Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lingewaard

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLingewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBoeteverordening Wet inburgering nieuwkomers
CiteertitelBoeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Lingewaard
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inburgering nieuwkomers, art. 18, lid 7

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2005nieuwe regeling

18-11-2004

Het Gemeente Nieuws, 01-12-2004

Besluitnummer 81/2004

Tekst van de regeling

Intitulé

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

 

 

 

Besluit raad

Besluitnummer

81/2004

Onderwerp

Vaststelling van de Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Lingewaard, 2004

De raad van de gemeente Lingewaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2004;

gehoord de commissie S.W.I. d.d. 18 oktober 2004;

gelet op het bepaalde in 18, lid 7 van de Wet inburgering nieuwkomers;

besluit:

vast te stellen de boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering

van 18 november 2004.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Th.G.L. Greep drs. R.J. Persoon

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Artikel 1 Begripsbepaling

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering nieuwkomers.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    de wet: de Wet inburgering nieuwkomers (Staatsblad 1998; 261);

  • b

    nieuwkomer: een persoon als genoemd in artikel 1, aanhef en onder a van de wet;

  • c

    bestuurlijke boete: de bestuurlijke boete bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet.

Artikel 2 Opdracht college

Het college van burgemeester en wethouders neemt bij toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet de bepalingen van dit besluit in acht, onverminderd artikel 18, tweede en vierde lid van de wet.

Artikel 3 Bepaling hoogte van de boete

De bestuurlijke boete is gelijk aan het bedrag dat aan bijstand zou zijn geweigerd, indien de nieuwkomer bijstandsgerechtigd zou zijn geweest, bij een gedraging die in strijd is met artikel 2, 4, vierde lid, 8, 9, 10, derde lid, of 12, eerste lid van de wet.

Artikel 4 Recidive

Bij herhaling van een gedraging die in strijd met artikel 2, 4, vierde lid, 8, 9, 10, derde lid, of 12, eerste lid van de wet, binnen een tijdvak van twaalf maanden nadat aan de nieuwkomer ter zake van die gedragingen een bestuurlijke boete is opgelegd, wordt de bestuurlijke boete verdubbeld.

Artikel 5 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Lingewaard”.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Toelichting Boeteverordening WIN

Algemene toelichting

In de Wet inburgering nieuwkomers (Win) is bepaald dat, indien de nieuwkomer niet voldoet aan de wettelijke inburgeringsverplichtingen, sanctionering plaatsvindt door het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 18 tot en met 20).

De inburgeringsverplichtingen kunnen echter ook deel uitmaken van aan een bijstandsuitkering verbonden verplichtingen. Indien niet voldaan wordt aan dergelijke aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen, vindt sanctionering plaats door een verlaging van de uitkering. Omdat bijstandsgerechtigde nieuwkomers daardoor dubbel kunnen worden gesanctioneerd (zowel een boete als een verlaging van de uitkering) is ter voorkoming daarvan in de Win een anticumulatiebepaling opgenomen.

Sanctionering bij het niet voldoen aan de inburgeringsverplichtingen vindt dus op twee verschillende manieren plaats. Om te voorkomen dat het op twee verschillende manieren sanctioneren van dezelfde wettelijke bepalingen leidt tot verschillende sancties was tot 1 januari 2004 in een Algemene Maatregel van Bestuur op grond van de Win de hoogte van de boetes geregeld. De hoogte van de boetes sloot aan bij het Maatregelenbesluit Abw, Ioaw, en Ioaz.

Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (Wwb) ingevoerd. Op grond van de Wwb dient de gemeente het sanctiebeleid bij het niet voldoen aan verlichtingen die aan de uitkering zijn verbonden te regelen in de maatregelenverordening. Met de inwerkingtreding van de gemeentelijke maatregelenverordening is het Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz komen te vervallen.

Vanwege het vervallen van dit Maatregelenbesluit dient de boete op grond van de Win op een andere wijze te worden vastgelegd. In de Invoeringswet Wet werk en bijstand is dan ook een wijziging van de Win geregeld. Deze wijziging houdt onder andere in dat regels over de hoogte van de Win-boetes vastgelegd dienen te worden in een gemeentelijke verordening

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel wordt een aantal in de verordening gehanteerde begrippen verklaard.

