streeft zoveel mogelijk naar realisatie van de (sub)doelstellingen die genoemd zijn in artikel 4.

Artikel 4 Doelstelling

Er wordt naar gestreefd dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben, een uitkering ontvangen die in overeenstemming is met de wet.

De subdoelstellingen zijn de volgende:

  • -

    spontane naleving

    Cliënten moeten spontaan de juiste en volledige gegevens aan de afdeling Zorg, Werk en Inkomen verstrekken, zodat deze kan vaststellen, of iemand ook echt recht heeft op een uitkering;

  • -

    vroegtijdige detectie

    Gestreefd wordt naar het zo vroeg mogelijk ontdekken van fraude (door o.a. signaalsturing, risicosturing en themacontroles);

  • -

    Optimalisering handhavingmiddelen

    Gestreefd wordt naar het optimaliseren van de controle- en opsporingsorganisatie. Middelen hiervoor zijn kwaliteits- en kwantiteitsverbetering, een duidelijk gestructureerde inzet, alsmede risico- en signaalsturing;

  • -

    daadwerkelijk sanctioneren

    Gestreefd wordt naar een sanctiesysteem, waarbij de getroffen maatregel ook door de schender van de inlichtingenplicht als een sanctie wordt ervaren.

Artikel 5 Verantwoording

Het college informeert de gemeenteraad over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving bij de verantwoording over het beleid en de uitvoering van de Wet werk en bijstand.

Artikel 6 Afstemming van de uitkering

Wanneer de cliënt onvolledige of onjuiste informatie geeft, kan de uitkering (tijdelijk) verlaagd worden conform de Maatregelverordeningen. Wanneer dit heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag ontvangen van bijstand, wordt de uitkering met een hoger bedrag verlaagd.

Deze verlaging van de uitkering is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen. Dit staat los van het terugvorderen van bijstand, dat bedoeld is om de situatie (weer) in overeenstemming te brengen met het recht.

Artikel 7 Beleidsregels terugvordering en verhaal

Dit artikel regelt de bevoegdheid van het college om beleidsregels op te stellen voor terugvordering en verhaal. Zoals al het voorgenomen beleid van het college zal rekening gehouden worden met het advies van de Cliëntenraad.

Artikel 8 Aangifte bij Openbaar Ministerie

Er is een taakverdeling tussen de gemeenten en het OM over de afhandeling van fraude (schending inlichtingenplicht). Deze taakverdeling is vastgelegd in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude. Het aanwenden van strafvorderlijke bevoegdheden kan in beginsel slechts aan de orde zijn bij het redelijk vermoeden dat het nadeel € 10.000,– (de aangiftegrens) of meer bedraagt. Indien het vermoedelijke benadelings bedrag lager is dan € 10.000,- worden er in beginsel geen strafvorderlijke bevoegdheden aangewend. Met de maatregelen in de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren kan deze categorie zaken door oplegging van een bestuurlijke maatregel afgedaan worden.

Artikel 9 en 10 Intrekking oude verordening en citeerwijze en inwerkingtreding

Deze artikelen spreken voor zich.