Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde gemeenteraad |
Citeertitel | Reglement van Orde Gemeenteraad Lansingerland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, artikel 16
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2010 | 28-10-2015 | Gewijzigde verordening | 29-10-2010 Internet / Heraut, 10-11-2010 | BR1000102 / Voorstelnr. 2010/84 | |
21-12-2007 | Nieuwe regeling | 20-12-2007 | BR0700153 |
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Lansingerland
De raad van de gemeente Lansingerland,
Gelet op artikel 16 van de Gemeentewet,
Vast te stellen het volgende: Regelemen van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Lansingerland.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1 BegripsomschrijvingenIn dit reglement wordt verstaan onder:a. voorzitter: de voorzitter van de raad of diens vervanger;b. amendement: voorstel tot wijziging van een aan de orde zijnde conceptbesluit welk voorstel naar de vorm geschikt is om direct in het aan de orde zijnde conceptbesluit te kunnen worden opgenomen;c. subamendement: voorstel tot wijziging van een aan de orde zijnde amendement, welk voorstel naar de vorm geschikt is om direct te kunnen worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft;d. motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken zonder dat daar rechts- gevolgen aan verbonden zijn;e. voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;f. initiatiefvoorstel: een voorstel waarbij een verordening of een ander voorstel wordt in- gediend.g. interpellatie: het vragen van inlichtingen over een onderwerp als bedoeld in artikel 169, lid 2 en 180, lid 2 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Indien:1. één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden of;2. twee of meer fracties als één fractie gaan optreden of;3. één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie; wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
De wethouders zijn uitgenodigd om in de vergadering aanwezig te zijn en kunnen deelnemen aan de be-raadslagingen, tenzij het presidium dan wel de raad anders beslist.
Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die dienen ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda, worden, voor zover er op de stukken geen geheimhouding is opgelegd op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1991, 703), gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 10. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Artikel 14 Spreekrecht burgers
Personen die het woord willen voeren, krijgen bij de behandeling van het agendapunt "spreekrecht" de gelegenheid om het woord te voeren.a. De totaal beschikbare spreektijd voor het spreekrecht bedraagt maximaal dertig minuten.b. Zij die zich als spreker hebben aangemeld, krijgen van de voorzitter gedurende maximaal 5 minuten het woord.Indien zich meer dan 6 sprekers hebben aangemeld, wordt de totaal beschikbare spreektijd naar evenredigheid verdeeld.
De voorzitter kan iemand het spreekrecht weigeren indien:a. hij vreest, dat gezien het onderwerp, de belangen van derden zonder enig redelijk doel ernstig zullen worden geschaad;b. degene die zich aanmeldt, bij gebruikmaking van het spreekrecht binnen een onmiddellijk voorafgaande periode van één jaar de orde van de vergadering op ernstige wijze heeft verstoord, en de vrees bestaat dat hij zich opnieuw hieraan schuldig zal maken.
Artikel 15 Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen, deelt de voorzitter mede welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentie-lijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 17 Besluitenlijst en digitale opname van de beraadslagingen
De leden, de voorzitter, de griffier en degenen die hebben deelgenomen aan de beraadslagingen hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de ontwerpbesluitenlijst aan de raad te doen, indien de ontwerpbesluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeven wat gezegd of besloten is. Een voorstel tot wijziging van de ontwerpbesluitenlijst dient tenminste 24 uur voor het begintijdstip van de vergadering waarin de ontwerp- besluitenlijst wordt vastgesteld, schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.
De ontwerpbesluitenlijst moet inhouden:a. de namen van de voorzitter, de griffier en de in de vergadering aan- en afwezige leden, de namen van de aan- en afwezige leden van het college alsmede die van de overige personen die het woord gevoerd hebben;b. een vermelding van de agendapunten die aan de orde zijn geweest;c. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden;d. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen en burgerinitiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;e. bij het desbetreffende agendapunt: de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 25 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.f. De inhoud van het genomen besluit.
Artikel 21 Aantal spreektermijnen
Het vierde lid is niet van toepassing op:a. de rapporteur van een commissie;b. het lid van het college van burgemeester en wethouders, dat in het bijzonder is belast met het in behandeling zijnde onderwerp;c. het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, voor wat betreft dat amendement, die motie of dat voorstel.
Artikel 23 Handhaving van de orde; schorsing
Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 24 Beraadslaging en schorsing
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven voor onderling, nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 28 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 30 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht, die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:a. een blanco ingevuld stembriefje;b. een ondertekend stembriefje;c. een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;d. een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen; e. een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.
Artikel 31 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Ieder lid van de raad kan tot het moment van sluiten van de beraadslagingen nog amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, het voorstel eerst dient te worden behandeld in een raadscommissie of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 37 Schriftelijke vragen
Direct na de mondelinge beantwoording en bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering, direct na de start van de behandeling van dit onderwerp, kan de vragensteller als eerste reageren op het door de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp en de vraagstelling, tenminste 48 uur voor het begin van het vragenhalfuur bij de voorzitter. De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuur aan de orde te stellen indien hij:a. het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven ofb. indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt ofc. indien het onderwerp niet voldoet aan de in lid 2 bedoelde criteria..
Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 41 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken óf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar een volgende raadsvergadering.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 38, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Deze conceptbesluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze conceptbesluitenlijst. De vastgestelde concept-besluitenlijst wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 45 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 8 Toehoorders en pers
Artikel 46a Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. De voorzitter kan beperkingen stellen aan het aantal personen dat geluid- dan wel beeldregistraties maakt.
Artikel 47 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, wordt tijdens de vergadering het gebruik, als-mede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen toegestaan, voorzo-ver het gebruik ervan geen inbreuk maakt op de orde van de vergadering. De voorzitter kan het gebruik ervan tijdens de vergadering verbieden.