Artikel 2 Opdracht college

In dit artikel wordt verwezen naar het artikel in de Win dat voorschrijft dat het college van burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete oplegt wanneer de nieuwkomer niet meewerkt aan het inburgeringsonderzoek, het educatief programma, maatschappelijke begeleiding en doorgeleiding naar een instantie die zorgdraagt voor verdere scholing of voor toegang tot de arbeidsmarkt, voor zover de nieuwkomer daarvoor in aanmerking komt.

Overigens wordt in artikel 17 van de Win bepaald dat het college controleert of de nieuwkomer zich houdt aan de verplichtingen. Indien blijkt dat dit niet het geval is, zonder dat een grond voor ontheffing of vrijstelling aanwezig is, of indien berichtgeving van een andere instantie hierover ontvangen is, stelt het college een onderzoek in. Zij hoort de nieuwkomer en tracht hem te bewegen de verplichtingen alsnog na te komen.

Indien de nieuwkomer de verplichtingen dan nog niet nakomt, wordt door het college een boete opgelegd op grond van artikel 18 van de Win. In dit artikel wordt tevens bepaald dat de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de verwijtbaarheid.

Artikel 3 Bepaling hoogte van de boete

Een belangrijk aspect van de inburgeringsplicht is de handhaving ervan. De handhaving is een taak van het college van burgemeester en wethouders en dit betekent dat wordt toegezien op de nakoming van de inburgeringsplicht en dat deze nakoming zonodig wordt afgedwongen door middel van een bestuurlijke boete. De Win bepaalt in artikel 18, eerste lid, dat het college een boete oplegt als de nieuwkomer zich niet houdt aan een of meer van de volgende veplichtingen:

  • ·

    de meldingsplicht voor een inburgeringsonderzoek (artikel 2 Win);

  • ·

    de plicht om medewerking te verlenen aan het inburgeringsonderzoek (artikel 4, vierde lid, Win);

  • ·

    de plicht zich tijdig te laten inschrijven bij een educatie-instelling (artikel 8 Win);

  • ·

    de plicht aanwezig te zijn bij alle onderdelen van het voor hem vastgestelde educatieve programma (artikel 9 Win);

  • ·

    de verplichting om een toets af te leggen (artikel 10 derde lid Win);

  • ·

    de plicht om medewerking te verlenen aan de overige onderdelen van het voor hem vastgestelde inburgeringsprogramma (artikel 12, eerste lid Win).

Uitgangspunt van de boeteverordening is dat aan een nieuwkomer, in geval hij handelt in strijd met een van de verplichtingen, een bestuurlijke boete wordt opgelegd die dezelfde hoogte heeft als het bedrag dat hij aan bijstand minder zou hebben ontvangen, indien hij bijstandsgerechtigd zou zijn.

Daarom is in dit artikel van de verordening aangesloten bij de normbedragen van de bijstand waarop de nieuwkomer naar de maatstaf van de Wwb aanspraak zou kunnen maken.

De hoogte van de boeten sluit aan bij de gedragingen van de derde categorie als genoemd in de maatregelenverordening Wwb (artikel 10, onder c) . Dit betekent 20% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief de toeslag en de vakantietoeslag berekend over 1 maand. Dit betreft gedragingen die de inschakeling in arbeid belemmeren, en het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

De gemeente moet de hoogte van de boete in de verordening vastleggen waarbij rekening moet worden gehouden met de maatregel die in de maatregelenverordening Wwb is vastgelegd voor de situatie dat een bijstandsgerechtigde zijn plicht tot arbeidsinschakeling niet nakomt.

Zoals in de toelichting bij artikel 2 reeds is opgemerkt dient de boete te worden afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de verwijtbaarheid. Dit betekent dat er in een individueel geval aanleiding kan zijn om (gemotiveerd) van de standaard boete af te wijken.

Artikel 4 Recidive

Dit artikel bepaalt dat de boete wordt verdubbeld wanneer sprake is van eenzelfde verwijtbare gedraging binnen 12 maanden na de eerste boeteoplegging.

Artikel 5 Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

Artikel 6 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.