Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatregeling Gemeente Lansingerland, Mandaatbesluit Directie en Afdelingshoofden en Ondermandaatbesluit (oude versie van intranet) |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-01-2010 | 01-01-2010 | 29-08-2011 | . | 01-03-2007
| t09.08100 |
Hoofdstuk 1 Mandaatregeling Lansingerland
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Lansingerland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;Gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en het Organisatiebesluit 2007 Lansingerland;B e s l u i t e nDe volgende algemene regels vast te stellen voor het opdragen van bevoegdheden aan medewerkers van de gemeente dan wel personen die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders van Lansingerland en voor de uitoefening van die opgedragen bevoegdheden:
Artikel 1 Schriftelijke verlening mandaat
a. Een algemeen mandaat wordt schriftelijk verleend;b. Een mandaat voor een bepaald geval wordt in beginsel schriftelijk verleend;c. In het geval dat een mandaat voor een bepaald geval in eerste instantie niet schriftelijk is verleend, gebeurt de schriftelijke vastlegging daarvan alsnog zo spoedig mogelijk na verlening.
Artikel 2 Mandaatregister Lansingerland
a. Er is een Mandaatregister Lansingerland;b. Mandaten, ondermandaten, volmachten en machtigingen worden bijgeschreven in het Mandaatregister Lansingerland.
a. Ondermandaat kan slechts worden verleend nadat de mandaatgever uitdrukkelijk heeft ingestemd met de inhoud van het ondermandaat;b. Op ondermandaat zijn de overige artikelen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4 Overleg met mandaatgever
De gemandateerde treedt vóór uitoefening van het mandaat in overleg met de mandaatgever indien:a. De uitoefening van het mandaat leidt tot overschrijding van de begroting of het toegekende budget;b. De uitoefening van het mandaat, naar redelijkerwijs mag worden aangenomen, in verband staat met politiekgevoelige of zwaarwichtige aangelegenheden.
Artikel 5 Onderlinge afstemming en vervanging
a. Medewerkers zijn verantwoordelijk voor de benodigde onderlinge afstemming bij de uitoefening van een mandaat;b. Bij afwezigheid van de gemandateerde kan de opgedragen bevoegdheid worden uitgeoefend door diens plaatsvervanger.
a. Bij de uitoefening van mandaat worden stukken als volgt ondertekend.- Als het gaat om een bevoegdheid van burgemeester en wethouders:Namens burgemeester en wethouders van Lansingerland,- Als het gaat om de burgemeester:Namens de burgemeester van Lansingerland,b. Bij de uitoefening van een ondertekeningsmandaat zoals bedoeld in artikel 10:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht:- Als het gaat om een bevoegdheid van burgemeester en wethouders:Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit,- Als het gaat om de burgemeester:Overeenkomstig het door de burgemeester genomen besluit,
Hoofdstuk 2 Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Lansingerland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;Gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Organisatiebesluit Lansingerland en de Mandaatregeling Lansingerland;B e s l u i t e n
Artikel 1 de volgende bevoegdheden op te dragen aan de algemeen directeur, de adjunctdirecteuren en de afdelingshoofden, elk voor zover het de eigen afdeling betreft:
correspondentie voeren over gemeentelijke aangelegenheden, zoals ontvangstbevestigingen, behandelings- en tussenberichten; uitnodigingen voor bijeenkomsten en hoorzittingen, besluiten van bestuursorganen mededelen, opdrachten verstrekken tot uitvoering van een besluit van een bestuursorgaan, behandelen verzoeken om informatie, deelneming aan enquetes, dit alles voor zover de brief geen beschikking is;
Een verzoek indienen bij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen, als bedoeld in artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht en een verzoek indienen bij de rechtbank om een onherroepelijk geworden uitspraak te herzien, als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 2 de volgende bevoegdheden op te dragen aan de algemeen directeur:
