Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst 2006 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst 2003.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 04-01-2012 | Nieuwe regeling | 20-12-2005 De Staphorster, 27-12-2005 | Onbekend. | |
01-01-2006 | Nieuwe regeling | 20-12-2005 De Staphorster, 27-12-2005 | Onbekend. |
Hoofdstuk 2 Beheer, indeling en administratie van de begraafplaatsen
Het beheer van de begraafplaatsen wordt gevoerd door de afdeling Burgerzaken, onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Onder toezicht van het bestuursorgaan worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met: a. de aanwezige administratie van de begraafplaatsen; b. de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen; c. het onderhoud van de begraafplaatsen; d. het delven of openen en sluiten van graven.
Hoofdstuk 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaatsen
Het is verboden op de begraafplaatsen:a. zich op hinderlijke wijze te gedragen; b. te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden; c. op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf; d. op de graven te lopen of de begraafplaatsen te verontreinigen; e. gedenktekens te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;f. honden mee te voeren, met uitzondering van aangelijnde honden; g. dieren te begraven; h. te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen; i. iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene; j. werkzaamheden aan grafbedekkingen door derden te laten verrichten, behoudens artikel 22 en 25 van deze verordening.
Het is verboden op de begraafplaatsen: a. rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaatsen te verrichten werkzaamheden;b. met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 11 Termijnen eigen en algemene graven en eigen urnengraven
Eigen graven en eigen urnengraven worden uitgegeven voor een termijn van 30 jaren. De termijn vangt aan op het moment dat de grafrechten worden aangekocht. Na afloop van de termijn van 30 jaar kan deze telkens met een termijn van maximaal 10 jaar worden verlengd op verzoek van de rechthebbende, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn wordt ingediend.
Hoofdstuk 5 Voorschriften voor begraving
Begraving in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 18, tweede lid, bedoelde personen.
Tot de begraving wordt niet overgegaan dan nadat: a. de beheerder - indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 13 en 14 opgenomen vereisten is voldaan - hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaatsen heeft verleend; b. alleen bij begraving van een stoffelijk overschot : het personeel van de begraafplaatsen de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijden- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat.
Rechthebbenden gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de 'witte lijst' van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).
Het bestuursorgaan kan de grafrechten vervallen verklaren: a. indien de betaling van het grafrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied; b. indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt; c. indien de rechthebbende van een (urnen)graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 18, lid 2 gestelde termijn is overgeschreven.
Artikel 22 Plaatsen grafbedekking
Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van heesters of andere beplantingen heeft het bestuursorgaan nadere regels gesteld, omschreven in het bij deze verordening behorende uitvoeringsbesluit. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.
Het bestuursorgaan kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien: a. niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaatsen; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
Artikel 23 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken na de begraving ter beschikking gehouden van de rechthebbende van de grafruimte.
Artikel 24 Onderhoud door de gemeente
Het bestuursorgaan voorziet in het schoonhouden van de begraafplaats en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.
Artikel 25 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het bestuursorgaan de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het bestuursorgaan bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het bestuursorgaan tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende over te gaan.
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, vandalisme, ontploffing en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een opgraving is voor rekening en risico van de rechthebbende.
Een rechthebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op haar kosten tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Artikel 27 Verwijderen grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een kennisgeving in het publicatiekastje op de begraafplaats en door middel van een verwijzing bij het grafmonument door het bestuursorgaan bekendgemaakt, tenzij het adres van de betrokkene(n) bekend is. In dat geval maakt zij het voornemen per brief bekend.
Door vestiging van een grafrecht onderwerpt een rechthebbende zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.
Een exemplaar van deze verordening kan éénmalig aan de belanghebbende worden verstrekt; meerdere exemplaren zijn tegen betaling verkrijgbaar.
In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het bestuursorgaan.
Artikel 33 Intrekking oude regeling
Deze verordening treedt in werking onder gelijktijdige intrekking van de 'Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst 2003', vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2003.
Hij die handelt in strijd met de artikelen genoemd in deze verordening kan, door het bestuursorgaan, gestraft worden met een geldboete van de eerste categorie.