Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van staangeld voor woonwagens 2008 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van staangeld voor woonwagens 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2008 | 01-07-2009 | Nieuwe verordening | 17-07-2008 Intranet / Heraut | 2008/67 T08.01533 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Woningwet; b. woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Woningwet; c. dag: een periode van 24 uren aanvangende te 00:00 uur, of een gedeelte daarvan; d. maand: een kalendermaand; e. huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en verhuurder van de standplaats c.a., waarin de huurbepalingen voor de standplaats zijn geregeld.
Onder de naam staangeld wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.
Artikel 5 Maatstaf van de heffing en tarief
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het tarief opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, rekeninghoudend met het aantal punten volgens het waarderingsstelsel voor woonwagens en standplaatsen volgens het Besluit huurprijzen woonruimte, bijlage 1, onder C.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 10 euro
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er, met inbegrip van de maand van dagtekening van het aanslagbiljet, nog maanden in het belastingtijdvak overblijven. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Behorende bij de Verordening op de heffing en invordering staangeld voor woonwagens 2008Tarieven bepaald volgens het puntensysteem voor woonwagens en woonwagenstandplaatsen vanaf 1 juli 2008. Deze informatie kunt u opvragen bij de gemeente, afdeling Financiën. Zij zijn bereikbaar via telefoonnummer (010) 800 40 00.