bevoegdheden uitoefenen zoals bedoeld in de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) en de op basis van de CAR/UWO vastgestelde nadere regelingen, met inbegrip van het sluiten van overeenkomsten strekkende tot het beëindigen van de aanstelling of het arbeidscontract, met uitzondering van de hierna genoemde bevoegdheden, waarbij a tot en met j aan burgemeester en wethouders voorbehouden blijven en k tot en met n zijn gemandateerd aan andere organen:a. besluiten tot benoemingen of tot het aangaan van aanstellingen of arbeidscontracten vanaf het niveau van adjunct-directeur;b. besluiten tot eervol ontslag of tot het beëindigen van aanstellingen of arbeidscontracten vanaf het niveau van adjunctdirecteur;c. ontslag verlenen als bedoeld in artikel 8:3 (ontslag wegens reorganisatie), artikel 8:4 (ontslag wegens volledige arbeidsongeschiktheid), artikel 8:5 (ontslag wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid), artikel 8:6 (ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), de artikelen 8:7, 8:8 en 8:9 (overige ontslaggronden, tenzij dit ontslag voortvloeit uit een overeenkomst strekkende tot het beëindigen van de aanstelling) alsmede artikel 8:13 (disciplinaire straf);d. beslissen over een schorsing, als bedoeld in artikel 8:15:1, eerste lid;e. beslissen over het (gedeeltelijk) vervallen verklaren van het wachtgeld, als bedoeld in artikel 10:22, eerste lid;f. beslissen over het (gedeeltelijk) vervallen verklaren van de uitkering als bedoeld in artikel 11:26, eerste lid;g. een ambtenaar verplichten een andere betrekking te aanvaarden respectievelijk tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten of tijdelijk een andere betrekking waar te nemen, als bedoeld in artikel 15:1:10, eerste lid, respectievelijk artikel15:1:10, tweede lid, onder a;h. diciplinaire straffen opleggen, als bedoeld in artikel 16:1:2, eerste lid;i. herplaatsingsbesluiten nemen;j. sluiten van een vaststellingsovereenkomst strekkende tot het beëindigen van de aanstelling of het arbeidscontract van een medewerker vanaf het niveau van adjunct-directeur;k. de bevoegdheid tot het uitvoeren van de FPU gemeenten als bedoeld in hoofdstuk 5a;l. de bevoegdheid tot het uitvoeren van de bovenwettelijke werkloosheidsregeling als bedoeld in hoofdstuk 10a;m. de bevoegdheid tot het uitvoeren van de suppletieregeling als bedoeld in hoofdstuk 11a;n. bezwaarschriften behandelen en beslissingen nemen op bezwaar in het kader van de onder k en l genoemde regelingen;
het nemen van een beslissing op bezwaar of het niet-ontvankelijk verklaren van een bezwaar in het geval dat deze bevoegdheid ex artikelen IV:3 of IV:3a van deze mandaatregeling is gemandateerd aan het afdelingshoofd Bestuurszaken, en het afdelingshoofd Bestuurszaken het primaire besluit zelf heeft genomen.
Artikel 3 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Strategische Ontwikkeling:
overeenkomsten met betrekking tot onroerende zaken ondertekenen en uitvoeren, waaronder begrepen (ver)koop, al dan niet tijdelijke (ver)huur, ingebruikgeving, ingebruikneming, bruikleen, ruiling, pacht, inclusief de opzegging of verlenging van dergelijke overeenkomsten, dit alles uitsluitend ter uitvoering van een collegebesluit (ondertekeningsmandaat);
Artikel 4 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Bestuurszaken:
het nemen van een beslissing op bezwaar, mits:a. het primaire besluit in mandaat is genomen, enb. de beslissing op bezwaar het advies van de bezwaarcommissie volgt, enc. dit advies inhoudelijk niet afwijkt van het primaire besluit.Deze mandatering is niet van toepassing indien het afdelingshoofd Bestuurzaken het primaire besluit zelf heeft genomen. In dat geval in deze bevoegdheid gemandateerd aan de Gemeentesecretaris.
