De raad van de gemeente Apeldoorn;
gelezen het voorstel van het presidium van 2 september 2010;
gelet op de artikelen 61a, 82 en 86 van de Gemeentewet, artikel 15 van de
Archiefwet 1995, artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, de circulaire van de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 21 november
2001, laatstelijk gewijzigd 4 november 2005, kenmerk bk01/96074;
BESLUIT:
- I.
in te stellen een vertrouwenscommissie voor de voorbereiding van de
aanbeveling inzake de herbenoeming van de burgemeester;
- II.
vast te stellen de navolgende Verordening op de vertrouwenscommissie
tot herbenoeming van de burgemeester.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
minister: de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties;
- b.
commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie
Gelderland;
- c.
burgemeester: de burgemeester van de gemeente Apeldoorn, de heer mr.
G.J. de Graaf;
- d.
raad: de raad van de gemeente Apeldoorn;
- e.
fractie: een fractie als bedoeld in het Reglement van Orde van de
raad van de gemeente Apeldoorn;
- f.
commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, die
belast is met de voorbereiding van de aanbeveling inzake de
herbenoeming van de burgemeester;
- g.
voorzitter: de voorzitter van de commissie;
- h.
secretaris: de secretaris van de commissie.
Artikel 2 Taak en werkwijze van de commissie
- 1.
De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de raad inzake de
herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.
- 2.
De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de
burgemeester.
- 3.
De commissie brengt over haar oordeel schriftelijk en vertrouwelijk
verslag uit aan de raad. Dit verslag wordt voorzien van een
conceptaanbeveling.
- 4.
Bij de vervulling van haar taak neemt de commissie het gestelde in de
circulaire van de minister d.d. 21 november 2001, laatstelijk gewijzigd
4 november 2005, in acht.
Artikel 3 Samenstelling commissie
- 1.
De commissie bestaat uit de voorzitters van de onderscheiden fracties
van de politieke partijen in de raad, te weten:
- ·
de heer N.T. Stukker (CDA);
- ·
de heer J.W. Ludwig (VVD);
- ·
de heer A.H.M. Kunneman (PvdA);
- ·
mevrouw P.W.J.H. Donswijk-Bot (D66);
- ·
de heer H.J. Schutte (Leefbaar Apeldoorn);
- ·
de heer M.M. Boddeke (GroenLinks);
- ·
de heer R. Veen (ChristenUnie);
- ·
de heer B. Hendrikse (Gemeentebelangen);
- ·
de heer H. ten Berge (SGP);
- ·
mevrouw N.A. ten Damme-Boevé (SP);
- ·
de heer S.H.D. Voss (Partij voor de Dieren);
- ·
de heer H. van Mullem (Duurzaam Rood Apeldoorn).
- 2.
De fractievoorzitter van het CDA, de heer N. Stukker, is voorzitter van
de commissie.
- 3.
De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.
- 4.
De commissie kent geen plaatsvervangende leden.
Artikel 4 Ambtelijke ondersteuning
- 1.
De griffier is secretaris van de commissie. Hij kan zich laten bijstaan
door een door hem aan te wijzen medewerker van de griffie.
- 2.
De secretaris is geen lid van de commissie.
Artikel 5 Vergaderingen
- 1.
De vergaderingen van de commissie zijn besloten.
- 2.
De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee
leden dit noodzakelijk achten.
- 3.
De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur
tevoren aankondiging aan de leden.
- 4.
De commissie vergadert niet als niet ten minste de helft plus één van
het aantal leden aanwezig is.
Artikel 6 Geheimhouding
- 1.
De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van
de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het
behandelde tijdens de vergadering, met inachtneming van het bepaalde in
artikel 8.
- 2.
De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt
voldaan.
- 3.
De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch
informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering
aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan
anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 4.
- 4.
De commissie, noch de raad zal de geheimhouding waartoe het eerste lid
verplicht, opheffen.
- 5.
De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht.
- 6.
Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de
medewerker van de griffie als bedoeld in het eerste lid van artikel
4.
- 7.
De aanbeveling van de raad is openbaar. Ten aanzien van de stukken die
door de commissie aan de raad worden gezonden, de beraadslagingen
daarover in de raad en van de stukken die door de raad aan de minister
worden gezonden geldt een geheimhoudingsplicht.
Artikel 7 Verslag
- 1.
Het verslag van de vergadering van de commissie wordt bij meerderheid
van stemmen vastgesteld.
- 2.
De leden kunnen in het verslag als bedoeld in het eerste lid van een
minderheidsstandpunt blijk geven.
Artikel 8 Overleg tussen de commissie en de burgemeester
- 1.
De commissie kan een gesprek hebben met de burgemeester. Van dat gesprek
wordt een verslag gemaakt.
- 2.
Alvorens het in het eerste lid bedoelde verslag aan de raad te zenden,
bespreekt de commissie het concept ervan met de burgemeester. Op het aan
de raad te zenden verslag is de geheimhouding van toepassing.
- 3.
Indien ter zake van zijn functioneren in het in lid 1 genoemde gesprek
afspraken met de burgemeester worden gemaakt, worden deze in het verslag
aan de raad vermeld.
- 4.
De commissie legt het in de vorige leden bedoelde verslag gelijktijdig
aan de raad, de burgemeester en de commissaris voor.
- 5.
De burgemeester kan, voorafgaand aan de bespreking in de raad,
schriftelijk zijn zienswijze over het in de vorige leden bedoelde
verslag geven. Op dit stuk is de geheimhouding van toepassing.
Artikel 9 Ontbinding vertrouwenscommissie
De vertrouwenscommissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag
volgend op die waarop de minister een besluit heeft genomen op de
aanbeveling van de raad.
Artikel 10 Archivering van stukken
- 1.
De voorzitter en de secretaris dragen er zorg voor dat op het tijdstip
bedoeld in artikel 9 alle archiefbescheiden die door de commissie zelf
zijn opgemaakt onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als
‘geheim’ worden overgebracht naar een krachtens de wet door de raad
aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat
uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit
artikel.
- 2.
Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van
overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995
opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met
toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995
gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van
75 jaar.
- 3.
Alle overige bescheiden en kopieën van de in dit artikel bedoelde
bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.
Artikel 11 Contactpersoon
- 1.
De voorzitter treedt op als contactpersoon naar buiten.
- 2.
Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter
en gezonden aan de secretaris.
- 3.
Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en
de secretaris ondertekend.
Artikel 12 Onvoorziene aangelegenheden
In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de
minister d.d. 21 november 2001, laatstelijk gewijzigd 21 november 2005 niet
voorzien, beslist de commissie.
Artikel 13 Inwerkingtreding en vervaldatum
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op de
datum van bekendmaking.
- 2.
Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop
door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de
raad.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de
vertrouwenscommissie tot herbenoeming van de burgemeester’.