derden aansprakelijk stellen, besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratiefrechtelijke procedures namens de gemeente of het gemeentebestuur, als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder f van de Gemeentewet en bevoegdheden uitoefenen ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g van de Gemeentewet waaronder begrepen opdracht geven tot procureurstelling en opdracht geven tot juridische bijstand, met inachtneming van de budgethoudersregeling en de interne richtlijnen over externe juridische adviezen;
taken uitvoeren op het gebied van verzekeringen, zoals schadegevallen aanmelden en afwikkelen, de verzekeringsportefeuille beheren en daarbij overeenkomsten met verzekeringsmaatschappijen aangaan, wijzigen en opzeggen, op voorwaarde dat de opdracht past binnen het beschikbare krediet en met inachtneming van het gemeentelijke aanbestedingsbeleid en de budgethoudersregeling;
Artikel 5 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Vergunningverlening
ten aanzien van de Algemene Plaatselijke Verordening:1. de beslistermijn op aanvragen voor vergunningen of ontheffingen verdagen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;2. vergunningen of ontheffingen weigeren, intrekken of wijzigen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking of wijziging uitsluitend ondermandaat kan worden verleend voor gevallen waarin sprake is van onjuiste dan wel onvolledige gegevens of in het geval dat de houder, of zijn rechtsverkrijgende, om intrekking dan wel wijziging verzoekt;3. beslissen over ontheffingen van het verbod, als bedoeld in de Algemeen Plaatselijke Verordening, om ten behoeve van publiek als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te treden op of aan door de burgemeester aangewezen wegen of gedeelten daarvan;4. beslissen over aanvragen om vergunningen voor het plaatsen van voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg, waaronder het aanbrengen van reclames, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking geen ondermandaat kan worden verleend;5. beslissen over aanvragen om vergunning voor het organiseren van evenementen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, en het afhandelen van meldingen van kleinere eendaagse evenementen zoals genoemd in de Algemene Plaatselijke verordening;6. beslissen over aanvragen om exploitatievergunningen voor horecabedrijven, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;7. beslissen over ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, van het verbod voor de houder van een horecabedrijf om dat bedrijf voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven op de in de Algemene Plaatselijke Verordening aangegeven uren, indien bijzondere gebeurtenissen van incidentele aard hiertoe aanleiding geven;8. beslissen over aanvragen om vergunning voor het in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;9. beslissen over ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, van het verbod om toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt;10. beslissen over aanvragen om kapvergunningen en daarbij eventueel een herplantplicht opleggen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;11. beslissen over aanvragen om vergunning, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, voor verlichte handelsreclame, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking geen ondermandaat kan worden verleend;12. beslissen over ontheffingen voor het plaatsen van kampeermiddelen bedoeld voor recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen, als bedoeld in de APV;13. beslissen over aanvragen om ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, van het parkeren van reclamevoertuigen en grote voertuigen;14. beslissen over aanvragen om collectevergunningen, standplaatsvergunningen en snuffelmarktvergunningen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking geen ondermandaat kan worden verleend;15. beslissen over ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, op het verbod om in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben;ten aanzien van de bijzondere wetten:16. verzoeken om informatie indienen bij politie en justitie, in verband met de vergunningaanvraag op grond van de Drank- en Horecawet;17. beslissen over aanvragen om vergunningen en ontheffingen, als bedoeld in de Drank- en Horecawet, en overeenkomstig die wet voorschriften of beperkingen verbinden aan vergunningen voor paracommerciële instellingen;18. gewijzigde vergunningen verstrekken, als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet;19. beslissen over aanvragen om loterijvergunningen, als bedoeld in de Wet op de Kansspelen;20. beslissen over aanvragen om aanwezigheidsvergunningen voor speelautomaten of behendigheidsautomaten, als bedoeld in de Wet op de kansspelen;21. beslissen over ontheffingen op grond van de Verordening winkeltijden Lansingerland 2007, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking van deze ontheffing geen ondermandaat kan worden verleend;ten aanzien van de markt:22. beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de vigerende Marktverordening;23. overeenkomsten aangaan met kramenzettersbedrijven voor de plaatsing van marktkramen, op voorwaarde dat de opdracht past binnen het beschikbare krediet en met inachtneming van het gemeentelijke aanbestedingsbeleid en de budgethoudersregeling;ten aanzien van bouwen en ruimtelijke ordening:24. handelingen verrichten ter voorbereiding en uitvoering van een bouwvergunningbesluit;25. beslissingen nemen en handelingen verrichten voor de afhandeling van informatieplannen, schetsplannen en principeverzoeken, voor zover het niet een definitieve aanvraag voor een bouwvergunning betreft, als bedoeld in de Woningwet;26. beslissen over aanvragen om bouwvergunningen, met toepassing van de Woningwet en hierop berustende nadere wet- en regelgeving, het Bouwbesluit en de Bouwverordening, waaronder ook begrepen het beslissen op aanvragen betreffende het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk waarvoor reeds vergunning is verleend;27. aanvragen en ontwerpen, in de zin van de ruimtelijke ordeningswetgeving, publiceren, in samenhang met het bepaalde in artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht;28. beslissen over de ontvankelijkheid van een aanvraag om een bouwvergunning;29. beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning;30. de tenaamstelling van vergunningen wijzigen, als bedoeld in de Bouwverordening;31. beslissen over aanvragen om sloopvergunningen als bedoeld in artikel 3.42 van de Wro,met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking geen ondermandaat kan worden verleend;32. het accepteren van sloopmeldingen zoals bedoeld in de Bouwverordening;33. beslissen over aanvragen om aanlegvergunningen, als bedoeld in artikel 3.41 van de Wro;34. beslissingen nemen en handelingen verrichten, nodig voor de voorbereiding van de ontheffingsprocedures, bedoeld in de Wro, waaronder begrepen bekendmaking en tervisielegging van stukken en mededeling doen aan bezwaarden;35. handelingen verrichten, nodig voor de voorbereiding op het verlenen van inspraak op grond van de Inspraakverordening, op beleidsvoornemens, als omschreven in artikel 2 eerste lid, onder a, b en c van die verordening;36. beslissen over aanvragen om ontheffing van het bestemmingsplan, als bedoeld in de artikelen 3.6 lid 1 onder c, artikel 3.22 en artikel 3.23 van de Wro;37. beslissen over aanvragen om ontheffing van een beheersverordening ex artikel 3.38 lid 4 Wro;38. het doorbreken van de aanhouding zoals bedoeld in artikel 50, derde lid, sub a en b, en artikel 50 a, derde lid van de Woningwet;39. beslissen over toestemming om, vooruitlopend op de afgifte van een bouw- of aanlegvergunning, met de werkzaamheden te beginnen, op voorwaarde dat in de schriftelijk te verlenen toestemming tot uitdrukking wordt gebracht dat als de aanvrager overgaat tot het uitvoeren van de werkzaamheden, dit geheel voor zijn verantwoordelijkheid en risico gebeurt en dat door hem of een ander daaraan geen enkel recht tegenover de gemeente of derden kan worden ontleend, met dien verstande dat ten aanzien van deze bevoegdheid geen ondermandaat kan worden verleend;40. beslissen over aanvragen om woonvergunningen, als bedoeld in de Woningwet, met dien verstande dat ten aanzien van deze bevoegdheid geen ondermandaat kan worden verleend;41. beslissen over aanvragen om vergunningen tot hergebruik van ontruimde onbewoonbaar verklaarde woningen of woonwagens, als bedoeld de Woningwet;ten aanzien van de handhaving:42. het aanwijzen van toezichthouders in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, ter uitoefening van de toezichtsbevoegdheden op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en artikel 100a van de Woningwet, artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 18.2 van de Wet Milieubeheer;43. het doen staken van het bouwen, gebruik of slopen van bouwwerken als bedoeld in artikel 100d van de Woningwet, door middel van de daarin genoemde mogelijkheid tot opleggen van bestuursdwang of een last onder dwangsom, met dien verstande dat deze bevoegdheid niet kan worden ondergemandateerd;44. het aanschrijven van overtreders door middel van een eerste aanschrijving waarin voornemens worden geuit met betrekking tot de uitoefening van bestuursdwang en de oplegging van een dwangsom;45. aanschrijven tot het treffen van voorzieningen dan wel tot het aanbrengen van verbeteringen, als bedoeld in de Woningwet;ten aanzien van de monumenten:46. beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Monumentenwet en hierop berustende nadere regelgeving, met dien verstande dat ten aanzien van deze bevoegdheid geen ondermandaat kan worden verleend;ten aanzien van de milieutaken:47. beslissen over aanvragen om vergunningen en meldingen op grond van de Wet Milieubeheer en aanverwante regelingen;48. beslissen op verzoeken om een hogere grenswaarde, als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder.
Artikel 6 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Financiën en Belastingen:
derden aansprakelijk stellen, besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratiefrechtelijke procedures namens de gemeente of het gemeentebestuur, als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder f van de Gemeentewet en bevoegdheden uitoefenen ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g van de Gemeentewet waaronder begrepen opdracht geven tot procureurstelling en opdracht geven tot juridische bijstand met inachtneming van de budgethoudersregeling en de interne richtlijnen over externe juridische adviezen;
beslissen over financiële handelingen, waaronder wordt verstaan: daggeld en kasgeld aangaan of uitzetten, statistische uitgaven afhandelen, staat F (liquiditeitspositie), vorderingen afschrijven, uitstel van betaling verlenen, een betalingsregeling treffen, aanmaning en incasso doen van openstaande vorderingen, b.t.w.-aangiften doen, waarborgsommen bouwplaatsverordening invorderen, grondverkoopopbrengsten et cetera invorderen, betalingsopdrachten en facturen tekenen, declaraties indienen bij het Rijk, een provincie of andere overheidsorganen, voorschotbetalingen doen, kleine en routinematige investeringen doen en de jaarrekening ondertekenen;
Artikel 7 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Beheer
verkeersbesluiten nemen over verkeerstekens en onderborden, de inrichting van de weg, voorzieningen ter regeling van het verkeer en ontheffing verlenen, als bedoeld in de artikelen 15, 16 en 18, 148, eerste lid, aanhef en sub b, en artikel 149, eerste lid, aanhef en sub d, van de Wegenverkeerswet 1994.
Artikel 8 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Werk, Inkomen
beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet Werk en Bijstand en hierop berustende nadere regelgeving, waarin begrepen maatregelen opleggen, aangifte doen bij het Openbaar Ministerie, reïntegratietrajecten behandelen en bijzonder onderzoek instellen met dien verstande dat het mandaat zich niet uitstrekt tot het beschikken op bezwaarschriften;
beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaz) en hierop berustende nadere regelgeving, met dien verstande dat het mandaat zich niet uitstrekt tot het beschikken op bezwaarschriften;
beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet inburgering nieuwkomers of de Wet inburgering en hierop berustende nadere regelgeving en beslissen over inburgeringscontracten, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot het opleggen van een boete, als bedoeld in de Wet inburgering nieuwkomers of de Wet inburgering, geen ondermandaat kan worden verleend;
de volgende beslissingen nemen en handelingen verrichten op het gebied van financiën, alles voorzover deze betrekking hebben op het taakveld van de afdeling, zoals vorderingen afschrijven, Europese subsidies aanvragen, gelden verrekenen met derde instanties, informatie inwinnen, declaraties indienen bij ministeries, opgaven doen aan de fiscus en aan uitkeringsinstantie UWV, jaaropgaven aanleveren, saldobevestiging en rentenota doen, maatregelen treffen ten behoeve van de incasso van vorderingen, betalingsregelingen treffen en schulden buiten vordering stellen krachtens de Wet Werk en Bijstand;
Artikel 9 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Publiekszaken:
beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de artikelen D 1, D 4, D 6, Y 32, Y 33 en Y 33a (registratie kiesgerechtigdheid), E 2 (stemdistricten), E 4 en J 4 (stembureaus), J 7 en J 8 (oproepingskaart), K 3 en K 4 (kiezerspas) en Y 14 (verklaring Europese verkiezingen) van de Kieswet;
Artikel 10 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Economische zaken
beslissen over voorschotten aan subsidieontvangers, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, voorschotten opschorten, en zonodig verzoeken om af te wijken van de gebruikelijke wijze van voorschotverlening afwijzen, met dien verstande dat ten aanzien van deze bevoegdheid slechts gebruik kan worden gemaakt met inachtneming van de desbetreffende budgetvoorwaarden en dat er geen ondermandaat kan worden verleend;
Artikel 11 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Projecten:
1. voorbereiden en uitvoeren van uitgifte en verwerving van onroerende zaken, waaronder begrepen onderhandelen over prijzen en voorwaarden, binnen de kaders van het beleid op het gebied van uitgifte en verwerving en, indien van toepassing, de betreffende grondexploitatie
Artikel 12 de volgende bevoegdheden op te dragen aan het afdelingshoofd Informatievoorziening en faciliteiten:
1. beslissingen nemen en handelingen verrichten in het kader van archiefbeheer, zoals bedoeld in de Archiefwet 1995.
Artikel 13 de volgende bevoegdheden op te dragen aan de directeur en manager woondiensten van 3B Wonen:
1. Het verlenen van urgentieverklaringen, na zichtbare juridische toetsing door de Teamleider woondiensten, als bedoeld in artikel 11 van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006.
dat in dit besluit wordt verstaan onder:a. ‘besluit’: een besluit, als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;b. ‘voorbereiding’: het verrichten van handelingen, geen besluit zijnde, voorafgaand aan het nemen van een besluit;c. ‘uitvoering’: het verrichten van handelingen, geen besluit zijnde, nadat een besluit is genomen;d. ‘beslissen over’: verlenen, weigeren, intrekken of wijzigen;e. ‘algemeen directeur’, ‘adjunct-directeur’ en ‘afdelingshoofd’: de in deze functie benoemde functionaris, dan wel, bij zijn afwezigheid, zijn plaatsvervanger;
Hoofdstuk 3 Ondermandaat alle medewerkers
De algemeen directeur,overwegendedat het uit het oogpunt van efficiëntie gewenst is om bepaalde bevoegdheden in ondermandaat op tedragen aan medewerkers;dat het burgemeester en wethouders in het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden hebbenbepaald, dat ondermandaat is toegestaan, voor zover in dat besluit niet anders is aangegeven;gelet ophet bepaalde in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht, de Mandaatregeling Lansingerlanden het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden;de instemming van burgemeester en wethouders met dit voorgenomen ondermandaatbesluit;b e s l u i t :de volgende bevoegdheden op te dragen aan alle medewerkers, dat wil zeggen aan al degenen diewerkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders van Lansingerland:1. correspondentie voeren over gemeentelijke aangelegenheden, zoals ontvangstbevestigingen, behandelings- en tussenberichten; uitnodigingen voor bijeenkomsten en hoorzittingen, besluiten van bestuursorganen mededelen, opdrachten verstrekken tot uitvoering van een besluit van een bestuursorgaan, behandelen verzoeken om informatie, deelneming aan enquêtes, dit alles voor zover de brief geen beschikking is;2. stukken doorzenden die verkeerd geadresseerd zijn of tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is, als onder meer bedoeld in artikelen 2:3 en 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht;3. gelegenheid stellen tot het aanvullen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, en besluiten om de aanvraag niet te behandelen;4. een herhaalde aanvraag afwijzen met verwijzing naar de eerdere afwijzende beschikking, als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht;5. handelingen verrichten in het kader van de voorbereiding van door het bestuursorgaan te nemen besluiten;6. het bestuursorgaan vertegenwoordigen bij hoorzittingen voor bezwaarschriften, als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Algemene wet bestuursrecht, en klachten, als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 4 Ondermandaat medewerkers afdeling Bestuurszaken
Het hoofd van de afdeling Bestuurszaken,overwegendedat het uit het oogpunt van efficiëntie gewenst is om bepaalde bevoegdheden in ondermandaat op tedragen aan medewerkers;dat het burgemeester en wethouders in het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden hebbenbepaald, dat ondermandaat is toegestaan, voor zover in dat besluit niet anders is aangegeven;gelet ophet bepaalde in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht, de Mandaatregeling Lansingerlanden het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden;de instemming van burgemeester en wethouders met dit voorgenomen ondermandaatbesluit;b e s l u i t :
Hoofdstuk 5 Ondermandaat medewerkers afdeling Publiekszaken
Het hoofd van de afdeling Publiekszaken & Belastingen,overwegendedat het uit het oogpunt van efficiëntie gewenst is om bepaalde bevoegdheden in ondermandaat op te dragen aan medewerkers;dat het burgemeester en wethouders in het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden hebben bepaald, dat ondermandaat is toegestaan, voor zover in dat besluit niet anders is aangegeven;gelet ophet bepaalde in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht, de Mandaatregeling Lansingerlanden het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden;de instemming van burgemeester en wethouders met dit voorgenomen ondermandaatbesluit;b e s l u i t :
Hoofdstuk 6 Ondermandaat afdeling Vergunningverlening
Het hoofd van de afdeling Vergunningverlening & Handhaving,overwegendedat het uit het oogpunt van efficiëntie gewenst is om bepaalde bevoegdheden in ondermandaat op te dragen aan medewerkers;dat burgemeester en wethouders in het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden hebben bepaald, dat ondermandaat is toegestaan, voor zover in dat besluit niet anders is aangegeven;gelet ophet bepaalde in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht, de Mandaatregeling Lansingerland en het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden;de instemming van burgemeester en wethouders met dit voorgenomen ondermandaatbesluit;b e s l u i t :
Artikel 1 de volgende bevoegdheden op te dragen aan de marktmeester:
1. beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de vigerende Marktverordening, met uitzondering van het intrekken of wijzigen van beschikkingen;
Artikel 2 de volgende bevoegdheden op te dragen aan de adviseur C belast met de behandeling van bouwvergunningen:
beslissen over aanvragen om bouwvergunningen, met toepassing van de Woningwet en hierop berustende nadere wet- en regelgeving, het Bouwbesluit en de Bouwverordening, waaronder ook begrepen het beslissen op aanvragen betreffende het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk waarvoor reeds vergunning is verleend;
Artikel 3 de volgende bevoegdheden op te dragen aan de adviseur C belast met de behandeling van bouwvergunningen en de adviseur B en C belast met bouwen, handhaving en APV-zaken:
Artikel 4 de medewerkers belast met de uitvoering van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) en hierop berustende nadere regelgeving
Artikel 5 de medewerkers belast met de uitvoering van de Wet milieubeheer en hierop berustende nadere regelgeving:
Artikel 6 de adviseur B en C belast met bouwen, handhaving en APV-zaken
vergunningen of ontheffingen weigeren, intrekken of wijzigen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking of wijziging uitsluitend ondermandaat wordt verleend voor gevallen waarin sprake is van onjuiste dan wel onvolledige gegevens of in het geval dat de houder, of zijn rechtsverkrijgende, om intrekking dan wel wijziging verzoekt;
beslissen over ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, van het verbod voor de houder van een horecabedrijf om dat bedrijf voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven op de in de Algemene Plaatselijke Verordening aangegeven uren, indien bijzondere gebeurtenissen van incidentele aard hiertoe aanleiding geven;
Hoofdstuk 7 Ondermandaat medewerkers afdeling Werk, Inkomen en Zorg
Het hoofd van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg,overwegendedat het uit het oogpunt van efficiëntie gewenst is om bepaalde bevoegdheden in ondermandaat op te dragen aan de medewerkers;dat het burgemeester en wethouder in het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden hebben bepaald, dat ondermandaat is toegestaan, voor zover in dat besluit niet anders is aangegeven;gelet ophet bepaalde in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht, de Mandaatregeling Lansingerland en het Mandaatbesluit directie en afdelingshoofden;de instemming van burgemeester en wethouders met dit voorgenomen ondermandaatbesluit;besluit:
Artikel 1 De volgende bevoegdheden op te dragen aan de medewerkers en case managers belast met sociale zaken:
toestemming verlenen aan cliënten voor het nemen van vakantie, als bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaz) en hierop berustende nadere regelgeving;
Artikel 2 De volgende bevoegdheden op te dragen aan de senior medewerker belast met sociale zaken:
beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet werk en bijstand en hierop berustende nadere regelgeving, waarin begrepen maatregelen opleggen, aangifte doen bij het Openbaar Ministerie, re-integratietrajecten behandelen en bijzonder onderzoek instellen met dien verstande dat het mandaat zich niet uitstrekt tot het beschikken op bezwaarschriften;
beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaz) en hierop berustende nadere regelgeving, met dien verstande dat het mandaat zich niet uitstrekt tot het beschikken op bezwaarschriften;
beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet inburgering nieuwkomers of de Wet inburgering en hierop berustende nadere regelgeving en beslissen over inburgeringscontracten, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot het opleggen van een boete, als bedoeld in de Wet inburgering nieuwkomers of de Wet inburgering, geen ondermandaat kan worden verleend;